Een aantal topmanagers uit Nederlandse multinationals - Shell, Ahold Delhaize, Aegon en Royal FrieslandCampina - kondigde vorig jaar aan het oprukkende negativisme en populisme te willen bestrijden. Volgens het FD hebben ze besloten hun 'pact tegen het populisme' niet door te zetten. Wel gaan ze samen met hun jonge management en andere jonge mensen die zich aan willen sluiten door "met hun missie om Nederland op de kaart te zetten als oplosser van de grote uitdagingen van deze tijd: voedselproblematiek, (drink)watermanagement, medische zorg, urbanisatie en de overgang naar duurzame energie."

Bijval Den Haag
Overeind blijft het streven om een nieuw verdienmodel voor Nederland te ontwikkelen. Dat zou moeten ontstaan uit een gezamenlijk doel dat niet alleen welvaart brengt, maar Nederlanders "ook weer trots op hun land maakt."

Het pleidooi kreeg destijds bijval in politiek Den Haag. Op Foodlog kreeg het direct kritiek van Jan Peter van Doorn die schreef:
Het zijn met name deze grote bedrijven die nauwelijks voor werkgelegenheid hebben gezorgd, sterker nog voortdurend mensen ontslaan en ook met allerlei belastingconstructies de staatskas niet hebben gespekt en met hun gelobby de 'overheids' boel eerder hebben gefrustreerd dan geholpen. En laten we het over hun innovatiekracht maar helemaal niet hebben. Laten ze nou eerst maar eens zien wat ze op die volgens hen belangrijke vijf thema's (voedsel, vergrijzing, water, duurzaam, urbanisatie) zelf hebben gepresteerd. Dan praten we verder. Voorlopig is dit old school marketing: Global problems, Dutch solutions. Veel beloven, weinig geven doet de mens in vrede leven.

De nieuwe vorm van het initiatief heeft vorm gekregen in de Stichting Dutchtainables. Die wil proberen Nederlanders trots te maken op onze nationale vindingrijkheid als duurzaam business model op de genoemde gebieden.

Mag het publiek meedenken en -beslissen?
Hoe? Dutchtainables wil een brede beweging worden, waarin het bedrijfsleven, de politiek en de wetenschap samenkomen. "We gaan evenementen organiseren en onze ervaringen en kennis delen via sociale media. Op deze wijze willen we een bijdrage leveren aan de wereldwijde duurzame ontwikkelingsdoelen," zegt Fleur Osté, brand manager bij Unilever en Dutchtainables in het FD.

Het klinkt als een brede beweging van bedrijven die iets willen wat de overheid kennelijk laat zitten. Een nieuw industriebeleid, vanuit het bedrijfsleven zelf geformuleerd. In samenwerking met wetenschap die voor haar financiering in Nederland afhankelijk is van datzelfde bedrijfsleven. En natuurlijk met een politiek die de uitkomsten straks in de vorm van flankerend beleid moet goedkeuren en bekrachtigen. Ik schreef het met zoveel woorden al bij de aankondiging van het initiatief in zijn eerste versie: waar is het Nederlandse publiek? Mag dat nou wel of niet meedenken en -beslissen?

Ik ga uit van het laatste en stel de echte vraag: als het publiek wél mag meedenken, waarom geeft de overheid zo'n project dan geen status als platform dat de parlementaire democratie moet ondersteunen bij zijn besluitvorming? Er is tenslotte al genoeg te doen over de macht van multinationals in Den Haag op dit moment.
Dit artikel afdrukken