De Baron beheert een safaripark. Binnen de omheining kan het publiek zich vergapen aan minstens één exotische diersoort. De Beekse Bergen scoren wat aantal en gevaarlijkheid betreft beter, maar toch is het niet anders. Zichtbaar wild trekt en is nodig voor de klandizie.

Seger Emmanuel baron van Voorst tot Voorst wil geen wolf op zijn terrein omdat het roofdier zijn prachtig gehoornde, van oorsprong exotische, moeflons doodt. Daarom moet de wolf volgens hem gedood kunnen worden op zijn terrein of van de hele Veluwe verdwijnen zodat hij geen last van insluipers heeft. Van Voorst is bang dat de wolf de moeflonpopulatie op de Hoge Veluwe uitroeit en dat edelherten meer in roedels gaan leven, waardoor ze voor het publiek minder zichtbaar zijn.

Als de voormalige Algemene Inspectiedienst (AID) van LNV - tegenwoordig onderdeel van de NVWA - vroeger bij een volièrehouder langskwam en een inheemse vogel aantrof zonder de wettelijk verplichte gesloten voetring, was een vette boete onvermijdelijk. Het verweer dat het kleine diertje door een wat te grote maas in het gaas naar binnen was gekropen, deed niet ter zake.

Bij de Hoge Veluwe is dat niet anders. Door een gat in het hek (eigen verantwoordelijkheid van de parkbeheerder) is een wolf naar binnen gekropen waarvoor het park geen vergunning heeft om die in het safaripark (=gevangenschap) te mogen houden. Volgens Van Voorst worden steeds opnieuw en opzettelijk gaten in het hek geknipt door onverlaten.

De NVWA heeft de bevoegdheid, net zoals bij de inheemse vogel, om de wolf in beslag te nemen en voorzien van geldige CITES-documentatie te vervoeren naar zijn oorspronkelijke leefgebied (Duitsland misschien?). Een boete voor de Baron, plus alle kosten voor vangen en transport, en het probleem is opgelost. Gewoon vangen mag niet, zegt de Tilburgse jurist en hoogleraar Trouwborst in De Gelderlander, maar de NVWA mag het wel.
Dit artikel afdrukken