Een steeds terugkerend aspect tijdens de presentaties in Baskenland was de sterk ingebakken coöperatieve bedrijfsstructuur in de samenleving.

Coöperaties
De coöperatieve structuur was ook beperkt tot een specifieke groep. Bij de coöperatieve zuivelfabriek waren de veehouders de leden, en daarnaast waren de werknemers, eh.. nou ja gewoon werknemers. Het was een eye opener voor eigenlijk alle deelnemers aan de reis naar Baskenland, dat daar ook alle medewerkers lid kunnen worden van de coöperatie waarin ze werken.

Mondragon is de grootste coöperatie van Spanje en de zevende grootste onderneming van Spanje. Het is de overkoepelende organisatie van 97 internationaal opererende coöperaties, met een totale jaarlijkse omzet van €12 miljard. De activiteiten lopen uiteen van industriële productie voor de automobielindustrie, elektronische componenten, financiering, distributie tot kennis. Eén bedrijf is Orona, de vijfde grootste liftenproducent ter wereld.

Bij de gezamenlijke coöperaties onder Mondragon werken in totaal 82.000 mensen. De hoogstbetaalden verdienen niet meer dan zes maal het salaris van de laagstbetaalden, zo vertelde Ander Etxeberria, hoofd communicatie van Mondragon (Bergdraak).

Maar waarom zou iemand daar dan een hogere positie willen terwijl het salaris veel lager is dan in een vergelijkbare positie in een private onderneming? zo vroegen eigenlijk alle Nederlandse medereizigers zich af. De directeur van de coöperatie kon onze gedachtegang wel volgen maar had vervolgens een hele duidelijke verklaring. Die kwam er simpelweg op neer dat de secundaire arbeidsvoorwaarden belangrijker zijn dan het maandelijkse salaris. Zo wordt men in principe niet ontslagen, er zijn opleidingsmogelijkheden voor alle kinderen, ruime vakantie en vrije dagen en sociale gelijkheid ongeacht de positie.

Ander EtxeberriaAnder Etxeberria

Etxeberria benadrukt dat de coöperatie het sociale aspect hoog in het vaandel heeft. Vanuit die gedachte is zes jaar geleden gestart met een nieuw concept voor de bedrijfskantine in het hoofdkantoor. Eén van de doelstellingen daarbij is dat de grondstoffen biologisch worden geproduceerd en in principe van binnen een straal van 100 km komen. Vandaar de naam 'Diameter 200'. Uiteraard lukt dat niet voor alle producten, zoals sinaasappels, olijfolie of koffie, maar inmiddels voldoet 74% van de ingrediënten aan die eis. Dagelijks worden er 500 maaltijden geserveerd.

BCC Culinair centrum
De coöperatie Mondragon omvat niet alleen (industriële) productie, maar heeft sinds 1997 ook een eigen Universiteit, met vier faculteiten. Eén daarvan is het in 2009 opgestarte Baskisch Culinair Centrum (BCC), waar studenten een universitaire opleiding kunnen doen in de gastronomie. In Europa was dat voorheen uitsluitend in Italië mogelijk.

De Nederlandse bezoekers waren allemaal buitengewoon enthousiast over deze ultieme integratie van culinaire scholing op universitair niveau. De studenten krijgen in hun opleiding alle aspecten van de gastronomie voorgeschoteld. Dat wil zeggen dat een kok ook alle andere aspecten van de bedrijfsvoering moet leren. En iemand die wellicht manager in een hotel wil worden, doet ook kennis op van koken. Het doel van het Baskisch Culinair Centrum is onderwijs, onderzoek, innovatie en promotie van gastronomie en voeding.

Het BCC is opgericht in samenwerking met topkoks en werkt volgens eigen zeggen samen 11 meest invloedrijke chefs ter wereld.

culinair baskenland

Industrieland op hoog culinair niveau
De groep werd ontvangen door de staatssecretaris van Landbouw van Baskenland, Oroz Izagirre. Hij vertelde hoezeer Baskenland afwijkt van andere Spaanse regio's. Zo is de Baskische economie voor 25% afhankelijk van de industrie, terwijl dat gemiddeld in Spanje slechts 17% is. De primaire sector, landbouw, heeft in Baskenland een aandeel van slechts 1%. De regio is verder als enige regio in Spanje fiscaal autonoom. Dat wil zeggen dat de regio zelf alle belastingen mag heffen en daarvan 6% afdraagt aan de Spaanse centrale overheid. Dergelijke aspecten zorgen mede voor een sterke eigen Baskische identiteit, zowel onder de bevolking als in het totale politieke systeem.

