Daarmee vertelt de auteur maar het halve verhaal. Volgens nutriëntenbalansstudies voor bossen zitten er twee kanten aan het verzuringsverhaal. De voedingsstoffen in de bosbodem moeten met elkaar in evenwicht zijn. En daar kan het mis gaan. Aan de ene kant heb je de toevoer van verzurende stikstof via depositie. Anderzijds worden elementen die belangrijk zijn om die stikstof te compenseren, zoals calcium, kalium en magnesium, uit de bossen afgevoerd. Dat laatste door de bosbeheerders die hout uit de bossen oogsten. Staatsbosbeheer oogst bijvoorbeeld jaarlijks ruim 300.000 kuub hout uit de Nederlandse bossen. Daarbij worden er geen voedingsstoffen teruggegeven aan het bos in de vorm van bemesting.
De deposities van stoffen als calcium en kalium vanuit de lucht zijn erg laag en kunnen gemakkelijk onvoldoende zijn om de afvoer van voedingsstoffen met het hout, te compenserenAanvoer en afvoer voedingsstoffen uit evenwicht
De Nederlandse bossen worden voor een belangrijk deel ‘bemest’ via deposities uit de lucht. In die zin is een zekere mate van stikstofdepositie ook wenselijk. De deposities van stoffen als calcium en kalium vanuit de lucht zijn erg laag en kunnen gemakkelijk onvoldoende zijn om de afvoer van voedingsstoffen met het hout, te compenseren.
In een rapport van Alterra (voorheen Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek) staat het zo: ‘Afvoer van stamhout en tak- en tophout leidt tot een afvoer van daarin aanwezige voor planten en dieren belangrijke voedingsstoffen. Doordat in Nederland stikstof in relatief ruime mate aanwezig is door depositie, kan afvoer van voedingsstoffen de verhouding van stikstof met de andere voedingsstoffen, zoals fosfor en magnesium, in onbalans brengen. Fosfor komt, eenmaal afgevoerd, maar langzaam opnieuw beschikbaar, terwijl stikstof door de depositie relatief snel aangevuld wordt. Iets dergelijks wordt geconstateerd bij heideterreinen, waar bepaalde plantensoorten en vooral grotere insecten in aantal achteruit gaan’. (Bron: Aanzet voor een Adviessysteem voor oogst uit het bos, Alterrra, 2014).
Eenzijdig verhaal desastreus voor natuur
De eenzijdige benadering van natuurorganisaties bij het zoeken naar de oorzaak van de teloorgang (stikstof landbouw) kan nog veel schadelijker zijn voor de natuur dan de stikstofdepositie zelf. Door bewust oorzaken buiten beeld te houden, weet je zeker dat je het probleem niet gaat oplossen. Daarbij moet worden bedacht dat het stikstofverhaal een lange adem nodig heeft, terwijl natuurbeheerders vandaag al actie kunnen ondernemen. Een dergelijke eenzijdige benadering van het zure-bossen-probleem past niet bij een organisatie die zegt de wetenschap (science) hoog in het vaandel te hebben. Maar erger nog, de koolmezen zijn de dupe.
Deze column van Geesje Rotgers verscheen eerder in v-focus.
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Goede insteek Jopie Duijnhouwer,
Die niet onbelangrijke kant merkte ik nooit op. Het lijkt ook logisch, want het rapport verscheen tijdens de inzet op de neoliberale beleidslijn van "ondernemend natuurbeheer" en ook de inzet op forse vergroting van energie uit biomassa. Het is de lijn die vooral VVD en CDA onder Rutte-I met voortvarendheid uitrolden.
Bij de formulering en de uitwerking van de Rijksnatuurvisie 2014 binnen neoliberale kaders is het totaal onwelgevallige informatie. De lijn is immers dat men liefst ook alle takhout ter plekke versnippert en afvoert.
Het is een onbegrijpelijk geheel vanuit ecologisch gezichtspunt. Al vóór de vroege middeleeuwen moet het meeste van de ooit fikse Veluwse strooisellaag al op akkertjes van onze eerste agrariërs met gemengd bedrijf verdwenen zijn. Daarna hebben de daardoor ontstane heidevelden de basis gevormd voor het potstalsysteem.
Voor het Veluwse natuurbeheer en het daarmee terugwinnen van biodiversiteit is terugwinnen van een strooisellaag essentieel. Het is ook de basis voor de lijn die ik in mijn nota's uitwerkte met "Zichzelfvernieuwende Wildernis als Topnatuur" als hoofdlijn. Voorwaarde is dat natuur vooral weer maximaal zichzelf mag zijn.
