Moksi Alesi is een Surinaams-Chinees gerecht van gemengd vlees met rijst. Van een Surinaamse wier man geen vlees wilde eten (Surinaamse mannen die geen vlees eten bestaan dus echt!) leerde ik rijst met spitskool en gerookte makreel maken. Het is een eenpansgerecht. Maar ik vind persoonlijk deze moksi lekkerder als de rijst apart wordt gekookt en dan bij de spitskool wordt geserveerd. Dat is wel zo lekker want zo kan ieder zelf bepalen of de rijst naast de spitskool met makreel op het bord komt of dat de rijst in de pan door groente en vis wordt gemengd.

Ingrediënten
- 750 gram spitskool
- ruim 300 gram gerookte makreelfilet
- 3 eetlepels zonnebloemolie
- 1 middelgrote ui, gepeld en in reepjes
- 2 rode Spaanse pepers (of gedroogde fijngewreven cayennepepertjes)
- 2 teentjes knoflook en/of schijfjes verse gemberwortel, grof gesneden
- 2 theelepels geroosterde Masala (Surinaams kerriepoeder)

Bereiding:
Halveer de spitskool en snijd de stronk tussen het blad weg. Snijd het blad van de spitskool in korte, pinkbrede repen. Snijd de makreelfilet in stukjes. Verwijder het vliesje van de knoflook en snijd knoflook (en eventueel ook de gemberwortel) in stukjes. Snijd de Spaanse pepers (pitjes naar wens al dan niet verwijderd) in stukjes.

Verhit de olie in een ruime hapjespan of wok. Fruit hierin op halfhoog vuur al roerend de reepjes ui samen met knoflook, Spaanse peper (of de cayenne) en gemberwortel tot de ui zacht begint te worden. Roer de Masala erdoor en fruit de kerrie kort mee, alvorens de spitskool toe te voegen. Roerbak de spitskool even mee, voeg dan enkele eetlepels kokend water toe en roerbak het geheel nog circa 5 minuten, of tot de kool is geslonken maar nog bijtgaar is en het toegevoegde water is verdampt.

Schep de stukjes makreel erdoor en breng het gerecht op smaak met zout. Klaar. Serveer met droog gekookte pandanrijst, sambal met sereh en Surinaams zoetzuur van komkommer. Dat zoetzuur maak je zo:

Benodigd:
- 1 groot (vers) laurierblad
- 2-3 eetlepels honing (of wat rietsuiker)
- 1-2 kruidnagels
- zout
- 1 ¼ dl wittewijn-azijn (of kruiden-azijn)
- 1 middelgrote komkommer, gewassen
- 1 grote rode ui, gepeld
- 1 rode Spaanse peper

Breng 1 dl water samen met laurier, honing, kruidnagel en 1/3 theelepel zout in een steelpan al roerend aan de kook of tot honing en zout zijn opgelost. Giet dit over in een schaal en laat afkoelen.

Halveer intussen de komkommer over de lengte, verwijder de zaadjes en snijd beide helften in schuine halve plakjes van 1/2 cm dik. Halveer de ui en snijd beide helften in smalle reepjes. Snijd de Spaanse peper over de lengte open, verwijder eventueel een deel van de hete zaadjes (hoe meer zaad hoe heter de marinade) en snijd de peper in korte schuine stukjes. Doe dit driespan samen met de azijn bij de afgekoelde marinade. Laat het zoetzuur enkele uren marineren zodat uien en komkommer op smaak komen. Proef vlak voor het serveren het zoetzuur en breng het naar wens verder op smaak met zout. Nooit eerder zouten want dan laat de komkommer zijn vocht los en worden de krokante plakjes slap.

surinaams zoetzuur

Dit artikel afdrukken