De geitenhouderij in Nederland is na de Q-koorts in een kwaad daglicht komen te staan. In 9 provincies gelden groeistops. Voor boeren is de productie van geitenmelk niettemin interessant. Ten opzichte van koemelk heeft geitenmelk een hoge marge. Voor omschakelende of deels stoppende melkveehouders is een melkgeitenbedrijf een rendabele activiteit en belegging.

In een persbericht schrijft boerenorganisatie LTO dat melkgeitenhouders "zien dat er grenzen zijn aan ongeremde groei van de melkgeitenhouderij in Nederland". Om te onderzoeken of en hoe de melkgeitenhouders weer draagvlak kunnen krijgen, heeft LTO Geitenhouderij een traject met ketenpartijen en maatschappelijke belangenorganisaties opgezet. De boeren blijken te willen komen "tot een nieuw toetsingskader in samenwerking met bewoners-, diergezondheids- en milieuorganisaties". Jos Tolboom, voorzitter van LTO Melkgeitenhouderij zegt: “Verantwoorde ontwikkeling staat in 2019 hoog op de agenda van onze vakgroep. De tijdelijke bouwstops in 9 provincies maken wel duidelijk dat ongecontroleerde en ongeremde groei niet gewenst is. Er zijn randvoorwaarden en grenzen aan groei. Welke dat zijn, willen we in gezamenlijkheid opstellen in een nieuw toetsingskader. We kijken immers graag vooruit, over het einde van de bouwstop heen.”

De geitenboeren willen weer bouwen en uitbreiden en verkennen daarom of daar ruimte voor is, ondanks de in het recente verleden door de provinciebesturen afgekondigde stops.
LTO - LTO - Home
  • Deel
Druk af