En vandaar ook mijn lijn, dat de financiering van natuur resultaatsbeloningen als uitgangspunt moet hebben. Daarom het voldoen aan de voorwaarden:
a. Herstel van de natuurlijke samenstellen met grofweg maximaal een derde naaldhout, minimaal een derde open terrein en overigens gemengd bos vooral om ook te voldoen te voldoen aan een natuurlijke grondwateraanvulling: de Kaderrichtlijn Water.
b. De juist gestuurde begrazing via zo laag mogelijke gemiddelde aanwas onder de grazers.
c. Het belonen naar de mate, waarin ook overdag begrazing plaatsvindt met ook de recreatief hoge meerwaarde.
c. In de na te streven doelen moeten de Vogel- en Habitatrichtlijn de maat voor de na te streven kwaliteit zijn.
Zodra deze doelen naar resultaten worden beloond, zullen natuurbeheerders zelf het meest effectieve beheer bepalen. Het is aan hen om uit te maken, welke onderzoeken en maatregelen nodig zijn. De overheid is verlost van het stelsel van projecten en subsidiesystemen. Mijn inschatting is dat een beloningssysteem van die 20 cent per kuub leidingwater van die nu 33½ cent BOL [Belasting op Leidingwater] is de praktijk - via het wegvallen van de subsidiesystemen vrijwel budgettair neutraal voor de overheid als totaal zal kunnen zijn in het vlak van beheer.
Het geheel past ook in de neoliberale lijn om vooral de markt taken te laten uitvoeren. Natuur als gemeenschapsgoed verdient een dergelijke maatschappelijke ondersteuning. De t bereiken resultaten zijn indrukwekkend:
1. De verhoging van de gemiddelde grondwaterstand met twee meter op de Veluwe heeft enorme voordelen. Antiverdrogingsbeleid zit in het beheer.
2. Met de omvorming van de samenstelling van de vegetatie via halvering van het naaldhout en inrichting verkleinen de kansen op onbeheersbare natuurbranden fors.
3. De risico's van natuurbranden worden fors verlaagd door voldoende begrazing en vraat van de grazers waarmee de schrikbarende omvang van hoog overjarig gras verdwijnt en daarmee ook elimineren van de onacceptabele hoeveelheid teken.
Dus wat mij betreft: niks geen 'ondernemend natuurbeheer' via het maximaal oogsten van hout en wild. Laat de natuur vooral zichzelf zijn binnen de natuursystemen. Zo lang de wolf en andere predatoren zal men in hun doseren van grazen en vraat moeten voorzien met 1/6 voedsel naar plaats, tijd en duur op de juiste wijze afschermen. Op de Veluwe gaat dat voor 5/6 fout en in de Oostvaardersplassen voor 5/6 juist goed. Maar helaas krijgt dat voor 1/6 fout juist alle aandacht.
Er is nog een wereld te winnen!
Marcel Vossestein , wat betreft de impact van afvoer van dierlijke producten tov houtoogst is die eerste te verwaarlozen. Bij de afvoer van 300.000 m3 stamhout voer je grofweg 150.000 kg calcium af; bij het afvoeren van 150.000 kg wild heb je het over ongeveer 2.500 kg calcium.
Meest opmerkelijk is dat wetenschappers, natuurclubs en media de jacht met de meeste zorg mijden. In de faunabeheerplannen is er wel aandacht voor de (ernstige) mineralentekorten op de Veluwe. #10
>>Schade aan fauna (soort zelf)
Voor de populaties van grote hoefdieren geldt dat de grootte daarvan in Nederland niet beperkt wordt door natuurlijke predatoren. Het aantal dieren dat in een gebied kan leven, hangt vooral af van het voedselaanbod in de verschillende perioden van het jaar. Groei van de hoefdierpopulaties kan daarom in bepaalde gevallen leiden tot voedselstress. Voedselstress kan leiden tot schade flora en fauna. Door terreineigenaren wordt overigens genuanceerd gedacht over de gevolgen van voedselstress en de ethische aspecten daaraan verbonden. Daarbij komt dat leefgebieden van edelherten, damherten en wilde zwijnen in Nederland betrekkelijk voedselarm zijn. Migratie naar voedselrijkere gebieden is praktisch uitgesloten. Door lagere dichtheden na te streven kan er voor worden gezorgd dat er relatief voldoende voedsel en leefruimte beschikbaar blijven. Een punt van waakzaamheid betreft het geringe mineralen aanbod in het systeem Veluwe, dat zich bij hogere dichtheden dan de huidige mogelijk gaat uiten in de vorm van gebreksverschijnselen bij de dieren. Binnen de huidige wijze van beheer worden deze niet waargenomen. Het niet meer beheren van wildweiden zorgt ervoor dat de zoete breedbladige grassen worden verdrongen, dit geeft tijdens mastarme jaren een extra bottleneck voor wilde zwijnen.<<
Maar daarin voert men het ten tonele met dat:
"Een punt van waakzaamheid betreft het geringe mineralen aanbod in het systeem Veluwe, dat zich bij hogere dichtheden dan de huidige mogelijk gaat uiten in de vorm van gebreksverschijnselen bij de dieren. Binnen de huidige wijze van beheer worden deze niet waargenomen."
