Twee recente artikelen trokken mijn aandacht: een column van ecoloog Patrick Jansen (WUR) in Trouw en een interview met Liesbeth Bakker (NIOO-KNAW) over rewilding. Beide teksten roepen de vraag op wat we onder natuur verstaan. Is er in Nederland natuur en wat is de positie van de mens in of ten opzichte van 'de natuur'?

Wat in Nederland natuur genoemd wordt, is in feite een lappendeken van landschapsmusea
Voor een moderne mens in de 21ste eeuw wordt het beeld van natuur gevormd door de camera van David Attenborough of National Geographic. Met beelden die de suggestie wekken van een oernatuur, uit een tijd voor de mens over de planeet zwierf. Natuur als dat deel van de wereld waaruit de mensen weggedacht zijn. In Nederland heeft Ruben Smit met De Nieuwe Wildernis zijn bijdrage geleverd aan dit beeld, met als ondertitel 'ongerepte wildernis in een dichtbevolkt land'.

Wildernis- versus cultuurnatuur
Het gebruik van het begrip natuur introduceert verschillende problemen. Tegenover de 'wildernisnatuur' staat cultuur, dat wat door mensen gemaakt is. En het Nederlands landschap is volledig door mensen gemaakt. De grofweg 100 generaties Nederlanders die in deze delta woonden en leefden hebben bossen gekapt, beken gereguleerd, moerassen drooggelegd, veengebieden afgeplagd, woeste gronden ontgonnen en bossen weer aangeplant. Geen vierkante meter is ongemoeid gebleven, zelfs de Delta en het Waddengebied worden op allerlei manieren geëxploiteerd of gemanipuleerd.

Met dat alles samen hangt de vraag of mensen tot de natuur horen of daar buiten staan.

Wat in Nederland natuur genoemd wordt, is in feite een lappendeken van landschapsmusea, zoals Patrick Jansen het omschrijft: gemengd loofbos uit de tijd vóór de mens ging kappen, heide als resultaat van overexploitatie van de zandgronden aan het eind van de 19de eeuw, blauwgraslanden, etc.

Dat wordt mooi geïllustreerd door onderzoek naar pollen in afzettingen van sommige meren. De ontwikkeling in de vegetatie in de tijd is voor bijvoorbeeld het Uddelermeer vastgelegd in pollendiagrammen die de metersdikke lagen sediment van deze oude pingo hebben opgeleverd: een perfect vegetatiearchief over een periode van 10.000 jaar.
Het pollendiagram van het Uddelermeer laat een verschuiving zien van een dennen/berkenbos zo’n 10 tot 12.000 jaar geleden naar een eiken/beukenbos (vanaf 9.000 jaar geleden). Heidepollen verschijnt vanaf 3.000 jaar (zeg maar 100 generaties) geleden. Roggepollen worden gevonden vanaf de Romeinse tijd. Daarna is er de henneppiek mooi zichtbaar, van rond 1600-1700. Hennep werd vooral gebruikt voor touw, zeil en kleding.

Als er in dit pollendiagram één constante aan te wijzen is, is het wel verandering, die voor een deel te maken heeft met klimaatverandering, en in de laatste 3.000 jaar met menselijke activiteit. Dat zijn niet veel meer dan 100 generaties en vermoedelijk heeft geen enkele generatie het landschap achter gelaten zoals het die aangetroffen heeft. Daardoor zal ook de fauna continu veranderd zijn. Typisch Nederlandse weidevogels als kievit, grutto en tureluur zijn van origine steppevogels. Waarschijnlijk komen de meeste van deze soorten van de Russische steppes. Ze konden pas in Nederland neerstrijken toen het bos gekapt was en er wei- en akkerland voor in de plaats kwam. Hetzelfde geldt overigens voor soorten als de huismus en waarschijnlijk ook de boerenzwaluw.

Daartegenover staan de grote zoogdieren die door onze verre voorouders intensief bejaagd werden en verdwenen zijn. Onderwijl gedogen we het kleinere grut als edelhert en wild zwijn soms plaatselijk. Over de wolf kan ik maar beter zwijgen. Biodiversiteit is belangrijk zolang het voor Homo economicus leuk blijft.
Natuurinclusieve landbouw (NIL) lijkt mij een tegenspraak in termen. Landbouwers en veetelers zijn continu bezig hun omgeving (waterpeil, nutriëntenvoorziening, flora en fauna) te manipuleren. Het streven van NIL is de scherpe kantjes van het landbouwsysteem af te halen, maar heeft niets met natuur te maken, al zijn het buitengewoon sympathieke maatregelen die zeker een positief effect kunnen hebben op de populaties van sommige insecten en vogels.

Omdat bijna alle natuurgebieden in feite een lappendeken van landschapsmusea zijn, kan maar heel weinig aan “de natuur” overgelaten kan worden. De natuurlijke situatie (de situatie zonder menselijk ingrijpen) van Nederland is bos, en als je ergens een hoekje grond vergeet, staat het binnen een paar jaar vol zaailingen van berk of wilg. Natuurlijk grasland komt in Nederland niet voor, met uitzondering van schorren. Om heide of blauwgrasland in stand te houden moet er regelmatig geplagd of gemaaid worden.

Het is dan ook ongemakkelijk om te spreken over natuurbouw en natuurherstel: over welke natuur hebben we het? Is natuur het gemengd loofbos dat het overgrote deel van Nederland zou bedekken als de mens niet ingrijpt, of het kaalgevreten land van de Oostvaardersplassen, heide, blauwgrasland?

In feite wil Bakker het wensbeeld (de grote paarse heide) loslaten en de mens als manager van biodiversiteit een stapje terug te laten doen
Wensnatuur is duur, laat het aan de natuur over
Natuur in Nederland is duur. De kosten voor natuur- en landschapsbeheer bedroegen in 2017 zo’n €1,2 miljard, voor een gebied van ongeveer 740.000 hectare. Wie zich een idee wil vormen over hoe verknipt dit landschapsbeheer is, raad ik aan 5 minuten door dit document te bladeren. Het is bijna absurd om tot te lezen tot in welk mate van detail natuur beheerd wordt om de gewenste toestand te realiseren. Het is voor mij dan ook moeilijk om tot een andere conclusie te komen dan dat natuurbeheer in Nederland vooral neerkomt op grootschalig tuinieren.

Het interview met Liesbeth Bakker daarentegen is een verademing. Haar uitgangspunt, rewilding, is het beheer aan 'de natuur' over te laten. In feite wil zij het wensbeeld (de grote paarse heide) los laten en de mens als manager van biodiversiteit een stapje terug te laten doen. Ze is tevens wijs genoeg om zich te realiseren dat er regelmatig ingegrepen zal moeten worden in gecreëerde incomplete ecosystemen, zoals de Oostvaardersplassen of de Amsterdamse Waterleidingduinen.
Dit artikel afdrukken