De ZLTO, de organisatie van de Brabantse boeren, heeft een nieuwe visie op de landbouw. Die wordt samengevat in de oneliner: “Boeren hebben een oplossing”. De burgers in het Brabantse buitengebied, verenigd in het Brabants Burgerplatform, hebben een probleem met de alsmaar groeiende veestapel in deze regio. Zij vragen zich af of de oplossing van de ZLTO hun problemen rond leefbaarheid en volksgezondheid wel oplost. Of op z’n minst kleiner maakt.

Het Brabants Burgerplatform heeft namelijk een missie waarin zij “Minder Beesten” als concrete oplossing aanreikt. Vermindering van het aantal dieren kom je echter niet tegen in de oplossing van de boeren. Integendeel.

De ambities van burgers en boeren staan haaks op elkaar. Toch wilde Anne-Marie Spierings, de Brabantse gedeputeerde van landbouw, ze samen aan één tafel hebben. Want ze streefde naar een door beide partijen gedragen oplossing voor het Brabants mestoverschot. De burgers stonden, zachtjes gezegd, niet te popelen om het gesprek aan te gaan over een oplossing voor het mestprobleem. Immers, als het mestoverschot opgelost was, zou Den Haag de dierrechten wel eens vrij kunnen geven. En dat betekende dan in ieder geval voor Brabant nog meer beesten. Want waar al veel varkens zitten, blijken er altijd weer meer bij te komen. Voor de geitenhouderij en de pluimveehouderij geldt hetzelfde.

Wantrouwen en beschuldigingen kaatsten als pingpongballen over de tafel. Bij elke ronde hing de dreiging in de lucht om te stoppen. Maar elke keer kwam men toch iets dichter bij elkaar
Koppeling mest en vee
Door mestverwerking en veedichtheid aan elkaar te koppelen in één agenda, wist de provincie de dialoog op gang te krijgen. Het ging er hard aan toe in het begin. Alle ervaringen en gevoelens die de laatste jaren opgekropt waren, moesten eruit. Wantrouwen en beschuldigingen kaatsten als pingpongballen over de tafel. Bij elke ronde hing de dreiging in de lucht om te stoppen. Maar elke keer kwam men toch iets dichter bij elkaar.

Structurele krimp in zicht
Burgers konden hun idealen van grondgebonden circulaire veehouderij over het voetlicht brengen. Zolang de cirkel groot genoeg was, konden boeren daar wel mee leven. Boeren voerden op hun beurt aan dat nieuwe stallen meestal beter en schoner zijn dan de oude stallen. Aan het eind van de dialoog vond men elkaar in een voorzet voor een oplossing waar beide partijen mee konden leven.
Kortgezegd kwam het er op neer dat boeren hun bedrijf met nieuwe stallen mochten uitbreiden, zolang ze in ruil daarvoor oude stallen uit hun regio inruilden en sloopten. Daardoor kwam de door de burgers zo vurig gewenste standstill in zicht: er konden in een regio in ieder geval geen beesten meer bij komen. En door af te spreken dat er 10% meer stalruimte ingeruild moest worden dan er teruggebouwd mocht worden, kwam er zelfs structurele krimp in zicht.

Vraagtekens, moord en brand
Naarmate de oplossing op het onderdeel veedichtheid dichterbij kwam, realiseerde men zich dat mestverwerking, bij gebrek aan beter, dan geslikt zou moeten worden. Ook al was het hier lastiger een acceptabel midden te vinden, omdat de materie omgeven was met bijna alleen maar vraagtekens en risico’s. Voor de burgers is het immers duidelijk dat dat grootschalige mestverwerking geen structurele oplossing is.

Aan het eind van de dialoog bleek dat gedeputeerde Johan van den Hout intussen ook een serie gesprekken had gehad met ZLTO. Over de stikstofdepositie op natuurgebieden die maar niet af wil nemen. Het gevolg daarvan was, dat de eisen voor oudere vervuilende stallen, naar voren werden getrokken en vanaf 2020/22 van kracht werden. Dit zou er in de praktijk op neer komen dat op oude stallen, waarvan de vervuiling eerst door de vingers gezien werd, omdat die zogenaamd gecompenseerd werd door de luchtwasser op de nieuwe stal ernaast, nu ook een luchtwasser zou moeten komen.

De boerenvoormannen schreeuwden moord en brand. En dat terwijl ze al jaren wisten dat er een maatregel in de lucht hing als hun stikstofuitstoot niet zou dalen zoals ze zelf beloofd hadden. Om het nog maar niet te hebben over de andere emissies die ons klimaat in het rood jagen en de ontwikkelingsruimte wegvreten voor andere bedrijvigheid.

Laat burgers meedoen. Dan hebben die ook een oplossing
Geen eindeloze vergadersessies meer
De provinciale politiek staat begin juli voor de opdracht om met een set nieuwe regels, te weten de aanpassingen van de Verordening Ruimte, van de Verordening natuurbescherming en van de BZV, deze knoop door te hakken of beter nog te ontwarren. We willen nu als burgers, na de dialogen, ook verder meedenken met onze volksvertegenwoordigers en bestuurders.
Dat betekent niet het deelnemen aan eindeloze vergadersessies, maar de mogelijkheid krijgen het burgerbelang beter over het voetlicht te krijgen. Dat heeft nu veel te lang geduurd en de schade is immens.

Als boeren niet willen stalderen en de regelingen omzeilen door zijwaarts uit te breiden, laat burgers en bedrijven op het platteland dan mee stalderen. Voor X vierkante meters stal waarvan je zorgt dat ze binnen je gemeente gesloopt worden, mag je zelf Y vierkante meters bijbouwen. Mits dat inhoudelijk past in het buitengebied natuurlijk. Dus laat burgers meedoen. Dan hebben die ook een oplossing. En die oplossing zet voor Brabant in ieder geval wel zoden aan de dijk.

Geert Verstegen en Cyril Hoevenaars schreven deze opinie namens het Brabants Burgerplatform Minder Beesten. Hierin werken 24 lokale burgergroepen samen om de leefbaarheid in Brabant te verbeteren en te beschermen tegen de gevolgen van veeteelt en mestverwerking. Deze tekst verscheen gisteren ook in het Brabants Dagblad, samen met twee andere opinies waaronder die van Ingrid Jansen en Eric Douma, als vertegenwoordigers van de varkenshouderij. Jansen en Douma pleiten voor een mediator om het Brabantse conflict op te lossen. Wouter van Teeffelen linkte de artikelen op zijn Facebook-pagina.
Dit artikel afdrukken