Jan Willem Erisman is directeur van het Louis Bolkinstituut en hoogleraar aan de VU. Hidde Boersma schrijft als journalist voor de Volkskrant, de Groene Amsterdammer, de Correspondent en de VPRO-gids. Hij is medeauteur van het boek Ecomodernisme en debuteerde vorig jaar met de documentaire Well Fed, over het effect van de Europese weerstand tegen genetische modificatie op het leven van arme boeren in Bangladesh.

Er leek bijna sprake van rolwisseling. Erisman, keurig gekleed en van huis uit chemisch procestechnoloog, vertolkte in het debat de positie van de agro-ecoloog die streeft naar en natuurinclusieve landbouw. Hidde Boersma, hip gekleed en lang haar, is van huis uit bioloog en promoveerde in de moleculaire biologie. Maar als ecomodernist verwacht hij juist veel van technologie, inclusief gentech.

Dieren houden niet van landbouw. Daarom moeten we zorgen dat er meer voedsel op minder land wordt geproduceerd
Agro-ecologen zien de mens als actief participant in het ecosysteem, onderworpen aan de wetten van de natuur, die "in samenwerking met de natuur" en het slim manipuleren van levensprocessen zowel de productie kan verhogen als de natuur in stand kan houden. Ecomodernisme is een nieuwe stroming die pleit voor hoogproductieve landbouw op een zo weinig mogelijk oppervlakte, met inzet van alle mogelijke middelen, om zoveel mogelijk grond over te houden voor natuur. Het ecomodernistisch manifest positioneert de mens als heerser over de natuur en kijkt voor oplossingen naar de technologische vindingrijkheid van de mens.

Hidde Boersma: "We moeten meer produceren op minder land en de rest teruggeven aan de natuur"
Boersma start met een grafiek die de ontwikkeling van de wereldwijd in gebruik zijnde hoeveelheid landbouwgrond laat zien. Het aantal hectares stijgt licht tot 2009. Daarna treedt een daling op die naar verwachting zal doorzetten. Het totale landbouwareaal fluctueert in deze periode tussen de 1,3 en 1,6 miljard hectare.


Ecomodernisten constateren dat het areaal vrij stabiel is rond 1,5 miljard hectare en willen dat er geen natuur meer wordt omgezet in landbouw. Dit betekent volgens Boersma dat de landbouw in de komende dertig jaar hogere opbrengsten moet gaan leveren op dezelfde hoeveelheid grond. Het streven is om zo veel te produceren dat het landbouwareaal zelfs naar beneden kan: die kan dan worden teruggegeven aan de natuur.
Boersma vertelt dat uit onderzoek van Ben Phalan (Cambridge) blijkt dat intensieve landbouw in combinatie met teruggeven van grond aan de natuur veel beter werkt dan natuurinclusieve landbouw. Phalan ging naar de Andes, Uruguay, Mexico, Polen en Oeganda om de impact van landbouw op allerlei dieren te bekijken en kwam overal tot dezelfde conclusie. Dieren houden niet van landbouw. Daarom moeten we zorgen dat er meer voedsel op minder land wordt geproduceerd.

Betekent dit dat intensieve boeren ongebreideld hun gang mogen gaan? Nee, de intensivering kan worden bereikt met ecologische technieken zoals intercropping en natuurlijke plagenbestrijding, maar ook met gentech en meer speciaal CRISPR-Cas9. Ook moeten er consumptieve maatregelen worden getroffen. Overmatige vleesconsumptie veroorzaakt een grote verspilling van landbouwgrond. Dat rechtvaardigt een belasting op vlees die de consumptie en productie daarvan afremt. Boersma toont een foto van een plantenburger op basis van genetisch gemodificeerde plantencellen die hemoglobine produceren; met andere woorden, deze hamburger bloedt net als echt vlees! Zo kunnen we komen tot een wereld met meer voedsel en meer natuur.

Wij willen juist naar een natuurinclusieve landbouw die de weerbaarheid van het natuurlijk systeem vergroot met biodiversiteit. Je combineert dan landbouwnatuur met hoge productiviteit
Jan Willem Erisman: "We moeten streven naar hoogproductieve landbouwnatuur"
Erisman wil "ecologie slim combineren met technologie vanuit systeemdenken". Dat lijkt op wat de ecomodernisten ook willen, maar hij komt tot een andere aanpak. Hij begint met een afbeelding waarin foto's van monoculturen worden geplaatst tegenover beelden van biodiverse agrarische landschappen. Wijzend op het monoculturenlandschap zegt hij: "Dit is het gevolg van ecomodernisme. Het is niet het landschap waar we van kunnen genieten. Wij willen juist naar een natuurinclusieve landbouw die de weerbaarheid van het natuurlijk systeem vergroot met biodiversiteit. Je combineert dan landbouwnatuur met hoge productiviteit."

