Het lijkt erop dat Nederland een nieuw kabinet heeft. Hetzelfde als het vorige, qua partijen en premier. Helemaal nieuw is het boerenbeleid.
Melk van het Noorden brengt een plaatje van het aanzien. Geen vergezichten of vage kringlooplandbouw meer, maar een grootschalige ruilverkaveling. Van de nu nog ruim 1,8 miljoen hectare landbouwgrond, blijft straks maar 0,85 miljoen over om intensief op te boeren.
Op het merendeel van de huidige landbouwgronden zal dan ook veel extensiever geboerd moeten worden. Wie daar wil boeren, zal zijn verdienmodel moeten leren inrichten rond recreatie, natuur- en waterbeheer.
Op die 0,85 miljoen hectare kan de Nederlandse boer doen waar hij wereldwijd bekend om staat: heel efficiënt produceren. Minder, maar grotere boeren zullen dat blijven doen, mogelijk met nog wat meer productie dan nu per hectare of dier. In totaal wordt duidelijk dat de Nederlandse landbouwproductie zal dalen, zowel dierlijk als plantaardig van akkerbouw.
Of het plaatje ook daadwerkelijk de basis is voor het grondbeleid voor de landbouw is nog niet helemaal zeker, maar Melk van het Noorden gaat ervan uit dat het plan dicht bij de nieuwe beleidswerkelijkheid zit. Daarmee zal het plan de grootste ruilverkaveling worden sinds het einde van de jaren '50 van de vorige eeuw toen de landbouw werd klaargemaakt voor verdere intensivering. Rutte IV zet de omgekeerde weg in en houdt minder dan de helft van de intensieve gronden in stand.
Melk van het Noorden brengt een plaatje van het aanzien. Geen vergezichten of vage kringlooplandbouw meer, maar een grootschalige ruilverkaveling. Van de nu nog ruim 1,8 miljoen hectare landbouwgrond, blijft straks maar 0,85 miljoen over om intensief op te boeren.
Op het merendeel van de huidige landbouwgronden zal dan ook veel extensiever geboerd moeten worden. Wie daar wil boeren, zal zijn verdienmodel moeten leren inrichten rond recreatie, natuur- en waterbeheer.
Op die 0,85 miljoen hectare kan de Nederlandse boer doen waar hij wereldwijd bekend om staat: heel efficiënt produceren. Minder, maar grotere boeren zullen dat blijven doen, mogelijk met nog wat meer productie dan nu per hectare of dier. In totaal wordt duidelijk dat de Nederlandse landbouwproductie zal dalen, zowel dierlijk als plantaardig van akkerbouw.
Of het plaatje ook daadwerkelijk de basis is voor het grondbeleid voor de landbouw is nog niet helemaal zeker, maar Melk van het Noorden gaat ervan uit dat het plan dicht bij de nieuwe beleidswerkelijkheid zit. Daarmee zal het plan de grootste ruilverkaveling worden sinds het einde van de jaren '50 van de vorige eeuw toen de landbouw werd klaargemaakt voor verdere intensivering. Rutte IV zet de omgekeerde weg in en houdt minder dan de helft van de intensieve gronden in stand.
#59 Frans Aarts
Je mag van een betrouwbare overheid verwachten dat ze zich niet dom of meesterlijk gedraagt maar een objectief beleid voert in het belang van haar inwoners.
Het niet verlenen van derogatie leidt er alleen maar toe dat het kunstmestgebruik stijgt. Dit is niet in het belang van het milieu drijfmest moet afgevoerd worden en kunstmest met de hoge CO2 uitstoot moet aangevoerd worden. Bovendien is kunstmest uitspoelingsgevoeliger vooral bij regen. Ook hier wordt weer te weinig gemeten en is het meer een modellenberekening (waar kennen we dit nog meer van).
Het past ook niet in de kringlooplandbouwgedachte zoals gepropageerd wordt door degene die de vragen over de voor- en nadelen van de derogatie gesteld heeft. Hij snapt dus zelf niet wat kringloop is maar dat wisten we al.
De politiek heeft het steeds over het verbeteren van het verdienvermogen van de boer maar ze hebben het recentelijk alweer verslechterd (GLB gelden ,nitraatactieprogramma en nu bij het mislopen van de derogatie).
#62 Gert, dat is niet wat ik bedoelde. Ik heb het niet over dromen en werkelijkheid, maar over hoe je de dingen neerzet. Daar heb ik de laatste tijd over nagedacht, hoe bepaalde zegswijzen worden nagepapagaaid, en hoe anderen meelezen en ook napapagaaien. Als je in #41 Liegen en bedriegen, dat maakt niet uit, dat is standaard, neerzet, dan is dat jargon wat mij rechtstreeks lijkt te komen van het wappie en anti-overheidsgebeuren. Feitenvrij, er wordt niks aangetoond, maar klinkt wel lekker. Ik moet aannemen wat er geschreven wordt.
Hele volksstammen bezigen dergelijk taalgebruik, tot hier op Fl aan toe.
