Een korte keten is een korte verbinding tussen de boer en de consument. Vaak in de vorm van een boerderijwinkel, een groentepakket direct bij de boer vandaan, een boerenmarkt of een ander initiatief. Dat kan een betere prijs voor de boer betekenen, omdat de boer deze met minder partijen hoeft te delen. Mogelijk gaan we zelfs gezonder eten door die verbinding met de boer.

Leiden deze korte ketens ook tot minder transport en dus minder CO2-uitstoot? Daar wordt wereldwijd onderzoek naar gedaan. Tijdens de Vervoerslogistieke Werkdagen 2022 presenteerde Karin Pauls (Universiteit Wageningen) een paper over de belangrijkste kenmerken en vermeende voordelen van lokale voedselsystemen zoals die worden beschreven in de internationale wetenschappelijke literatuur.

Met collega-onderzoekers keek Pauls naar de rol van logistiek op de economische en milieuprestaties van lokale voedselsystemen door enkele scenario’s voor de lokale hutspot-keten door te rekenen in de provincie Flevoland.

Het aantal gereden kilometers bleek bij korte ketens met levering aan of ophalen door consumenten negen keer hoger dan levering aan grotere producenten of winkels. De korte ketens zijn logistiek gezien dan ook niet duurzaam.

De resultaten suggereren dat samenwerking en coördinatie in de korte ketens noodzakelijk is om echt efficiënte en duurzame korte ketens te realiseren. Dit blijkt uit ook vele internationaal onderzoeken.

Moeten we boeren verbieden om direct aan consumenten te leveren? Natuurlijk niet. Maar, echt duurzaam zijn de korte ketens nog niet. De versnippering bij de boeren en de kopers is daarvoor te groot. Zijn korte keten niet veel kansrijker als die boeren zich niet richten op de vele consumenten met hun individuele, kleine bestellingen (voor bezorging of ophalen), maar juist op grote gebruikers als restaurants, lokale winkels, platforms als Hellofresh en cateringbedrijven met hun dark kitchens?
Dit artikel afdrukken