China was de oplossing
Nu het quotum verdwijnt willen de boeren hun exportpositie behouden. Omdat ze moeten opboksen tegen landen met lagere productiekosten, willen ze het uit de intensivering van hun bedrijfsvoering halen. In gewone mensentaal betekent dat: per bedrijf moeten meer liters gemolken worden om hun het product verkoopbaar te houden. De afzet van al die extra liters was - zo dachten de Nederlandse boeren - wel geregeld: China.
China heeft 1,4 miljard inwoners en de economie groeit er jaarlijks met bijna 8%. De vraag naar melk is sinds 2008 verdrievoudigd en daar kan door de zuivelsector in het land zelf niet aan voldaan worden, enerzijds omdat 60% van de sector uit kleine melkboeren bestaat en het opbouwen van grootschalige zuivelbedrijven tijd kost, en anderzijds omdat de Chinezen hun eigen melk niet vertrouwen als gevolg van een aantal schandalen de afgelopen jaren. Dat laatste is er de oorzaak van dat buitenlandse zuivelbedrijven staan te trappelen om melk aan China te leveren.
Chinese inspecteurs & de Nederlandse melkbubbel
Maar China zet de deur niet zomaar open. Vorig jaar haalde het de bezem door de babymelkpoedersector, hetgeen de internationale zuivelaars (waaronder FrieslandCampina, Nestlé en Danone) miljoenenboetes opleverde en tot prijsverlagingen dwong. Vorige maand werd een plan aangekondigd dat er toe moet leiden dat in 2018 85% van de Chinese markt voor zuigelingenvoeding door Chinese conglomeraten bediend wordt. Voor buitenlandse leveranciers blijft nog maar 15% over. En die buitenlandse leveranciers moeten dan ook nog aan allerlei controle-eisen voldoen, met het oog op de voedselveiligheid. Sinds 1 mei moeten ze in ieder geval gecertificeerd zijn, en dat is nog maar 51 bedrijven wereldwijd gelukt - waarvan 6 in Nederland.
Dat betekent dat er inmiddels regelmatig Chinese inspecteurs bij de Nederlandse zuivelaars over de vloer komen. De eisen die zij stellen zijn 'stringent', en dwingen de bedrijven tot aanpassingen die substantiële kosten met zich meebrengen. Nederlandse melkveehouders maken zich zorgen dat ze zich als gevolg hiervan 'uit de markt gaan prijzen' en dus de zo begeerde exportmarkt op prijs gaan verliezen, schrijft het FD. Dat is met de aankomende 'melkbubbel' geen prettig vooruitzicht.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
China is niet gek en speelt over elkaar heen buitelende zuivelgiganten tegen elkaar uit.
Hoe verstandig is het dan om de melkproductie hier zo gigantisch uit te breiden, als in 2018 ook nog eens slechts 15% van de Chinese babyvoeding aan importmerken vergund gaat worden? In prijsafspraken trapt de NDRC al evenmin.
Hoe verstandig is het dan om je als koeienboer mee te laten slepen in babymelkhypes, en je in de schulden te steken voor stallen van meerdere hectares? Waarbij de sector dan ook nog eens het risico loopt om het goede binnenlandse imago te grabbel te gooien en ongetwijfeld Wakker Dier over zich heen te krijgen met plofkoe-campagnes?
De consument wil waarschijnlijk óók niet dat het met "zijn" koeien-in-de-wei dezelfde kant opgaat als met kippen en varkens gebeurd is, die nooit meer buiten komen.
Zíj staan met de rug tegen de muur en kunnen intussen moeilijk meer terug, terwijl de prijsvechterij met buitenlanden ondanks de continue schaalvergroting toch steeds moeilijker wordt. De melkveehouderij heeft nú nog de keuze welke kant ze op wil: kwaliteit of kwantiteit.
Waarom bijvoorbeeld ook om te beginnen niet eens stoppen met maïs als bestanddeel in het veevoer, als dat - juist ook voor het juist voor de Chinezen zo gevoelige kwaliteitsimago - zo risicovol blijft? De Russen lusten aflatoxinemelk al evenmin.