Liever fosfaat- dan dierrechten
Toen veel veehouders flink gingen uitbreiden werd in 2015 het stikstofplafond voor de melkveehouderij licht overschreden en het fosfaatplafond zelfs met meer dan 9%. De overheid had tevoren aangekondigd in te grijpen door invoering van dierrechten, maar de sector lobbyde met succes voor een alternatief: fosfaatrechten. Waarom? Elke veehouder zou productieruimte kunnen creëren door de fosfaatefficiëntie te verhogen en dat aan te tonen met de Kringloopwijzer. Veel veehouders hebben daar, gestimuleerd door accountants en andere adviseurs, op geanticipeerd. En de zuivelindustrie heeft de Klw zelfs per 1 januari 2017 verplicht gesteld.
Niet adequaat en fraudegevoelig
Dat blijkt niet verstandig, want de Klw is niet geschikt voor een bedrijfsspecifieke vaststelling van de fosfaatproductie:
- De rekenregels voor de Klw zijn niet adequaat. De Klw registreert alleen de P-efficiëntie op het eigen bedrijf en laat dus de P-verliezen die plaatsvinden bij de productie van aangekocht voer en het gebruik van afgevoerde mest buiten beschouwing. Daarmee scoren intensieve bedrijven alleen op papier beter dan extensieve bedrijven.
- De gebruikte kengetallen zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op de Koeien & Kansen bedrijven. Dat zijn relatief intensieve bedrijven. Voor minder intensieve en gemengde bedrijven zouden andere kengetallen moeten worden gehanteerd.
- De veehouder kan pas worden afgerekend na het eind van een jaar. Kringloop-adviseur Frank Verhoeven pleit zelfs voor afrekenen na drie jaar. Dat is veel te laat om het management bij te stellen. En hoe reëel is het om de veehouder met terugwerkende kracht een lagere fosfaatproductie op te leggen?
- De Klw is fraudegevoelig. De cijfers aangeleverd door de zuivelindustrie en de leveranciers van veevoer en kunstmest kunnen best betrouwbaar zijn, maar ruwvoercijfers moeten veehouders zelf aanleveren. Dat zorgt voor zware druk op de onafhankelijke monsternemers die zij moeten inhuren.
Door dit alles is het de vraag of de Klw-systematiek zal worden erkend door het Rijk en de Europese Commissie.
Daar komt bij: groeiruimte toekennen op basis van P-efficiëntie kan al snel ongewenste neveneffecten hebben op de stikstofproductie en de emissies van ammoniak en broeikasgassen. Maar ook op de kwaliteit van de bodem, de biodiversiteit (o.a. weidevogelbeheer), de gezondheid van de koe en weidegang. Dat zijn bijna allemaal doelen van de Duurzame Zuivelketen.
Liever geen kater
Invoering van de Klw als instrument voor bedrijfsspecifieke verantwoording is dan ook slecht uitvoerbaar, slecht handhaafbaar en ongewenst voor een duurzame zuivelketen. Invoering kan uitmonden in een kater voor zowel veehouders als de zuivel. Hoe spijtig ook voor veehouders die zich reeds rijk hebben gerekend (al dan niet warm gemaakt door adviseurs), zij doen er verstandig aan niks meer van de KLW verwachten. Beter kunnen ze zich richten op een plan-B. Bijvoorbeeld: koeien afstoten zolang de slachtprijzen nog redelijk zijn en het vervangingspercentage minimaliseren en de jongveestapel daarop aanpassen. Ook verhoging van de efficiëntie van het bedrijf blijft aantrekkelijk. Daarbij kan de Klw bruikbaar zijn. En dan als management-tool, dus niet om extra productieruimte te creëren, maar om kosten te besparen. Nu geen productieruimte met de Klw is even slikken, maar nog altijd beter dan straks een zware kater.