That's all.
PS, jij stelt het als vraag: 'Om je droom te verwezenlijken, moet je de werkelijkheid onder ogen zien?', dat weet ik niet. Er lijkt een tegenstrijdigheid in, want als je de werkelijkheid ziet, droom je toch niet? Waar je dan wel mee bezig bent?
N. van Rooij #56 . Zoals je zegt is er veel te laat gestart met de voorbereiding van het 7de Nitraatactieplan. Daar zou de minister van geleerd moeten hebben voor het volgende. Dat heeft ze m.i. niet, gelet op haar m.i. door een lezer niet te verteren antwoord (met minstens één taalfout) op de inspraakreactie van het Interprovinciaal Overlegorgaan (IPO). Dat is mijn conclusie nadat ik die zeven keer zeer nauwgezet had gelezen; is er iemand die haar antwoord echt snapt? Ik denk dat ze bedoelt 'Jongens en meisjes, daar heb ik helemaal geen zin in'. Provincies zijn bestuurlijk verantwoordelijk voor de implementatie van ondermeer de Kaderrichtlijn Water. Voor hen geldt dus ‘niet lullen maar poetsen’. Maar oordeel zelf.
Inspraakreactie:
IPO pleit om tijdig (al in 2021) duidelijkheid over het afwegingskader te geven. Dit afwegingskader zou de procedure, doelstellingen, indicatoren, (tussen)evaluatiemomenten, tijdpad, beslismomenten moeten bevatten. Dit om al tijdens het 7e actieprogramma bij te kunnen sturen dan wel tijdig een besluit te nemen over de in het 8e actieprogramma op te nemen extra maatregelen. Tevens is daarbij aangedrongen op een landelijk proceskader (eind 2021), waarin rollen en taken van partijen (sector, regionale partijen én Rijk) in het kader van de gebiedsgerichte aanpak concreet zijn gemaakt. Aanvullend hierop stelt RBO Rijn-Oost dat de balans opmaken met betrekking tot de gebiedsgerichte aanpak vanuit het DAW in 2024 te laat zal zijn om de KRW doelstellingen nog te halen in 2027. Een effectieve, resultaatgerichte gebiedsspecifieke aanpak zou daarom eerder opgepakt kunnen worden.
Reactie minister LNV:
- Het 7e AP bevat een gebiedsgerichte benadering voor de wateropgaven aansluitend bij de GAW aanpak met DAW. Zoals tot nu toe ook geldt, vormen de wettelijke verplichtingen voor Nederland zich als lidstaat het uitgangspunt bij een vrijwillige aanpak. Dat betekent dat bovenop de basisverplichting voor duurzame bouwplannen in 2023 en de teeltvrije zones er ruimte is voor vrijwillige maatregelen om de waterkwaliteit verder te verbeteren evenals een maatwerkaanpak voor de inzet van teeltvrije zones in een gebied.
- Met de waterschappen en andere betrokkenen zal in 2022 een afwegingskader ontwikkeld worden om vanuit een goede monitoring te kunnen bepalen of en welke aanvullende maatregelen in een gebied moeten worden ingezet om de waterdoelen tijdig te realiseren.
- Het Rijk blijft het DAW zien als een vrijwillige aanpak van de sector met gebiedspartijen om bovenwettelijke inspanningen te realiseren ten behoeve van de waterkwaliteit. Daarom wil het Rijk geen verplichtingen koppelen aan DAW deelname.
Bij het bespreken van reacties noemt ze de indieners steeds bij hun naam, maar kennisinstellingen veegt ze naamloos op één hoop. Ach, het is maar wetenschap. Of ziet ze liever niet publiek gemaakt wie wat vindt? Minstens onfatsoenlijk maar waarschijnlijker schandalig.
#60 Franc Eric, dat rijmt heel goed, het omschrijft het verschil tussen droom en werkelijkheid. Om je droom te verwezenlijken, moet je de werkelijkheid onder ogen zien?
En wat te doen met de gemiddelde 22,5 kg stikstofdepositie die naast natuurgebieden ook per jaar op landbouwgronden terecht komt? Dat is extra stikstof die bij de teelt van gewassen niet in de mestboekhouding is berekend en onbenut blijft. Die extra stikstof wordt daarmee onderhevig aan uit/afspoeling naar oppervlakte en grondwater en gaat onverlet meetellen bij gevonden gehaltes stikstof in oppervlakte en grondwater.
Het kan niet zo zijn dat beperkende maatregelen voor stikstof alleen bij gewasteelten van toepassing is. Die depositie van extra stikstof zal er altijd zijn naast de stikstofgiften uit mest.
Ook al halveer je de mestgiften voor gewassen (inclusief fosfaat en kalium), dan nog zal door onbenutte stikstof uit depositie de gehaltes in oppervlakte en grondwater hetzelfde blijven dan vóór halvering van de mestgift.
Stikstofdepositie op landbouwgrond meetellen, daarna pas een 7de actieprogramma of derogatie oordeel.