De minister van landbouw van de Duitse deelstaat Nedersaksen barstte donderdagmorgen 8 oktober in tranen uit. "Neem me niet kwalijk, ik ben een beetje aangedaan," zei Barbara Otte-Kinast tijdens haar emotionele toespraak over de situatie van de varkensboeren. "Ik krijg telefoontjes van huilende mannen en vrouwen die niet weten wat ze moeten doen. Ze zeggen "ik maak mijn varkens dood en dan mezelf van kant", aldus Otte-Kinast.
De varkenshouders zitten in de knel als gevolg van de afgekondigde sluiting van het Tönnies-slachthuis in Sögel. Daar, en in het nabijgelegen Emstek, testten de afgelopen dagen veel slachthuismedewerkers positief op besmetting met het coronavirus. De sluiting leidt tot aanzienlijke ondercapaciteit in de slachthuizen en dat betekent dat de varkenshouders met hun varkens blijven zitten. Dat kost ze kapitalen aan voer, plus het risico dat de varkens te groot worden om nog geslacht te kunnen worden.
Daar komt bij dat door de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest de export van Duits varkensvlees is stilgevallen zodat de Duitse varkensboeren hun vlees binnenlands moeten afzetten en de varkensprijzen zijn gedaald. Otte-Kinast wees er verder op dat in september nog meer dan 400.000 Deense en Nederlandse vleesvarkens in Nedersaksen afgemest werden, terwijl de lokale zeugenhouders hun biggen niet meer kunnen afzetten.
Om uit de impasse te raken, stelt Otte-Kinast voor de arbeidstijden van de slachterijen uit te breiden naar zon- en feestdagen. De minister krijgt steun van Joachim Rukwied, president van de boerenvakbond. Hij waarschuwde onlangs dat het aantal varkens dat niet volgens planning geslacht kan worden tot kerstmis tot een miljoen dieren op kan lopen. Otte-Kinast: "Ik zou u graag kunnen zeggen dat het ergste al voorbij is. Maar dat kan ik niet."
NDR - Corona auf dem Land: Otte-Kinast bricht in Tränen aus
De varkenshouders zitten in de knel als gevolg van de afgekondigde sluiting van het Tönnies-slachthuis in Sögel. Daar, en in het nabijgelegen Emstek, testten de afgelopen dagen veel slachthuismedewerkers positief op besmetting met het coronavirus. De sluiting leidt tot aanzienlijke ondercapaciteit in de slachthuizen en dat betekent dat de varkenshouders met hun varkens blijven zitten. Dat kost ze kapitalen aan voer, plus het risico dat de varkens te groot worden om nog geslacht te kunnen worden.
Daar komt bij dat door de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest de export van Duits varkensvlees is stilgevallen zodat de Duitse varkensboeren hun vlees binnenlands moeten afzetten en de varkensprijzen zijn gedaald. Otte-Kinast wees er verder op dat in september nog meer dan 400.000 Deense en Nederlandse vleesvarkens in Nedersaksen afgemest werden, terwijl de lokale zeugenhouders hun biggen niet meer kunnen afzetten.
Om uit de impasse te raken, stelt Otte-Kinast voor de arbeidstijden van de slachterijen uit te breiden naar zon- en feestdagen. De minister krijgt steun van Joachim Rukwied, president van de boerenvakbond. Hij waarschuwde onlangs dat het aantal varkens dat niet volgens planning geslacht kan worden tot kerstmis tot een miljoen dieren op kan lopen. Otte-Kinast: "Ik zou u graag kunnen zeggen dat het ergste al voorbij is. Maar dat kan ik niet."
Inmiddels is het aantal met Afrikaanse varkenspest besmette wilde zwijnen in de deelstaat Brandenburg opgelopen tot boven de 100, meldt Boerderij.
'Positief' aan dit nieuws: "Alle kadavers zijn tot dusver gevonden in de beide, omheinde kerngebieden. Dat betekent dat het virus zich niet verder verspreidt in Duitsland."
Maar de zoektocht naar kadavers en het testen gaan onverminderd door. Ook werkt de deelstaat aan een lange termijnplan om van het virus af te komen: "In de Europese richtlijnen voor de bestrijding van AVP staat dat landen binnen negentig dagen na de eerste uitbraak met zo’n plan moeten komen. Kern van het plan is hoe de autoriteiten op termijn willen afrekenen met Afrikaanse varkenspest in het risicogebied en de omliggende bufferzone."