Erisman denkt dat we in het Westen in te hoge welvaart leven om de noodzaak tot een duurzame transitie echt te voelen. Daarom is leiderschap nodig. We kunnen grote doelen op de lange termijn (2050) benoemen, met betrekking tot bodem, lucht, water, biodiversiteit, landschap, natuur en gezond voedsel.

De intensieve landbouw is gericht op productie en neemt de negatieve effecten van bepaalde middelen voor lief. De natuurinclusieve landbouw is primair gericht op de inzet van de juiste middelen en neemt een kleinere productie voor lief. Agro-ecologen en ecomodernisten zijn het volgens Erisman wel eens over de duurzame doelen. Hij pleit daarom voor een pragmatische aanpak. "Als je het eens bent over de doelen, kan je de route ernaartoe vrij laten."

In de natuurinclusieve landbouw wil men terug naar 1995. Ik ga liever terug naar de situatie van 100 jaar geleden
Discussie
Boersma wil nog niet meteen naar die verzoening. "Ik wil het radicaler" zegt hij. “Natuurinclusieve landbouw is te veel een lapje voor het bloeden. Wij hechten allebei waarde aan akkervogels, die geëvolueerd zijn met akkerbouw. In de natuurinclusieve landbouw wil men terug naar 1995. Ik ga liever terug naar de situatie van 100 jaar geleden. Als we landbouw echt efficiënt maken, kunnen we met 1/6 van het huidige areaal toe."

Erisman protesteert: "Hoe kom je tot zo'n hoge productie? Hoe regel je dan de toevoer van stikstof, bij een hoge bodemkwaliteit? Dan kom je onherroepelijk uit op substraatteelt. Maar dan gaan we het gezonde voedsel kwijtraken. De nieuwste inzichten in het microbioom maken duidelijk dat er vele verbanden zijn tussen het microbioom in de bodem en dat in onze darmen, en dat dit van doorslaggevend belang is voor de opbouw van onze weerstand en gezondheid. Het is essentieel om te kijken hoe je het microbioom in de voedselketen houdt. Bij natuurinclusieve landbouw produceer je gezond voedsel."

Boersma: "Ik denk dat een hoge productie ook duurzaam kan, met inzet van microbioom en mest. Ook de WUR wil zoveel mogelijk duurzaam produceren."

Erisman: "Maar het dominante paradigma is nog steeds zoveel mogelijk opbrengst."

Vanuit de zalen komen vragen.

De rol van de bodem
Natasja Oerlemans (WNF) wijst erop dat in het verhaal van Boersma de bodemverarming ontbreekt. "Ik ben geïntrigeerd door je grafiek van het landbouwareaal. Die grafiek oogt constant, maar achter die grafiek gaat het feit verborgen dat er miljoenen hectaren landbouwgrond zijn gedegradeerd door de landbouw, waardoor miljoenen hectaren bossen gekapt zijn. Ik ben het daarom met Jan Willem Erisman eens: je moet de productie niet maximaliseren maar optimaliseren, zodat je de bodemvruchtbaarheid in stand houdt. Daar bespaar je misschien wel meer natuur mee dan je er met intensivering bij wint."

Boersma: "Het is een misvatting dat intensieve landbouw leidt tot degradatie. De grootste bodemverarming in de landbouw vindt plaats in Afrika, waar niets wordt teruggegeven aan de grond. Wat mij betreft streven we inderdaad naar optimalisatie in plaats van maximalisatie. Geen ecomodernist wil landbouw waarmee de bodem eraan gaat. Dat kan. Duurzaam en intensief kunnen samengaan."

Leon Veenstra, student Future Planet Studies: "De gangbare landbouw gebruikt veel “gemijnde” bronnen zoals fosfaat en fossiele brandstoffen. Als je de productie wilt verhogen ga je die grondstoffen nog meer uitputten. Hoe zie je de mogelijkheden van biologische landbouw?"
Boersma antwoordt: "De milieu-impact van biologisch is anders dan die van conventioneel, maar niet minder. We moeten vooral drastisch terug in vleesconsumptie. Het hele verhaal begint met minder vlees eten."

Herstel van verarmde gronden en minder vlees eten
Wouter van der Weijden: "Als ik me goed herinner, is er ongeveer één miljard hectare gedegradeerde landbouwgrond die we kunnen opwaarderen. Onlangs sprak Willem Ferwerda van Commonland in deze debatreeks. Hij wil die gedegradeerde gronden weer productief maken door de bodem te herstellen. De geiten moet er dan uit, er moet goede bemesting komen met compost, eventueel ook kunstmest. Is dat iets waar jullie elkaar kunnen vinden?"
Erisman: "Het gaat ons beiden om de vruchtbaarheid van de grond. Maar Hidde wil die vruchtbaarheid nastreven met technische middelen, terwijl wij inzetten op natuurlijke middelen."
Boersma: "Maar als we minder vlees gaan eten, valt de tegenstelling weg."

