Afgelopen nacht werd een nachtvorst van min 1 graden voorspeld. De komende nachten, met een heldere lucht en kou al aan de grond, kan het kwik naar min 3 of min 4 dalen. Dan zullen de meeste fruittelers weinig van hun bed zien, want dan gaat het er om spannen.

Dat zit zo, vertelt me fruitteeltadviseur Wouter van Teeffelen: voor het gewasstadium waar we nu in zitten is een graadje vorst niet erg, het is nog vroeg. Maar bij zwaardere nachtvorst komen de fruittelers in actie, om hun uitkomende bloesems - en de vruchtbeginsels - te beschermen. Dat doen ze door te beregenen.

Stollingswarmte en onttrekkingswarmte
In tegenstelling tot wat je zou kunnen denken, is het niet het ijslaagje dat de bloesem beschermt. Daarom is het niet genoeg om bij voorspelde nachtvorst de tuinsproeier even aan te zetten en weer rustig naar je bed te gaan. Er komt een proces bij kijken omdat bij de ijsvorming ter bescherming van bloesems alles draait om de vrijkomende stollingswarmte. Niet de kou van het ijs, maar de stolling daarvan zorgt voor de bescherming. Dat betekent dat een teler bezig moet blijven met sproeien om de ijsvorming - en dus de stolling die warmte produceert - aan de gang te houden.

Pas als de temperatuur weer zo hoog is geworden dat het 'ijs uit de bomen valt' mag je stoppen met beregenen. Soms is dat al na een paar uur, soms moet je de nacht doorhalen tot de zon weer schijnt. Bij het smelten van het ijslaagje ontstaat namelijk het omgekeerde van de warmte waar de stolling van ijs voor zorgt: onttrekkingswarmte. Die warmte wordt weer onttrokken aan de zojuist zorgvuldig beregende knoppen en vruchtbeginsels en kan ze dus juist bij het smelten alsnog even laten bevriezen. Nét genoeg om de vrucht in de kiem te smoren.

Van Teeffelen zag afgelopen nacht zijn social media nog niet 'ontploffen', wat wel gebeurt als iedereen aan het beregenen slaat. De telers houden elkaar daarvan op de hoogte. Maar komende nachten is er voor de telers waarschijnlijk geen ontkomen aan. In de boomgaarden hangen meters met melders, die een seintje geven als de temperatuur onder het vriespunt daalt. Waarom was Harrie er dan zo vroeg bij?

Bij Van den Elzen, teler van biologische appels (waaronder de beste appel van Nederland) op de Brabantse zandgronden, bereikte het kwik de afgelopen nacht al min 3 graden. Daarom was hij er als de kippen bij en beregende hij nu al de hele nacht door. "De nachtvorst verzet je gedachten," zegt hij. "Je hebt gelukkig geen tijd om aan iets anders te denken." Dat zegt hij tegen de achtergrond van de Coronacrisis. De boomgaarden van Van den Elzen liggen in het epicentrum van de corona-uitbraak in Brabant bij Uden, in het kleine dorp Zeeland. "Ik hoop dat we straks nog klanten hebben voor onze mooie appels", verzucht hij.

Alternatieven
Siep Koning, directeur van de Nederlandse Fruittelers Organisatie, beaamt de situatie. De afgelopen 2 nachten is maar heel beperkt beregend. Maar de komende nachten wordt het kouder en zullen de telers die kunnen beregenen dat ook gaan doen. In sommige regio's kan dat niet, zegt Koning. "In Zuid-Limburg is geen oppervlaktewater beschikbaar en in Zeeland is het oppervlaktewater te brak. Dat zoute water doet de bescherming van het beregenen weer teniet."

Ook zinvol om te weten: voor sommige fruitsoorten, zoals kersen, is beregenen geen optie. Voor telers van zulk zachtfruit zijn vuurkorven of een overkapping de alternatieven. Of zelfs, iets wat ze in de provincie Zeeland doen, met windmolens de warmere lucht naar beneden stuwen. Ook dat beschermt enigszins aldus Koning.
Dit artikel afdrukken