Van de Nederlandse wateren is 40% niet bereikbaar voor de paling. Dat blijkt uit het rapport dat onderzoeksorganisatie RAVON donderdag naar buiten bracht. Met circa 60.000 stuwen, gemalen en sluizen is Nederland Europees koploper op het gebied van hindernissen voor vis, schrijft NatureToday. Het gaat de paling dan ook slecht.

Paling wordt geboren in de bij Mexico gelegen Sargassozee. Na een lange trektocht komt de jonge paling - dan nog glasaal geheten en geliefde smokkelwaar - aan bij de Europese kusten. De paling zoekt het zoete binnenwater (kustwateren, rivieren, sloten, beken) op om op te groeien. Aan zijn leefgebied stelt de jonge paling weinig eisen. In beginsel is het waterrijke Nederland een ideale habitat.

Ware het niet dat 40% van de 100.000 hectare potentieel leefgebied (waaronder 330.000 kilometer sloot) voor de paling onbereikbaar is. Ondanks de maatregelen die al sinds 2009 in het kader van het Aalbeheerplan genomen worden om de palingstand te verbeteren, zoals het uitzetten van glasaal en het aanleggen van vispassages. Die laatste blijken weinig effectief: driekwart van de vispassages laat geen paling door, constateerde RAVON in de twee jaar van het onderzoek. In de praktijk is dus nog veel meer dan de nu geconstateerde 40% van het leefgebied voor de paling onbereikbaar.

Om daar aandacht voor te vragen en verdere kennisdeling onder de Nederlandse waterbeheerders te bevorderen, reikte RAVON vorige week de eerste Power to the Paling-prijs uit. De prijs ging naar het aan het IJsselmeer gelegen waterschap Zuiderzeeland. Want de verschillen zijn groot: bij het minst scorende waterbeheerder is 16% van het areaal bereikbaar, bij het waterschap Zuiderzeeland is dat 90%.

  • Deel
Druk af