Men misbruikt het voor het uitgangspunt "geen hogere dichtheden". Lagere dichtheden vertaalt men in (extreem) lage dichtheden. Dus een jaarlijks schrikbarend afschot van 5.000 tot 8.000 dieren. Dit is de basis om jaarlijks 150 tot 180 ton wild - inclusief mineralen en vooral ook kalk - uit de Veluwse natuur af te voeren.
De 'natuurlijkheid' van de jacht komt uiterst kwalijk tot uitdrukken als het afschot in de 'beheerperiode' van acht maanden vertaald wordt in ecologische capaciteit. Daarin staat het doden 5.000 tot 8.000 dieren gelijk met een plaag van 1.000 tot 1.400 wolven. Die verschijnen plots en verdwijnen ook steeds weer.
En ondanks de huidige vrijwel totale verdwazing - die op zich een radicalisering vormt - slaagt men erin om ook deze jachtvormen als natuurbeheer te bestempelen.
Vanmorgen een genuanceerde reactie van professor Wim de Vries bij Vroege Vogels.
De bijdrage van de houtkap op afvoer van nutriënten uit het ecosysteem schat hij op 10 % tijdens het hoogtepunt van de zure depositie. Die zou nu iets hoger kunnen zijn, omdat de verzuring wat is gedaald. Tegelijk wordt er ook minder hout geoogst.
Is het dan toch de landbouw? Voor een flink deel (60%) wel, de rest is afkomstig van industrie en verkeer. Ook is niet ammoniak de enige boosdoener, ook NOx én zwavel spelen een rol. Wim de Vries brengt nog veel meer nuances aan, luister zijn bijdrage maar terug (9:20). Tegelijkertijd dit weekend een artikel in Trouw over de vervuiling van drinkwaterbronnen door meststoffen.
Een mooi onderwerp voor Foodlog om eens tot de bodem uit te zoeken?
Dank voor de waardering. #8Harry van den Burg. Bij een presentatie inzake de verdrogingsproblematiek van de Veluwe ontdekte ik dat met de Belasting op Leidingwater [BOL] de productie van leidingwater de grootste maatschappelijke waarde in geld vormt. De huidige Veluwe 'produceert' met de huidige begroeiing zo'n €380 per hectare. Als het areaal naaldhout wordt gehalveerd, verdubbelt dat tot zo'n €760 per hectare.
Alle overige inkomsten bronnen blijven er ver bij achter met €90 voor houtoogst en €60 voor 'faunabeheer' in de vorm van wildoogst. Daarnaast vorm de vergoeding voor openstelling met €90 en projecten €40 het sluitstuk voor exploitatie.
Het was voor mij de basis voor een resultaatgericht belonen van de natuurbeheerders met:
Al voor zes cent per adres iedere dag Topnatuur!
Bij het toerekenen van een ‘inkoopprijs’ van 20 cent per m3 [van de 31 cent BOL] ontstaat een budget van 220 miljoen euro. Met een 700.000 hectare Topnatuur ligt er jaarlijks per hectare een gemiddeld budget van meer dan 300 euro per hectare in het verschiet.
Een goede methode zou zijn om met die jaarlijkse 220 miljoen euro een Natuurfonds te vormen. Dat voorkomt dat na wisseling van Kamermeerderheden of begrotingsverschuivingen alle rompslomp om vrijwel alle onderdelen van natuurbeleid en -praktijk aan te moeten passen. Vanuit het fonds ontvangen de terreinbeheerders naar rato van hun natuurprestaties een beloning. Inzake die beloning zullen vooral hun prestaties inzake de biodiversiteit voorop moeten staan. Nu voorziet een meting op landelijk representatieve punten enkel in een nationale waardering. Als de scores per natuurgebied bekend zijn, ontstaat een per terrein te herkennen meerwaarde. Juist dat zal in hoge mate bijdragen aan effectief beleid. Bepalend voor de beloning kan het percentage zijn naar de mate, waarin aan het betreffende criterium voor het betreffend terrein voldoet met een maximum per criterium per hectare:
VOGELRICHTLIJN € 45
Afhankelijk van de aanwezigheid van de mate waarin de doelsoort voorkomt.
