Vorig jaar juni werd de totale Utrechtse studentenpopulatie (70.000 universiteits- en hogeschoolstudenten) aangeschreven of ze mee wilden doen aan een online onderzoek naar hun drankgebruik. Lydia de Haan, verbonden aan de faculteit Farmaceutische Wetenschappen van de Universiteit van Utrecht en opsteller van het onderzoek, wilde een voldoende grote onderzoekspopulatie verkrijgen teneinde onder meer de volgende hypotheses te kunnen onderbouwen:
- er is geen verschil in de totale frequentie en hoeveelheid van alcoholconsumptie en alcohol gerelateerde negatieve gevolgen wanneer alcohol alleen of gemengd met energie dranken genuttigd wordt
- de mate van risicovol gedrag houdt verband met de frequentie en kwantiteit van alcohol consumptie

Het onderzoek leverde een representatieve onderzoeksgroep van 6002 studenten op, waarvan 1239 studenten rapporteerden wel eens energiedrank te mixen met alcohol
Binnen deze 1239 studenten werden avonden vergeleken waarop alleen alcohol werd genuttigd (Alcohol only; AO) met avonden waarop daadwerkelijk energie dranken samen met alcohol werden gedronken (Alcohol Mixed with Energy Drinks; AMED) met als doel retrospectief de effecten van energie dranken op de frequentie en kwantiteit van alcohol inname te onderzoeken.

Zo vonden de onderzoekers dat de AMED-drinkers op avonden dat ze daadwerkelijk alcohol met energiedrank nuttigden significant minder alcohol nuttigden dan op de avonden dat zij alleen alcohol nuttigden: 5,4 versus 6.0 alcoholische consumpties. Ook hadden de AMED-drinkers de voorgaande maand op minder dagen AMED gedronken dan alleen alcohol (1,4 versus 9,2 dagen), waren ze minder dagen dronken geweest door AMED consumptie dan door AO consumptie (0,5 versus 1,9) en hadden ze veel minder vaak meer dan 4 (vrouwen) of 5 (mannen) alcoholische consumpties gedronken tijdens AMED-avonden dan tijdens AO-avonden: 0,9 versus 4.7 keer. Drinkgelagen van AMED-avonden duurden korter (4 uur) dan die van AO-avonden (6 uur) en het maximum aantal alcoholische consumpties (4,5) lag bij AMED aanzienlijk lager dan bij AO (10,7). Ook rapporteerden de AMED studenten minder negatieve gevolgen van hun drinkgedrag (minder katers) wanneer zij alcohol samen dronken met energie dranken dan wanneer zij alleen alcohol gedronken hadden.

De onderzoekers komen tot de in eerste instantie onverwachte conclusie dat het mixen van alcohol met energiedranken het algehele niveau van alcoholconsumptie doet afnemen. De hypothese was immers dat er geen verschil zou zijn tussen de hoeveelheid en frequentie van AMED en AO alcoholconsumptie. De onderzoekers opperen voorzichtig dat het in energiedranken aanwezige taurine een mogelijke verklaring zou kunnen zijn: bij laboratoriumratten is aangetoond dat zij uit zichzelf minder ethanol (alcohol) nuttigen als ze taurine toegediend krijgen.

Een andere mogelijke verklaring is te vinden in het individuele drinkgedrag: sterke drank (shots) en energiedranken zijn over het algemeen duurder dan wijn en bier. Dan is het dus grotendeels het studentenbudget dat bepaalt wat er gedronken wordt. Maar ook individuele persoonlijkheidskenmerken spelen een niet te onderschatten rol; daarover heeft de Utrecht Student Survey nog veel meer interessants boven water gehaald.

Eerstvolgende stap nu is het onderzoek in Australië, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten te gaan herhalen. Vanwege het marktpotentieel en het maatschappelijke probleem van dronkenschap en hersenschade als gevolg van overmatig alcoholgebruik onder jongeren, zal financiering vanuit producenten van energiedranken vast geen probleem zijn.

Fotocredits: Captured Writer
Dit artikel afdrukken