Dat vindt NGO Oxfam-Novib.
Bedrijven als Coca-Cola, PepsiCo, Nestlé en Unilever beloofden 5 jaar geleden klimaatverandering, discriminatie van vrouwen en landroof tegen te zullen gaan. Van die beloftes is maar weinig terecht gekomen, zegt Oxfam Novib in het rapport Shining a light. Het schort vooral aan de doorvertaling naar de grondstoffenleveranciers van de multinationals.
Tussen 2013 en 2016 deden de 10 grootste voedselbedrijven vergaande publieke beloften rond maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ruim 5 jaar laat voerden de bedrijven wel veranderingen door, maar de mensen op de akkers in Brazilië, Ghana of India profiteerden daar weinig van, vindt Oxfam. Daar blijven misstanden bestaan. Neem de chocolade uit Ivoorkust die wij eten, geeft Oxfam als voorbeeld. Vrouwen worden daar dagelijks geconfronteerd met een lager loon, de mindere banen en geen zwangerschapsverlof.
Oxfam neemt het de mondiaal opererende consumentenmerken kwalijk dat ze hun beloftes niet doorvertalen naar de leveranciers van hun grondstoffen. Dat zijn eveneens grote en machtige spelers in de voedselindustrie. Tussen de voedselverwerkende bedrijven Mars, Mondelez en Nestlé en hun grondstoffenleveranciers zoals Barry Callebaut en Cargill gaapt bijvoorbeeld nog een groot gat als het gaat om vrouwenrechten. Volgens Oxfam hebben de 10 grootste voedselproducenten de macht om hun leveranciers aan te zetten tot verandering. Die inkoopmacht gebruiken ze te weinig om de situatie te verbeteren. De ontwikkelingsorganisatie is bang dat de coronapandemie de achterstand van de zwakkeren in het voedselsysteem verder toeneemt.
OXFAM Novib - Top 10 voedselbedrijven maakt beloften op klimaat, gelijkheid en landrechten niet waar
Bedrijven als Coca-Cola, PepsiCo, Nestlé en Unilever beloofden 5 jaar geleden klimaatverandering, discriminatie van vrouwen en landroof tegen te zullen gaan. Van die beloftes is maar weinig terecht gekomen, zegt Oxfam Novib in het rapport Shining a light. Het schort vooral aan de doorvertaling naar de grondstoffenleveranciers van de multinationals.
Tussen 2013 en 2016 deden de 10 grootste voedselbedrijven vergaande publieke beloften rond maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ruim 5 jaar laat voerden de bedrijven wel veranderingen door, maar de mensen op de akkers in Brazilië, Ghana of India profiteerden daar weinig van, vindt Oxfam. Daar blijven misstanden bestaan. Neem de chocolade uit Ivoorkust die wij eten, geeft Oxfam als voorbeeld. Vrouwen worden daar dagelijks geconfronteerd met een lager loon, de mindere banen en geen zwangerschapsverlof.
Oxfam neemt het de mondiaal opererende consumentenmerken kwalijk dat ze hun beloftes niet doorvertalen naar de leveranciers van hun grondstoffen. Dat zijn eveneens grote en machtige spelers in de voedselindustrie. Tussen de voedselverwerkende bedrijven Mars, Mondelez en Nestlé en hun grondstoffenleveranciers zoals Barry Callebaut en Cargill gaapt bijvoorbeeld nog een groot gat als het gaat om vrouwenrechten. Volgens Oxfam hebben de 10 grootste voedselproducenten de macht om hun leveranciers aan te zetten tot verandering. Die inkoopmacht gebruiken ze te weinig om de situatie te verbeteren. De ontwikkelingsorganisatie is bang dat de coronapandemie de achterstand van de zwakkeren in het voedselsysteem verder toeneemt.
De grap is dat dat soort grote wereldspelers bijna allemaal vertegenwoordigt zijn in de WEF en daar wel even hun visie op een betere wereld er door willen drukken, als de vos passie preekt boer pas op je kippen.