In totaal maakte de EU in 2020 bijna 2,9 miljard kilo ijs. Daarvan gaat 8% (232 miljoen kilo) naar klanten buiten de EU. Na Duitsland, Italië, Frankrijk, Spanje, Engeland, Polen en België is Nederland de achtste grote ijsmaker van Europa. Gemeten naar bevolkingsomvang produceert België het het meeste ijs van de EU.

Met een bevolking die ongeveer een vijfde aantal mensen telt ten opzichte van de Duitse, produceert ons land 18,4% (in 2019: 17,9%) van het volume van Duitse ijsmakers. Hoewel de productie en bevolkingen soortgelijke verhoudingen laten zien, exporteert Nederland 32% van zijn ijsproductie, terwijl productiekampioen Duitsland het bij 4,5% houdt. Frankrijk gaat tot 11,4%. IJsspecialiteitenland Italië blijft steken op 3,9% en België klimt een beetje naar ons niveau met 7,9%. Dat blijkt uit statistieken van Eurostat.

RTL dook in de verhalen achter de cijfers en suggereert dat Nederlandse ijsmakers uitblinken in veganistisch ijs. Dat zou in het buitenland populairder zijn dan in eigen land. Marjan de Jong is eigenaar van De Jong's IJs. Ze exporteert ongeveer 60% van haar productie naar het buitenland.

Volgens De Jong zijn Nederlanders minder op duurzaam ijs gefocust dan haar buitenlandse klanten. "Ons ijs is duurzaam en klimaatneutraal. Dat klopt in het plaatje." Maar er is nog een andere belangrijke reden waarom veganistisch ijs in bijvoorbeeld China erg aanslaat: meer dan vier van de vijf Chinezen zijn lactose intolerant. Omdat ze niet goed reageren op melk zoeken ze plantaardige alternatieven en daar zijn Nederlanders goed in, om dat te maken.

Een tweede reden voor ons succes zou toe te schrijven zijn aan de variatie in smaak. Je kunt het zo gek niet bedenken of we maken er wel ijs van. Dat is nog van goede kwaliteit ook, aldus kookboekauteur Susan Aretz. Een goed voorbeeld is het bedrijf van Nel en Marloes de Jong uit Zoeterwoude. Ze hebben 16 smaken ijs in de vitrine liggen. Ook al ligt de boerderij aan een doodlopende straat, de klanten rijden er graag voor om. Toch is het niet zo dat iedereen blij wordt van een nieuwe smaak. "We probeerden ooit weleens aparte smaken. Dan zagen we op een ijsbeurs nieuwe smaken, zoals drop. Onze klanten keken daarvan op. Ze wilden graag even een lepeltje proberen. "Oh, lekker", zeiden ze dan. "Maar doe mij toch maar gewoon aardbei."

De statistieken laten geen verbijzondering naar typen ijs zien, zodat niet vast te stellen valt of de Nederlandse export drijft op smaak of de vegan trend. Nederland heeft vooral een omvangrijke internationale handelsstroom in levensmiddelen waarop ook consumptie-ijs nadrukkelijk meelift zoals de vergelijking van de Nederlandse cijfers met de echte Europese ijskampioenen aantoont.

Update: 7 augustus 11u25
In verband met een verwarring tussen de jaren 2019 en 2020, corrigeerden we zojuist de cijfers. Nederland is goed voor 4% van de productie in de EU in plaats van 3,5%. Bij een dalende markt (met 9%, 290 miljoen liter - aanzienlijk meer dan de totale export buiten de interne markt van de EU) steeg ons aandeel in de productie van de EU. De productie in Nederland steeg met 4,2%. De Duitse steeg met 1,1%. Italië (-8%), Spanje (-18,7%) en Polen (-33,4%) zagen hun producties nadrukkelijk dalen. Omdat voor Frankrijk cijfers ontbreken, kan het verschil met 2019 voor dat land niet worden berekend.
Dit artikel afdrukken