Aanleiding voor die opmerking is een serie pas verschenen opmerkelijke artikelen en onderzoeken. Over een aantal daarvan schreef ik eerder deze week op Foodlog.

Aan de orde kwam onder meer de falsificatie van de insuline-koolhydraathypothese. Deze hypothese, met vuur gepropageerd door de Amerikaanse journalist Gary Taubes, zegt dat we dik worden van de vele koolhydraten in onze voeding. Grote hoeveelheden koolhydraten (suiker dus onder andere) zetten de pancreas aan tot het produceren van veel insuline. Dat koninklijke hormoon heeft veel functies, waaronder het in de vetcellen houden van vetzuren, die eigenlijk vrijgemaakt moeten worden en verbrand moeten worden in de cellen. Bovendien worden de koolhydraten uit voeding omgezet in vet en opgeslagen in de vetcellen, ook weer onder invloed van die te ruim voorradige insuline.

Duur voedingsonderzoek
Taubes zette in 2012 met de onderzoeker Peter Attia het onderzoeksinstituut NuSI op, met het doel zijn hypothese te onderzoeken. Hij kreeg $40 miljoen toegezegd van de John and Laura Arnold Foundation, dat goed en dus duur voedingsonderzoek wil bevorderen. NuSI trok gerenommeerde onderzoekers aan, onder wie Kevin Hall en de low carb-goeroe Jeff Volek. Dat was heel kranig van Taubes, die zich als niet-voedingswetenschapper onder de elite van die tak van wetenschap waagde.

Om kort te gaan: het pakte minder gelukkig uit. In een gedetailleerd verslag schrijft Wired hoe het NuSI verging. Het (pilot)onderzoek dat Kevin Hall opzette en uitvoerde, leverde niet de door de hypothese voorspelde resultaten op. Een low carb, zelfs ketogeen dieet liet op de langere termijn geen groter verlies van lichaamsvet noch een hoger energiegebruik zien (dat laatste voorspelde de hypothese ook). Wel daalde de insulineproductie, maar dat had dus niet het voorspelde effect van een toegenomen vetverbranding.

Deze uitkomsten zorgden voor onmin binnen NuSI. Taubes bekritiseerde de opzet van het onderzoek en het dieet dat de proefpersonen kregen. Het zou geen goede afspiegeling van het Amerikaanse dieet zijn, te weinig frisdrank. Attia vertrok als directeur. Het echtpaar Arnold draaide de subsidiekraan dicht.

Onomstreden
Einde NuSI? Nee, Taubes zoekt nieuwe geldschieters, schrijft Wired. Dat is heel begrijpelijk, want niet alles van zijn hypothese kan het raam uit. De voordelen van een laagkoolhydraat-hoogeiwitdieet voor diabetes type 2 patiënten zijn onomstreden. Daar werken de behandelaren van Keer diabetes om momenteel met succes mee. Iemand als Frank van Berkum heeft er al dertig jaar ervaring mee in zijn klinische praktijk. Low carb is een standaardbehandeling in elke diëtistenpraktijk.

Zelfs het nulresultaat van een ander onderzoek waar NuSI bij betrokken was, het eerder beschreven DIETFITS van de Stanford University, mag de pret niet drukken. De insuline-koolhydraathypothese mag dan door Hall c.s. verworpen zijn, het onderzoek heeft mooie dingen opgeleverd.

Maar de karavaan trekt verder. Het hersenonderzoek heeft de laatste jaren vleugels gekregen door de verbeterde en voor meer onderzoekers toegankelijker scantechnieken. Vooral de vraag wat er precies gebeurt in sommige gebieden van de hersenen na het eten van bepaald voedsel, is een interessante. Daaruit zou opgemaakt kunnen worden hoe het verzadigingsgevoel, de behoeftebevrediging en zelfs eventueel verslaving van en aan verschillende nutriënten in de hersenen tot stand komen.

Versterkend effect
Bekend is van de hersenscans dat lekker voedsel gebieden doet oplichten waar de signalen van beloning en gewenning ontstaan. Maar het was altijd moeilijk die signalen te kwantificeren. In een paper in het medische vakblad Cell Metabolism publiceerde een internationaal team van onderzoekers hun resultaten onder de titel ‘Supra-Additive Effects of Combining Fat and Carbohydrate on Food Reward’. Ze hadden een list verzonnen om dat ‘supra-additive effect’, het extra versterkende effect, te meten.

Ze lieten proefpersonen bieden op etenswaren, die opgedeeld waren in drie categorieën: vet (kaas, worst), koolhydraten (pasta, brood, snoep) en etenswaren met vet en koolhydraten (koekjes, taart). Via een strak geregeld veilingsysteem werd duidelijk dat de laatste categorie het best gewaardeerd werd. De proefpersonen vonden voeding met de combinatie van vet en koolhydraten het lekkerst.

Waarschuwen
Dat is misschien geen nieuwe uitkomst, maar de implicaties zijn groot. Zeker gekoppeld aan een tweede en echt nieuw inzicht, namelijk dat de proefpersonen wel de voedingswaarde (energiedichtheid) van vette producten wisten in te schatten, maar niet die van koolhydraten, met of zonder vet.

De laatste zin van de conclusie luidt: "Deze resultaten tonen aan dat een versterkend beloningssignaal, opgewekt door voedsel met zowel veel vet als koolhydraten, een mogelijk mechanisme is dat leidt tot overeten in een voedselomgeving, die rijk is aan bewerkt voedsel met veel vet en koolhydraten."

Dat is precies waar de insuline-koolhydraathypothese ons ook voor wilde waarschuwen.



Dit artikel afdrukken