Poppe liet zien hoe de afgelopen vijftig jaar de overheid zich onder invloed van de neoliberale tijdgeest terugtrok. Van hoeder van het moderniseringsproces op het platteland kwam ze in een fase terecht waarin ze moeite kreeg om de scherpe kanten van efficiënte productie en de impact daarvan op het milieu te corrigeren of de consument te helpen met een gezonde leefstijl.
Van een door de staat aangestuurd voedselsysteem is Nederland terecht gekomen in een systeem waarin internationale ketenpartijen dominant zijn en regie lijkt te ontbreken. Er is veel discussie over hoe het verder moet, en dat heeft inmiddels geleid tot een ware cultuur-oorlog met tal van opvattingen, die lang niet allemaal even realistisch zijn, zegt Poppe.
Inkomen zal in veel regio’s niet alleen moeten komen van voedselproductie maar ook van CO2-opslag, energieproductie, langlopende natuur-contracten en lokale diensten. Tegelijkertijd zullen de partijen in de voedselketen nog internationaler wordenRol overheid terug
Hij ziet de corona-crisis als een gebeurtenis die de overheid weer meer bij de economie betrekt en de consument zijn gedrag laat beïnvloeden door zorgen over gezondheid, klimaat en biodiversiteit. Tegelijkertijd betekent de vergaande digitalisering van de samenleving een nieuwe moderniseringsslag waarbij de komst van robots en digitale data-platformen vermoedelijk een invloed zal hebben die even groot als de mechanisering van de landbouw met tractoren en landbouwmachines en de introductie van bestrijdingsmiddelen in de jaren '50 van de twintigste eeuw.
Volgens Poppe is er een rol weggelegd voor de overheid om te zorgen dat de nieuwe moderniseringsslag de Nederlandse welvaart kan vergroten. Met data als een gemeenschappelijke bron voor samenwerking. Als duurzaamheid zo belangrijk is, zouden boeren hun prestatie kunnen rapporteren en de overheid de duurzaamste bedrijven in termen van people, profit, planet kunnen belonen. Waarbij de boer niet zozeer als zelfstandig ondernemer in neoliberale zin wordt gezien maar eerder als manager voor de keten en als beheerder van het landschap. Qua wetgeving horen daar verhandelbare emissierechten bij en in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid de eco-regelingen en onafhankelijke voorlichting die boeren helpt nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen. De wetgever zou ook het data management beter moeten regelen, met eigendomsrechten op data en de verplichting aan ketenpartijen om gegevens digitaal aan boeren en consumenten ter beschikking te stellen, zodat de kosten van dashboards en verslaggeving verwaarloosbaar laag worden.
Contracten verdringen daghandel, nieuwe diensten voor boeren en internationalisering
Voedselbeleid moet er voor zorgen dat er in de keten met die data veel meer transparantie ontstaat over de milieuprestaties van alle partijen via verplichte duurzaamheidsverslaggeving. De trend naar contracten in plaats van daghandel zal toenemen. Daarbij kunnen eco-regelingen en duurzaamheidslabels elkaar versterken via een koppeling. Net als in de landinrichting van vijftig jaar geleden, zal de overheid opnieuw op regionale schaal met boeren moeten bekijken welke rol de landbouwbedrijven kunnen vervullen in de economische en ecologische structuur van het gebied. Inkomen zal in veel regio’s niet alleen moeten komen van voedselproductie maar ook van CO2-opslag, energieproductie, langlopende natuur-contracten en lokale diensten. Tegelijkertijd zullen de partijen in de voedselketen nog internationaler worden. Een dergelijke toekomstvisie zou in de ogen van Krijn Poppe een logisch vervolg zijn op de ontwikkeling van het voedselsysteem in de laatste halve eeuw.
Krijn Poppe sprak zijn afscheidsrede uit na bijna veertig jaar werkzaam te zijn geweest bij Wageningen Economic Research, en zijn voorganger het LEI, op het symposium “Dutch Agriculture, European Policies and Global Food System Transitions”. Na de rede werd hij door de burgemeester van Zuidplas benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
De presentaties van het symposium en zijn afscheidsrede zijn online beschikbaar.
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Alsnog na twee weken mijn dank voor alle felicitaties via deze reacties. Het was een mooi afscheid met een eervol slot. Er komen ongetwijfeld meer mogelijkheden de discussie hieronder inhoudelijk voort te zetten. In mijn hierboven samengevat afscheidsverhaal probeerde ik de lange lijnen uit de jaren 50 en 60 door te trekken via het neoliberale tijdperk van de afgelopen 40 jaar naar de vraag waar dan voor de toekomst het moderniseringsvraagstuk ligt. Inderdaad vanuit een zeker wensdenken: Groen uit de Crisis, het is nog maar de vraag of dat gaat gebeuren maar (normatief) ik denk wel dat het nodig is.