Wouter van der Weijden van de Stichting Centrum voor Landbouw en Milieu schreef bovenstaande tekst in samenwerking met Frits van der Schans, CLM Onderzoek en Advies. Boerderij drukte afgelopen vrijdag een alternatieve versie van deze tekst af en verzamelde kritieken.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Engelbert, we zijn het eens dat draagvlak belangrijk is. Je hebt gelijk dat koeien het in moderne stallen beter hebben dan vroeger in de grupstal. (Hoewel ik de ligboxenstal niet als ideaal zie, maar dat terzijde). Ook mee eens dat we veel meer burgers moeten laten zien hoe het er in de moderne melkveehouderij aan toe gaat.
Maar wat nog altijd het meest aan draagvlak bijdraagt zijn koeien in de wei, zo blijkt uit meerdere enquetes. Burgers zien die koeien niet alleen op de ene open dag per jaar, maar dagelijks vanuit de auto, trein of de fiets.
Wouter, tja ik denk wel dat je een punt hebt en ik twijfel ook wel of je gelijk hebt; ik heb in een discusdie jaren geleden al eens ingebracht dat NL de randstad van Noord-West Europa wordt, de landbouw verplaatst zich naar gebieden met meer grondoppervlak.
Echter we moeten ook iets aan het draagvlak sturen. De afstand tussen beeldvorming en werkelijkheid is ook aanzienlijk. Vergeleken met hoe mijn vader koeien hield hebben we nu al een melkveeindustrie. Bij open dagen zijn bezoekende burgers altijd onder de indruk hoe goed koeien het nu hebben in vergelijking met de simpele houderij van de jaren 60-80 van de 20e eeuw. Maar hoeveel % van de consumenten verdiept zich wel eens in de werkelijke situatie?
Engelbert, de weg die je schetst leidt naar de melkvee-industrie. Efficiëntie hoog (?), draagvlak nul. Ietsje meer fantasie graag.
Wouter, als je de stal in staat bent om urine en vaste mest te separeren dan zal de ammoniakemmissie niet veel anders zijn dan bij weidegang en de mogelijkheden om de mineralen beter te benutten zijn veel groter.
Waarom zou je een droog product niet 150 km kunnen vervoeren tegen dezelfde milieubelasting dan natte organische drijfmest 15 km?
Kiezen inderdaad, of een tussenweg? Een tussenweg tussen tegengestelden is blijven waar je bent en er veranderd niets.
Engelbert, jazeker, het wringt tussen sommige doelen van de duurzame zuivelketen.
In zo'n geval moeten we kiezen of een tussenweg nemen.
Maar je maakt de tegenstellingen groter dan ze zijn. Bedenk bijvoorbeeld dat weidegang minder ammoniakemissie geeft. Je zegt: "Voor het verbouwen van veevoer (hier en in die streken waar we het veevoer vandaan halen) moeten we meer organische mest gebruiken die we (in NL) eerst snel verzamelen om ammoniakemissie te beperken, vervolgens centraal vergisten, raffineren en drogen."
Meer organische mest gebruiken in die streken waar we het veevoer vandaan halen? Je bedoelt toch niet Zuid Amerika? Daar gaat onze mest echt niet heen. Hopelijk ook niet naar Frankrijk en Duitsland. Een grondgebonden bedrijf gebruikt alle mest op het eigen bedrijf of in de nabije omgeving. Minder wegtransport, minder energie, minder CO2. Mooi toch?
Je eindigt met: "Zuivel wordt nergens ter wereld zo efficiënt, effectief en met de laagste milieubelasting per kg melk geproduceerd als in NL, dan moeten we hier de melkveestapel niet krimpen maar in die gebieden waar dat minder efficiënt gebeurt."
Ben je niet aan het dagdromen? De melkveestapel moet WEL moet krimpen, zelfs snel en fors.
Je verhaal lijkt sprekend op het Evangelie van Dijkhuizen. Dat ligt op ramkoers met zowel de Nederlandse samenleving als Europa.
Het lijkt me dus volkomen terecht dat de zuivel veehouders niet alleen gaat afrekenen op efficiëntie, maar op meerdere doelen. Dat is de enige weg die perspectief biedt. Nu maar hopen dat ze dat op een juiste manier doen.