In het vorige week bereikte Europese akkoord over de pulsvisserij is afgesproken dat 5% van de vloot per land mag blijven vissen met pulstuig. Dat komt voor Nederland neer op 10 à 15 schepen. Dus geen 42, zoals tot nu toe in de media - en ook door ons - is gemeld

Hoe zit dat? Het blijkt het gevolg van een 'juridische truc'. Europarlementariër Peter van Dalen, die over de pulsvisserij onderhandelde, zette in overleg met het ministerie van LNV in op een zogenoemde a contrario-regeling. Hij draaide de zaak om. Aan de tekst "er zullen geen nieuwe licenties aan schepen worden afgegeven" gaven de Nederlandse onderhandelaars de uitleg: "alle bestaande vergunningen blijven geldig", aldus de NOS.

Die omdraaiing leidt bij juristen tot opgetrokken wenkbrauwen. De interpretatie 'geen nieuwe schepen met een vergunning' ligt eerder voor de hand dan 'bestaande vergunningen blijven bestaan'. Daarmee lijkt Nederland (opnieuw) voor een in Europees verband controversiële en kwaad bloed zettende koers te kiezen.

In een Kamerbrief schrijft minister Carola Schouten vandaag dat ze helaas nog geen duidelijkheid kan geven aan de pulsvissers, omdat de definitieve uitwerking nog enige tijd in beslag zal nemen.

Schouten lijkt er in de brief vanuit te gaan dat de 42 vergunningen, die verstrekt zijn voor onbepaalde tijd, onder de overgangstermijn zullen vallen. Of dat terecht is, zal ongetwijfeld binnenkort blijken. Wordt vervolgd.

UPDATE, 21 februari 09.00u: het besef dat de Nederlandse interpretatie van het akkoord een zekere mate van 'wensdenken' bevat, dringt door. In De Volkskrant laten betrokken diplomaten het bij "Er staat wat er staat" (5% van de vloot mag pulsvissen) zonder zich aan verdere lezingen te willen wagen. Ook de Nederlandse onderhandelaars en minister Schouten houden zich stil. Europarlementariër Bas Eickhout is scherp: volgens hem geeft 'het gedoe' rond het akkoord aan dat "Nederland niets leert van zijn fouten".

Of Nederland nu straks 7, 10-15, 22 of 42 pulsvissers overhoudt, zal Pim Visser van VisNed, een zorg zijn. "Het is hoe dan ook maar tot medio 2021, en dat is overmorgen al", zegt hij. "Daarmee is deze duurzame sector een toekomstperspectief ontnomen."
Dit artikel afdrukken