Alle landbouw is in wezen ‘natuurinclusief’. Natuur en landbouw hebben dezelfde basis, namelijk biologie. Dit zijn geen twee werelden die we moeten scheiden. Ze zijn beiden onlosmakelijk onderdeel van de biosfeer waarin ook wij leven. We moeten daarin juist de synergie zoeken. Met respect voor de integriteit en kwaliteit van onze leefomgeving, de biosfeer.

Het vertrekpunt voor integraal duurzaam beheer van de biosfeer moet het (eco)logisch denken zijn. Verwevenheid van natuur en landbouw in onze leefomgeving, waarbij in de landbouw wordt gestuurd op een bij de omgeving passende efficiënte voedselproductie. Hiermee kan de landbouw een waardevolle bijdrage leveren aan de vele opgaven in ons druk bewoonde, ambitieuze landje: als producent van gezond en goed voedsel met landgebruik dat bijdraagt aan een veerkrachtige leefomgeving met een biodiverse natuur om van te genieten.

De mate waarin en de wijze waarop natuur een rol speelt in de landbouw zal op de ene plek anders zijn dan op de andere plek. Dat gaat van het creëren van omstandigheden die essentieel zijn voor een agro-ecologische landbouwpraktijk, via herstel van agrarische biodiversiteit op en rond het agrarische land, als integraal onderdeel van een gewaardeerd boerenlandschap tot aan een graduele eenheid vormen met de omliggende natuur. Er is geen one-size fits all oplossing voor de verduurzaming van onze landbouw in combinatie met het behoud van onze natuurgebieden. Het vraagt om maatwerk in een gebiedsgerichte aanpak met een plaatsgebonden, locatie specifieke bedrijfsvoering. Natuurlijk gebaseerd op vakmanschap in combinatie met gezond verstand en ondernemerschap. Niet alles kan overal, op dezelfde wijze. Maar Wat Kan Waar Wel is de opgave: gegeven de bodemtypologie, de hydrologische omstandigheden, de potentiële natuurkwaliteit, de vergoeding van landschapsbeheer met ecologische en sociaaleconomische diensten en de marktkansen voor de daarbij passende producten.

De juiste boer op de juiste plaats
Bij dat maatwerk past ook het besef dat niet iedere boer overal op diens plek zit. Vanuit de erkenning en het respect dat de ene boer als ondernemer niet gelijk is aan de andere boer. Juist in die diversiteit ligt de kracht: een keuze om daar te boeren waar jouw interesse, ambitie en expertise als ondernemer het beste tot zijn recht komt, met een verdienstelijk perspectief. De juiste boer op de juiste plaats, een voorzetting op Niet alles kan overal.

Er is geen 'one-size fits all' oplossing voor de verduurzaming van onze landbouw
Staar je niet blind op wat niet kan, maar zoek naar wat wel kan. Met een open vizier: ‘omschakelen’ naar wat gezien de lokale omstandigheden een beter perspectief biedt, of ‘ruilen’ met een boer op een andere beter passende locatie, dan wel ‘stoppen’ omdat er geen aantrekkelijk perspectief meer is.

Ook Nabij natuurgebieden hebben boeren een toekomstperspectief als sprake is van een businesscase van natuurinclusieve landbouw die leunt op de naburige natuur. Dat is een ondernemerskeuze gebaseerd op een bijzondere en tweeledige zorg: je voorziet in voedsel en bent een goede buur van natuur. Niet iedereen kan en wil zo boeren, maar met passie en vakmanschap is er een gezond verdienmodel in te vinden. Een model wat gebaseerd is op zowel de productie van voedsel met een goed verhaal en daarbij horende waarde, als op een eerlijke en structurele vergoeding van maatschappelijke diensten voor de samenleving.