Staatssecretaris Oroz Izagirre

Het beleid van de Baskische regering is er al decennia lang op gericht om de regionale productie en consumptie te stimuleren. "Sinds 7 jaar hebben we ons daarbij specifiek gericht op samenwerking tussen primaire landbouwproductie en afzet naar lokale restaurants. Vanuit de overheid noemen we in ons beleid ook specifiek de term 'Gastronomie' in aanvulling op de algemene term 'Voedselketen'. Eén en ander heeft duidelijk resultaat. Daarbij staat de totale Baskische gastronomie op een hoog niveau. Er wordt wel eens beweerd dat wij de grootste concentratie aan Michelinsterren hebben. Dat klopt niet, maar we hebben we de hoogste concentratie aan pre-Michelinsterren," aldus de staatssecretaris.

Ons culinaire succes is een belangrijk aspect voor onze landbouw
Hij wil daarmee zeggen dat het culinaire aspect en het gastronomische niveau in Baskenland zeer breed in de samenleving zitten ingebakken. "Ons culinaire succes is een belangrijk aspect voor onze landbouw," zegt Oroz Izagirre dan ook. Door die sterke verwevenheid en door de toegevoegde waarde die dat genereert draagt de totale voedselketen 10,7% bij aan het BNP en zorgt voor 13,58% van de totale werkgelegenheid. De primaire productie is dus klein, maar de totale keten is wel degelijk relevant. "En daarnaast promoten we de regionale productie vanwege de bijkomende gunstige effecten voor landschap en natuur. Als overheid vertellen we aan de consumenten dat ze door aankoop van regionale producten bijdragen aan economie, cultuur, natuur, klimaat etcetera."

Tot zover het positieve verhaal van staatssecretaris Izagirre. Tijdens de bijeenkomst komt de vraag aan de orde over het imago van de landbouw in de samenleving, en of specifieke Europese stimuleringsprojecten een positief effect hebben op de landbouw.

Imago van de landbouw
"Het is hier erg moeilijk om jongeren te stimuleren om in de landbouw te gaan werken. Ze zoeken liever een baan in de industrie. Dat levert een hoger inkomen op, een kortere werkweek, meer vakantie en vrije tijd. En ook de boeren zelf zien liever dat hun kinderen in de industrie gaan werken dan dat ze de boerderij over zouden nemen."

Daarnaast promoten we de regionale productie vanwege de bijkomende gunstige effecten voor landschap en natuur. Als overheid vertellen we aan de consumenten dat ze door aankoop van regionale producten bijdragen aan economie, cultuur, natuur en klimaat
Verder blijft het moeilijk om mensen in de stad te overtuigen om speciale regionale producten te kopen. Dat verschilt zelfs binnen Baskenland. In het zuiden is de Rioja-wijn bijvoorbeeld sterk aanwezig. Dat is weer anders dan in de stedelijk-industriële regio rond Bilbao. Het is moeilijk om de verschillende aspecten onder de aandacht te brengen. Soms is duurzaamheid een goed verkoop-argument, soms is het de regionaliteit, en een andere keer is het een kwaliteitsaspect. We moeten meerdere strategieën volgen, aldus de staatssecretaris. Hoe moeilijk een dergelijke promotie is, blijkt uit een voorbeeld dat hij geeft met kaas: "In de stad Bilbao kiezen veel mensen liever voor (bekende) kaas uit de Spaanse regio La Mancha, dan dat men onze regionale kaas koopt."

En dat terwijl de Baskische overheid al decennia de regionale keurmerken stimuleert en promoot. Later horen we van andere Baskische deskundigen dat uit onderzoek naar de bekendheid en koopbereidheid blijkt dat het Baskische marktaandeel niet zo opvallend hoog is als we zouden vermoeden. Ook daar blijkt dat de prijs voor consumenten uiteindelijk een belangrijk aspect is.

Het gemiddelde bruto inkomen in Baskenland ligt met €33.896 weliswaar hoger dan gemiddeld in de EU, maar daartegenover staat dat de kosten van levensonderhoud navenant hoger zijn.

Conclusie
In de vijfdaagse excursie naar Baskenland hebben we een grote hoeveelheid informatie voorgeschoteld gekregen. De Baskische organisatie had, samen met LTO, een intensief, uitgebreid en divers programma samengesteld. De Basken hebben ons laten zien hoe de Baskische landbouw is gestructureerd. We hebben geleerd dat coöperaties zeer zeker nog een plaats kunnen hebben in de moderne (ook geïndustrialiseerde) maatschappij. Naast alle informatie die we van de Baskische organisaties kregen, bleek ook zeer sterk hoe graag zij op hun beurt wilden leren van de Nederlandse landbouw. Met name werd regelmatig gevraagd naar ontwikkelingen met betrekking tot intensivering en hoogstaande technologie.

Ondanks de mogelijkheden om informatie te vergaren en uit te wisselen via internet, is tijdens deze reis gebleken dat persoonlijke contacten een overduidelijke meerwaarde hebben. Praten over voedsel, productie, verwerking, en afzet gaat minstens zo goed tijdens voortreffelijke maaltijden met wijn en cider. Zouden we een tegenbezoek uit Baskenland net zo ruimhartig én smakelijk kunnen invullen?

cider proeven BaskenlandCiderproeverij

Fotocredits: Lourens Gengler voor FL Media
Dit artikel afdrukken