Gisterenavond werd op Foodlog bekend dat de derogatie mogelijk toch weer beschikbaar komt na de mestfraude en andere affaires die Nederlandse boeren geen best imago bezorgden bij de autoriteiten in Brussel. Van hen hebben ze toestemming nodig om af te wijken van beperkende regels ten aanzien van het gebruik van mest. Overvloedig gebruik van dierlijke mest op het land vervuilt de bodem en het grond- en oppervlaktewater. Omdat Nederland gunstige groeiomstandigheden voor grasland kent, mag ons land van de beperkende regels afwijken van Brussel. De ontheffing daarvoor heet derogatie, een regeling waar Nederlandse boeren al vele jaren gebruik van maken. Ze hebben er zelfs hun bedrijfsomvang op gebaseerd omdat ze de derogatie als een gewoonterecht zijn gaan beschouwen.

Uit een document dat gisteren in beperkte kring bekend werd, blijkt dat het Nitraatcomité van de Europese Commissie op 4 april aanstaande stemt over een document dat de derogatie opnieuw aan Nederland moet verlenen. Boerenblad Nieuwe Oogst meldde dat voor boeren verheugende nieuws gisteravond laat nog.

Aan verlenging is een duidelijke voorwaarde verbonden, zo valt uit de Engelstalige versie van de concept-beschikking te lezen:

Op papier is fraude gemakkelijk te verheimelijken, dat wil zeggen: fraude is heel lastig hard te bewijzen bij de rechter als het harde bewijs in de bodem en het water is opgegaan en administraties bestaan uit manipuleerbare getallen
Over the recent years the implementation by the Netherlands of their manure management policy, including compliance with Implementing Decision 2014/291/EU, has suffered some set-backs leading to a situation where there are concerns over possible fraud. This exceptional situation requires the Netherlands to step up its efforts in preventing fraud in the implementation of its manure policy. While the 6th Action Programme already provides for measures aimed at reinforcing the control and inspections with a view to improving overall compliance with the rules of the Dutch manure policy, additional efforts need to be deployed to foster effective implementation and full compliance. Those efforts should include the establishment of an enhanced enforcement strategy, taking into account also the provisions of Directive 2008/99/EC of the European Parliament and of the Council . The strategy should be based on an independent assessment of compliance with the rules on Dutch manure policy and contain specific measures aiming at further strengthening inspections and controls and a clear methodology to EN 5 EN establish sufficiently dissuasive penalties and sanctions. It is therefore justified to limit the duration of the derogation so that it expires on 31 December 2019 in order to enable the Netherlands to fully implement the enhaced enforecement strategy.

In de door ons licht aangepaste vertaling van Deepl.com: De afgelopen jaren heeft Nederland enige tegenslagen ondervonden bij de uitvoering van zijn mestbeheerbeleid, inclusief de naleving van Uitvoeringsbesluit 2014/291/EU. Dat heeft geleid tot bezorgdheid over mogelijke fraude. Deze uitzonderlijke situatie dwingt Nederland zijn inspanningen ter voorkoming van fraude bij de uitvoering van het mestbeleid op te voeren. Hoewel het zesde actieprogramma reeds voorziet in maatregelen ter versterking van de controle en inspecties met het oog op een betere algemene naleving van de regels van het Nederlandse mestbeleid, moeten extra inspanningen worden geleverd om een doeltreffende uitvoering en volledige naleving te bevorderen. Deze inspanningen moeten de vaststelling van een verstevigde handhavingsstrategie omvatten, die rekening houdt met de bepalingen van Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad. De strategie moet gebaseerd zijn op een onafhankelijke beoordeling van de naleving van de regels inzake het Nederlandse mestbeleid en specifieke maatregelen bevatten om inspecties en controles verder te versterken, alsmede een duidelijke methodologie om EN 5 EN voldoende afschrikkende sancties vast te stellen. Daarom is het gerechtvaardigd de duur van de derogatie te beperken tot 31 december 2019 om Nederland in staat te stellen de aangescherpte handhavingsstrategie volledig ten uitvoer te leggen.

Daar staat met zoveel woorden dat Nederland voor de beperkte periode van nog krap 2 jaar meer dierlijke mest op het land mag brengen dan de EU-regels bepalen, mits de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een deugdelijke controle op de naleving kan garanderen en duidelijke strafmaatregelen bij fraude weet te ontwikkelen. Maar hoe doe je dat? Die vraag stelde de landbouwminister Carola Schouten toen ze de mestfraude die begin dit jaar via de NRC publiek werd, achteraf ook nog eens ontdekte in het inmiddels verlaten bureau van een voormalige topambtenaar.

De fraude was allang bekend bij de overheid, maar er werd niet op gehandhaafd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ook de NVWA zich afvraagt hoe je permanent bij iedere weide een politieagent kunt neerzetten terwijl je de handhavingscontroles toch een beetje betaalbaar wilt houden. Fraude is heel lastig hard te bewijzen bij de rechter als het harde bewijs in de bodem en het water is opgegaan en administraties bestaan uit manipuleerbare getallen.
Minister Schouten zei niet met elke vracht mest een controleur te willen meesturen. Van Brussel mag ze nu - als het Nitraatcomité op 4 april positief besluit - tot eind 2019 laten zien dat ze de fraudes niettemin onder controle heeft.
Dit artikel afdrukken