Synergie zoeken
In een gebied met waarde voor zowel natuur en landbouw is de uitdaging om over de grenzen een aaneengeschakeld landschap te vormen waarin zowel perspectief voor natuurherstel als voor een verdienstelijke boeren-business te realiseren is. Op waarde verbonden, op basis van de ecologische samenhang tussen landbouw als natuur. Juist in een landschap met rijke overgangen zijn de omstandigheden voor een interessante biodiversiteit groot. Een boerenlandschap in harmonie met de natuur is een juweel qua leefomgeving. Door natuur en landbouw landschappelijk met elkaar te verweven creëer je zones vol leven die ook nog eens als elkaars buffer kunnen dienen. Bijvoorbeeld door lokale nutriëntenkringlopen te sluiten, slim waterbeheer toe te passen en de natuurlijke plaagbestrijding te faciliteren. Een agrarisch ondernemer is daarin absoluut geen bedreiging van de natuur, maar een bondgenoot als goede buur van de natuur.

Een praktijkvoorbeeld van synergie tussen landbouw en natuur vind je bij de Drentse natuurboerderij de Eytemaheert. Ze beheren hun landbouwpercelen natuurinclusief met diversiteit in bouwplan, kruidenrijk grasbeheer, regeneratief organisch grondbeheer, gedifferentieerd waterbeheer en agrarisch natuurbeheer. Daarnaast betrekken ze in overleg met de terrein beherende organisaties ook het beheer van enkele nabijgelegen natuurgebieden in hun bedrijfsvoering. Middels Bokashi, een manier van composteren/fermenteren, wordt maaisel uit deze gebieden omgezet in een bodemverrijker voor de landbouwpercelen, die daardoor minder bemest hoeven te worden. Hier groeit naast voedsel ook het voer voor de dubbeldoelkoeien, de Groningse Blaarkop. Grazend in de natuurlijke graslanden, of gevoerd met eiwit van eigen bodem als de dieren op stal staan. Zuivel en vlees worden zoveel mogelijk afgezet in specifieke marktkanalen die waarde toevoegt aan het verhaal van het zorgvuldige ‘natuurbuur-boeren’. Zo wordt de kringloop gesloten met oog voor bodem, omgeving, biodiversiteit, lekker voedsel én het economisch bestaansrecht.

Een agrarisch ondernemer is daarin absoluut geen bedreiging van de natuur, maar een bondgenoot als goede buur van de natuur
Nabuurschap is de sleutel
Het succes van een dergelijke vorm van ‘intensieve natuurinclusieve landbouw’ nabij natuurgebieden staat of valt dus bij een nieuwe invulling van nabuurschap. Niet alleen tussen boeren en de sociale omgeving, maar ook tussen boeren en de natuurlijke omgeving. En ook dat dat is wederkerig; je krijgt wat je geeft. Herkenning, erkenning en vertrouwen zijn absoluut noodzakelijk. Begrip voor elkaars ambities en samen werken aan perspectieven in belang van een waardevolle natuurlijke en sociale omgevingskwaliteit, inclusief landbouw. Nabuurschap pur sang dus.

Om dit te realiseren moeten de gepolariseerde en generieke debatten tussen stedelingen en plattelanders plaats maken voor lokaal overleg tussen boeren, buren en bezoekers in het boerenlandschap. Trek de kaplaarzen aan om met boeren en boswachters het veld in te trekken om naar elkaar te luisteren, van elkaar te leren en samen passende plannen voor ‘natuurinclusief maatwerk’ te smeden.

In een serie van 6 artikelen gaan vier (oud)-lectoren van HAS Hogeschool, een HAS-alumnus (winnaar HAS Foodmanship award en lid Food100) en een oud-WUR-directeur op zoek naar opiniërende antwoorden op de vraag of natuurinclusieve landbouw rendabel kan zijn. Dit is deel 5. Hier lees je deel 1, deel 2, deel 3 en deel 4.

Voormalig WUR-directeur Martin Scholten is strategisch adviseur landbouwtransitie.
Dit artikel afdrukken