Erisman: Het gaat ons beiden om de vruchtbaarheid van de grond. Maar Hidde wil die vruchtbaarheid nastreven met technische middelen, terwijl wij inzetten op natuurlijke middelen.
Boersma: Maar als we minder vlees gaan eten, valt de tegenstelling weg
Leegloop van het platteland
Peter Erik Ywema (wiens fietstocht van Nederland naar Spanje op Foodlog te volgen was): "Als je het over landbouw hebt, heb je het niet alleen over bodems, maar ook over het leven op het platteland. Op mijn fietstocht naar Spanje zag ik veel dode dorpen. De ouders adviseren hun kinderen naar de stad te gaan. Dat wordt nog erger als je verder gaat intensiveren."
Boersma: "Daar heb ik geen probleem mee. Laat het maar natuur worden."
Erisman: "Maar het boerenleven op het platteland heeft ook veel sociaal-culturele aspecten die waardevol zijn."

Nachtegaal of menselijk kapitaal
Een lid van het Transitieplatform: "Je kunt de impact op boeren niet negeren, dan loopt elk duurzaamheidsbeleid vast. Je hebt participatie nodig in de fijnste lagen van de maatschappij. Mensen moeten de kans hebben om aan de veranderingen mee te doen. Het is belangrijk om de discussie met z'n allen te voeren."
Dick Veerman geeft een ervaringsoordeel: "Ik woon in Frankrijk in zo'n verlaten dorpje. Wat was het daar prachtig tot iemand daar weer een wijngaard ging aanleggen. We hadden er tientallen nachtegalen, daarna waren ze jarenlang bijna allemaal weg."
Een man in de zaal: "Ik ben in andere dorpjes geweest. Het boeren wordt onmogelijk gemaakt. Je moet zorgvuldig omgaan met het menselijk kapitaal. Dat moet je ook meenemen als je over duurzaamheid praat."

Boerenlandbouw of agro-industrie?
Boersma: "Ik vind dat er harde keuzes gemaakt mogen worden. Boeren op marginale gronden wordt nu de hand boven het hoofd gehouden. In de landbouw van ecomodernisten heeft de boer een plaats, maar ook een transitie van boeren die moeten stoppen."
Piet van IJzendoorn: "In jouw visie komt het voedsel in handen van een agrosysteem waar individuele boeren en burgers part noch deel aan hebben. Je legt het dan in handen van de agro-industrie. Input en output wordt dan het belangrijkste waarop gestuurd wordt. Maar de landbouw is van oudsher een cultuursysteem, waarin boer en burger een relatie hebben met elkaar en met de bodem, planten en dieren in hun omgeving. Die relaties zijn belangrijk in een harmonisch systeem. Biodiversiteit is de basis van dit systeem. Daarom snap ik jouw verhaal niet goed."

Boersma: "Ik ga een stuk voor de Volkskrant schrijven over dit debat, waarin ik die vraag wil meenemen. Wat is het goede leven? Hoe verhouden we ons tot de natuur? Ik heb daarover een fundamenteel ander gezichtspunt."
Van IJzendoorn: "Ja, ik kijk als boer. Jij als wetenschapper."

Landbouwjournalist Johan Oppewal van Boerderij volgde het debat met verbazing en vroeg Boersma of hij het goed had gehoord. Vond Boersma inderdaad dat Erisman niet ver genoeg ging in het desintensiveren van de Nederlandse landbouw en dat natuurinclusieve landbouw slechts een doekje voor het bloeden is? "Ja", zei Boersma. Hij vindt dat de intensieve landbouw in Nederland te ver is doorgeschoten en natuurinclusief zal dat te weinig veranderen.

Moderator Dick Veerman besloot het minidebat met een vraag aan de zaal: "Hoe groot zijn de verschillen eigenlijk? Denkt u daar eens rustig over na."

Inmiddels verscheen in de Volkskrant een pleidooi van Jan Willem Erisman voor een agro-ecologische landbouw in samenwerking met Michiel Korthals die recent het boek Goed eten publiceerde en die morgen in Trouw staat met een interview over dat boek. Het stuk van Boersma moet nog verschijnen.

Deze tekst is licht bewerkt door de redactie van Foodlog op basis van het complete verslag van het slotdebat van de serie It's the Food my Friend, waarvan de eerste versie daags na het debat op Foodlog verscheen.

Update, zaterdag 2 juni 18.05 uur: Hidde Boersma lichtte op twitter vragen toe die in de draad hieronder aan de orde zijn.
Dit artikel afdrukken