HABITATRICHTLIJN €45
Mate, waarin het gebied aan de gestelde criteria voldoet.
VOLDOENDE FAUNA €45
De mate, waarin dieren in een voldoende aantal aanwezig zijn, blijkt uit een minimale aanwas. Zo krijgen de edelherten in de Oostvaardersplassen gemiddeld zo'n 0,6 kalf per hinde en op de Veluwe bijna het dubbele.
30% OPEN TERREIN/ KWR € 45
Zandverstuiving, heide en structureel begraasde grasvegetatie voegen het meeste hemelwater aan het grondwater toe.
< 30% NAALDHOUT e. d./ KWR € 45
Naaldhout gebruikt een maximum aan hemelwater en voegt het minste toe aan het grondwater. Deze inzet betekent halvering van het areaal naaldhout op de Veluwe, dat nog bijna een eenzelfde omvang heeft als bij de aanplant voor mijnbouw als mijnhout.
ZICHTBARE+WERKZAME FAUNA €45
Voor de natuur is structurele begrazing uitgangspunt. Soms is vanwege de afwezigheid van predatoren - als de wolf - een juiste afscherming naar plaats, tijd en duur nodig. De meest kwetsbare planten zijn vaak lievelingskostjes van grazers en via de grootste trefkans breken predatoren de begrazing het meest frequent af.
De grote uitdaging
Kijkend naar de resultaatmeting en de huidige situatie en praktijken zadelt deze aanpak de terreineigenaren met geweldige uitdagingen op.
• Mits men het eigen terrein goed kent en ook de nodige praktische kennis heeft, liggen zowel begrazing om biodiversiteit te behouden en vergroten de scores inzake de Kaderrichtlijn Water al snel binnen bereik.
• Na een onmiddellijke start met het afvoeren van hout en biomassa voor het terugbrengen van het areaal naaldhout, populieren en wilgen zal het inkomstenverlies uit jacht en beperktere houtkap direct meer dan volledig kunnen compenseren.
• De doelen inzake een werkzame en zichtbare fauna als ook een voldoende fauna vereisen een maximaal gedisciplineerd en daarop afgestemd gedrag bij alle menselijke activiteiten in de terreinen.
• Meest weerbarstig zijn de doelen inzake de biodiversiteit zelf, de Habitat- en Vogelrichtlijn.
• Nederland kampt met onacceptabel grote achterstanden inzake de biodiversiteitdoelen om die direct voor alle terreinbeheerders echt volledig haalbaar te laten zijn.
• Wel zal het totaal aan scores al snel voldoende kunnen voorzien in het compenseren van het wegvallen van jachtinkomsten en de opbrengstgedreven houtkap.
Mijn voorstel zal voor de overheid vrijwel zeker budgettair neutraal zijn, omdat een hele reeks aan specifieke bijdragen als anti-verdroging en extra maatregelen inzake stikstof niet langer nodig zijn. Omdat achter de huidige modus een hele structuur van private verdienmodellen schuilgaat, blijkt het lastig om vanuit die sectoren steun voor de voorstellen te krijgen. Daarnaast spreekt deze vorm van resultaatgerichte privatisering de neoliberaal gestuurde politiek niet aan.
Met mijn nota “De Veluwe als fontein van Topnatuur” voeg ik het uitvoeringskader toe aan mijn nota “Zichzelf Vernieuwende Wildernis als Topnatuur". Dit bestand bevat beide.
Mijn bijdragen zijn te vinden op de inspraaksite inzake de Rijksnatuurvisie 2014
[url=https://www.pleio.nl/file/owner/Vossestein#]
Er waren wel lovende woorden over mijn inbreng als inzake de Omgevingsvisie Veluwe. Maar vervolgens deed met er niets mee.
>>M. Vossestein
De inspreker wijst de provincie op de mogelijkheden van extra grondwateraanvulling voor de Veluwe in combinatie met natuurontwikkeling. Hierbij is de relatie tussen grote hoefdieren en vegetatie van groot belang. De inspreker laat zien dat deze ontwikkeling goed is voor het grondwatersysteem van de Veluwe.
Wij zijn op de hoogte van de relatie tussen vegetatie en grondwateraanvulling. Uw integrale benadering van ecologie en Veluwesysteem is goed onderbouwd en interessant. Er spreekt visie en bevlogenheid uit. Wij erkennen het belang van de Veluwe voor de drinkwatervoorziening nu en in de toekomst en zijn geïnteresseerd in de effecten van klimaatverandering op de vegetatie, sprengenbeken en kwelsystemen aan de Veluweranden.<<