De vraag is dan of we de huidige verschillen van inzicht over hoe verder met de Nederlandse landbouw kunnen beslechten door het eens te zijn over de noodzaak tot modernisering waarin ook de overheid weer een grotere rol moet spelen in de voorwaarden scheppende en organiserende sfeer (als in de jaren 1950-70) met meer aandacht voor ruimtelijke ordening (niet alles kan overal),. Dat brengt me dan op een regionale aanpak, want Twente is geen Gelderse Vallei of Groene Hart.
Daar moet de rijksoverheid dan wel de mogelijkheden voor scheppen, en een instrument zijn emissierechten zodat iedereen weet waar hij aan toe is, en de weg daar naar toe zelf kan bepalen. En zoals Jeroen van Buuren betoogt: je moet dan ook weer durven denken hoe je een nieuwe polder inricht en dat er ook een kleineboerenvraagstuk is, net als in de jaren 50. Kun je voor hen nieuwe inkomensbronnen aanboren?
De andere is meer aandacht voor de technologie, ook dat gaat terug op het verleden. Toen was het de tractor die het paard verving, nu is het de robot en data. Geheel eens dat een focus op data het risico loopt dat datgene wat je niet kunt meten, niet belangrijk wordt gevonden of nog erger: waarvan wordt aangenomen dat het niet bestaat (de McNamarra fallacy).
Maar dat neemt niet weg dat er steeds meer data komt en dat je die ook nodig hebt als je boeren wil belonen voor individuele prestaties (bv. de Key Performance Indicatoren van het Biodiversiteitsherstelplan of Eco-regelingen), dat er meer precisie sturing mogelijk is (waarom is er een beregeningsverbod bij droogte voor een heel gebied, en laten we niet bedrijven bieden op een hoeveelheid water die nog beschikbaar is als we toch op alle stuwen en irrigatiepompen sensoren hebben?) en wanneer we data veel beter met elkaar delen om tot betere algoritmes te komen. Inderdaad zijn de fokkerij of de verplichte boekhouding voorbeelden uit het verleden waar dat wel mogelijk was, terwijl er nu nogal tegenaan gehikt lijkt te worden. Dat houdt me voor enkele inleidingen momenteel nog wel bezig dus daar schrijf ik nog wel een keer een aparte bijdrage over.
Voor nu dus dank voor de felicitaties.
Allereerst Krijn: gefeliciteerd! De data-kant roept wel vragen bij me op. Data zijn belangrijk voor bepalen van beloning voor bijv. ecosysteemdiensten, en om er van te leren. Maar beide doelen verdragen zich slecht met 'eigendom', als het betekent dat de agrariër bepaalt wat er met zijn data kan gebeuren. De beloner zal over de data moeten kunnen beschikken, en iemand die er van wil leren (andere agrariër, wetenschapper, overheid) ook.
Standaardisering, datakwaliteit en datamanagement komen om de hoek kijken. Als voorbeeld het agrarisch natuurbeheer, dat ik redelijk ken. Monitoring van vogels, beheer is nog maar beperkt gestandaardiseerd, er is geen validatie op ingevoerde gegevens, overheid stuurt daar ook weinig op, en gebruikers schelden op het programma voor gegevensinvoer, dat hopeloos verouderd is. En we zitten al in jaar vijf van het agrarisch natuurbeheer, en moeten volgend jaar evalueren. Agrariërs zitten niet te wachten op nog meer data aanleveren voor verantwoording.
Dus t.av. de datakant is nog wel denkwerk nodig.
Allereerst felicitaties aan Krijn.
Met het perspectief van data ben ik het helemaal eens met Krijn.
a) Het lijkt soms wel alsof reageerders hier en landbouw als geheel dan even vergeten van hoeveel data we vandaag de dag al gebruik maken.
Denk bijv. eens aan de fokkerij van de melkkoeien. In de werkzame tijd van Krijn is dat gegaan van de stierkeuze van de buurman / het dorp naar sperma in rietjes van stieren die via Proef, Wacht, Fokstier beschikbaar kwamen. Vandaag de dag al via genomics, de DNA scan van een geboren kalf. Het hele NRS van toen was/is 1 grote data ontwikkeling!
