De VBBM, de vereniging van kringloopboeren en pleitbezorgers van het bovengronds aanwenden, richtte zich tot de Nationale Ombudsman. De VBBM vond zich onvoldoende gehoord in de discussies rond de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) en het ammoniakbeleid. Concreet zegt de VBBM dat er geen wetenschappelijke onderbouwing bestaat voor het nu voorgestelde ammoniakbeleid. Een heet hangijzer, waar ook op Foodlog al diverse malen aandacht aan is besteed.

Uit het persbericht:
De Nationale Ombudsman is een onderzoek gestart naar de wetenschappelijke onderbouwing van het ammoniakbeleid. Aanleiding voor dit onderzoek is de klacht die de Vereniging tot Behoud van Boer en Milieu (VBBM) hierover heeft ingediend bij de Ombudsman. De VBBM betwist de effectiviteit die door wetenschap en overheid wordt toegeschreven aan emissiearme aanwending. Ook betwist zij de emissiefactor die wordt toegeschreven aan bovengronds aanwenden van mest. Volgens de VBBM wordt die factor veel te hoog gesteld. Kern van de klacht is volgens de vereniging: ”Het rekenmodel dat ten grondslag ligt aan het vaststellen van ammoniakemissies moet tegen het licht worden gehouden. Wij hebben aanwijzingen dat dit rekenmodel niet betrouwbaar is,” aldus Diana Saaman, die namens de VBBM de klacht indiende. “Het grote effect dat door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) wordt toegerekend aan emissiearme bemesting, blijkt geenszins uit de werkelijke metingen van het RIVM. Uit de metingen blijkt nagenoeg geen effect.”

Samengevat betreft de klacht die de Ombudsman in onderzoek neemt, de volgende: “Verzoekers klagen erover dat het huidige mestbeleid en de daaruit voortvloeiende verplichtingen niet zijn gebaseerd op onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek waarbij alle wetenschappelijke inzichten, waarnemingen en metingen betrokken worden. Voorts klagen verzoekers erover dat het Ministerie van Economische Zaken opdrachten voor wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van het mestbeleid belegt bij de groep wetenschappers die onderzoek baseren op de modelberekeningen, waardoor andere inzichten buiten beschouwing blijven.”

Saaman: ”Concreet betekent dit dat de Ombudsman gaat toetsen of er binnen de ‘wetenschappelijke elite’ die thans bepalend is voor het mestbeleid, teveel sprake is van elkaar de hand boven het hoofd houden en vriendjespolitiek. Ook wordt getoetst of de VBBM voldoende onderbouwde antwoorden krijgt op haar vragen van de verantwoordelijke overheidsinstanties, of met een kluit het riet in wordt gestuurd.”

Smalle wetenschappelijke basis
“Ruim twintig jaar geleden zijn er enkele metingen op proefveldjes gedaan om emissie bij diverse technieken van aanwenden te bepalen. Sindsdien wordt de emissie alleen berekend. Een rekenmodel ligt eigenlijk ten grondslag aan het ammoniakbeleid”. De VBBM wil dat de gebruikte rekenmodellen, waarop regelgeving is gebaseerd, getoetst worden aan actuele en representatieve emissiemetingen waarbij ook veranderde omstandigheden in het bedrijfsmanagement, die invloed hebben op ammoniakemissie, worden meegenomen. “De ammoniakconcentratie, die dagelijks op acht meetpunten wordt geregistreerd, laat geen daling zien van ammoniak sinds de invoering van allerlei emissiebeperkende maatregelen.” Onderdeel van de klacht is ook dat de overheid alleen put uit de kennis van een klein groepje wetenschappers. Onderzoekers die destijds emissiebeperkende maatregelen hebben bedacht, krijgen de opdracht deze zelf te evalueren en waar nodig stellen zij structureel de uitkomsten van het rekenmodel bij. Daarnaast hebben deze wetenschappers ook weer zitting in adviescommissies van de overheid zoals de CDM en de TCB. ”Wij stellen de onafhankelijkheid ter discussie. Wetenschappers die met andere inzichten komen, worden niet betrokken bij het beleid. Het overheidsbeleid als het gaat om het ammoniakdossier lijkt gegijzeld te worden door een wetenschappelijke elite.”

Geen effecten van emissiebeperkende maatregelen
VBBM stelt op basis van wetenschappelijke inzichten dat na 1997, vier jaar na de invoering van ondergronds mest aanwenden, de ammoniakconcentratie begint te dalen, dat was namelijk het moment dat de aanvoer in de vorm van stikstof uit mest afneemt. Effect van het emissie arm bemesten is niet terug te vinden in gemeten ammoniak concentratie, alleen in het rekenmodel. Wel blijkt de stikstofexcretie door de Nederlandse veestapel een direct verband te houden met de gemeten ammoniakconcentraties in de lucht (MINAS: tussen 1998 en 2006: lagere N-excreties -> daling ammoniakconcentratie. Voor 1998: weinig veranderende N-excreties-> geen noemenswaardige verandering in de ammoniakconcentratie). De VBBM:” Het is onvoorstelbaar dat het RIVM en het PBL deze relevante informatie niet overnemen en doorvertalen in hun taak als adviesorganen voor overheden over de effectiviteit van emissiearme aanwending.”

Doel van klacht
Diana Saaman: ”Voor een deugdelijk Ammoniakbeleid moeten de feitelijke emissies en deposities frequent worden vastgesteld. Bepaald moet worden wat daarvan de gevolgen zijn voor milieu, biodiversiteit en agrarische sector (bijv bodemgesteldheid). Dat betekent vervolgens dat vastgesteld moet worden hoe deze onderwerpen gedefinieerd moet worden. Ook moet de vraag gesteld worden: welke meetinstrumenten zijn er om beleidseffecten te meten en hun economische impact te kunnen evalueren? Dergelijke voor de hand liggende zaken, zijn sinds 1993 in feite niet aan de orde geweest.
Daar is slechts één woord voor: treurig. De werkelijke belangen van natuur en boer zijn buiten de deur gezet. Het wordt tijd dat de balans van dit beleid nu wordt opgemaakt.”


In april liet staatssecretaris Dijksma de Tweede Kamer weten dat de PAS per 15 juni a.s. zal worden vastgesteld, en per 1 juli wordt ingevoerd. Het lijkt erop dat de PAS heter wordt opgediend dan de staatssecretaris tot op heden verwachtte.

Fotocredits: VBBM
Dit artikel afdrukken