Kortom de weerstand in data begrijp ik niet zo goed. Alsook niet dat data niet zou (kunnen) werken¿?
b) Vanuit mijn werk ervaar ik dagdagelijks hoe data het (non food) retail proces veranderd heeft: Giga ingrijpend. Wat dat betreft onderschrijf ik dit boek helemaal: Het tweede machinetijdperk, hoe de digitale revolutie ons leven zal veranderen . Tot aan de productie bedrijven in de keten moet men data ophoesten over het fysieke product, ook over productie methode naast het leveren van het fysieke product. (Is John Deere niet al overgestapt van 'trekker bouw bedrijf' naar datadriven company).
Zie slide Mechanism 3 van Krijn zijn presentatie. Dat is niet louter een landbouw ontwikkeling.
(deel 1 van #[#6](comment:284636) klinkt voor mij bekend uit Retail. Let wel die bedrijven zijn afgehaakt of worden afgehaakt door de keten. Wie geen data kan leveren verliest relevantie of is al niet meer relevant.)
Wat ik mis is de vrijheid van denken aangaande de (her)inrichting van de openbare ruimte. Waar is het lege papiertje zoals er lag voor de Flevopolder*?
De vraag die ik al lange tijd heb is: Waarom kon Ruilverkaveling wel in de jaren 60 t/m 80. ( In de Vijfheerenlanden startte die pas in de jaren '80. Die heb ik dus zien voltrekken die landschap verandering). Het lijkt alsof zo'n project, zo'n ingreep vanuit overheid niet of nooit meer zou kunnen plaatsvinden. Dat verbaasd mij enorm (zitten we zo gevangen?, zijn we zo conservatief geworden? Of weten we (landbouw vooral dan) de uitkomst al en wordt er tijd gerekt...
Misschien had de hoog over vraag gesteld mogen / moeten worden als eerste:
Hoe teken je Nederland in als je op een leeg blad mag beginnen
Daarnaast de vragen voor NL / Europa / Wereld:
Willen we verder met voedsel en landbouw als een economisch model?
Willen we verder in het aan de markt overlaten zoals ingezet is?
Gaan we waarde, "economie" toekennen aan zaken**.
De slide Mechanism 2 mag denk nog verder goed over gesproken worden:
Hoe werkelijk relevant waar zijn en blijven clusters ( wat ook benoemt wordt door Wouter in #[#6](comment:284636))
PS: Digitaal afscheid nemen en in je presentatie noemen dat Schiphol belangrijk is leverde bij mij toch wel een glimlach op. Hadden / hebben meerdere dat ;-)?
Om geen misverstand te hebben: Ik heb heel veel mogen leren van Krijn vanuit het Foodlog netwerk. Heel veel dank daarvoor Krijn. Ik weet nog dat ik je ontmoette op een Foodlog dag in de Flevopolder. Wat dat betreft hoop ik dat Foodlog bijdragen niet onder je pensioen vallen ;-)
een boek tip van jouw deel ik hier nog is voor iedereen: Empire of cotton Van dit boek leerde ik dat niet alles blijft zoals het is. Houd voor ogen dat het ontwikkelt en probeer te voorspellen waar het heengaat, maar vooral: beweeg er tijdig in mee. Otherwise you're out before you know it. Zonder dat je hem ooit zag aankomen die acute verandering.
Het boek vertelt over de katoenketen hoe vaak die zich verplaatst heeft voor zowel productie als verwerking. Hoe rigoureus dat soms ook gewoon ging.
*(In die zin mis ik het vrijdenken zoals Jan Peter benoemd, echter wel op een andere manier).
**Ooit werden stenen in de vorm van een gebouw van economische waarde.
Wat dat betreft is economie maakbaar, waarde is te creëren.
Kijk bijv. naar fosfaatrechten: vanuit het niets naar economische waarde. Zoals eerder het melkquotum dat deed vanuit niets was het er. Bij aanvang gekoppeld aan grond. Later vonden we dat dat anders moet. Zulks impact denken is wat nog ontbreekt in Krijs visie voor mijn gevoel; (wellicht heel bewust vanwege alle (politieke) impact)
De droom van een data gestuurd landschap behoeft wel een betere vertaling van de realiteit naar de cijfers, je ziet nu al dat er in een schijnwereld van getallen en bijpassende wetgeving geleefd wordt en natuur als een soort hogere wiskunde wordt gezien.
#8 Verdienmodellen op basis van ecosysteemdiensten bestaan al decennia alleen worden die voornamelijk ondergebracht bij een paar grote terreinbeheerders, het gaat zelfs zo ver dat als er grond omgezet moet worden naar natuur dat ze bij voorkeur eerst het eigendom overhevelen naar zo'n grote natuurfirma.