#10 Ja, er zijn min of meer voldoende slachterijen in Duitsland. Het probleem is voornamelijk personeelsgebrek. Wat dat betreft is het ongeveer vergelijkbaar met de situatie in de Nederlandse (en wellicht straks ook Duitse) ziekenhuizen en IC capaciteit. Het aantal bedden en zuurstofapparatuur is wel aanwezig, maar waar haal je voldoende en vakkundig personeel vandaan om de toestroom van patiënten te verwerken/behandelen. De Corona-preventie-maatregelen zorgen voor beperkingen in de logistiek en efficiëntie.
Duitse slachterijen lopen al enkele jaren tegen de grens van hun capaciteit. Ze zijn onder andere gebonden aan emissie-restricties. Gemiddeld komt het wel goed, maar tijdelijk groot aanbod gedurende het jaar was al gelimiteerd. (En bij groot aanbod maken de supermarkten direct gretig misbruik van de situatie en willen nóg goedkoper.)
Door de Corona maatregelen is personeel de limiterende factor. Met name in de verdere verwerking (uitsnijden) kunnen minder personen in dezelfde ruimte. Daarbij komt dat er verplicht zeer veel moet worden getest op Corona en bij positieve uitslagen direct grote groepen in quarantaine moeten. De Oost-Europese werknemers komen echter niet naar Duitsland om duimen te draaien, maar om in een half jaartje een (Roemeens of Bulgaars) jaarsalaris te verdienen. In de huidige situatie blijven velen daarom in eigen land. Diegenen die toch weer naar Duitsland komen, moeten eerst twee weken in Quarantaine.
Door de Afrikaanse Varkenspest onder wilde zwijnen (inmiddels 65) nabij de Poolse grens, is de export van varkensvlees uit geheel Duitsland naar landen buiten de EU weggevallen. Vooral de Chinese afzet is hierin essentieel want dat betreft meest de delen die wij moderne Europeanen niet meer willen eten; Oren, snuiten, poten, staarten. Complete koppen en grotere deelstukken werden met weinig extra arbeid ingevroren en rechtstreeks naar China verscheept. Nu zijn die wekelijkse 850.000 koppen en 3,4 miljoen poten vrijwel ´waardeloos´ en kunnen verwerkt tot bijproducten.
Afhankelijk van voldoende personeel kan men de koppen nog enigszins ontdoen van mooie vleesdelen.
Zeker Dennis, efficiëntie, daar loopt uiteindelijk alles op stuk. We dachten dat het wat zou opleveren, maar het is een verslaving en obsessie geworden. Het zit nu overal in. Alles wordt uitgeknepen. En waarom? Niet omdat het beter voor de wereld is, het is alleen maar beter voor de portemonnee. Er is misschien geen ander systeem nodig. Er is een ander begrip nodig: redundantie*. Ruimte maken voor onzekerheid, meer doen/hebben dan nodig is. Slechter voor de portemonnee, beter voor de wereld.
* Gejat van Nassim Nicholas Taleb
Ik haalde dit bericht op Twitter aan als een voorbeeld van een waterbedeffect van het succesvol genoemde coronabeleid in Duitsland. In Nederland lopen de ziekenhuizen al vol, terwijl er slechts ca. 900 (van de 39.000) bedden bezet zijn, in Duitsland niet, maar ontstaan de problemen vanzelf op andere plekken. Zoals in de slachthuizen dus.
Zowel het probleem van de Nederlandse ziekenhuizen als de Duitse varkensslachters is naar mijn mening dat ze geoptimaliseerd zijn voor slechts één parameter: efficiëntie. Dat past bij de vraag naar goedkoop vlees cq. zorg, maar heeft een flinke keerzijde. Zo'n eenzijdige optimalisatie naar efficiëntie gaat alleen goed als de hele keten voorspelbaar is. Zodra er een flinke permutatie is die ergens in die gestroomlijnde keten niet past, loopt het direct spaak.
De oplossing is een systeemontwerp waarin óók geoptimaliseerd is voor robuustheid van de keten. De pragmatische oplossing van Ellen-Maureen, meerdere kleine slachthuizen, is daar m.i. een goed voorbeeld van.
Het interessante is dat iets dergelijks op meer gebieden speelt. Ik heb de poging om richtlijnen voor gezonde voeding te geven ook eens een voorbeeld daarvan genoemd. De kennis over wat gezond is, is namelijk behoorlijk onzeker, en door géén richtlijnen te geven zal het gedrag van mensen diverser zijn: meer verspreid over verschillende soorten voedingspatronen. Ook dat biedt een vorm van robuustheid tegen onvoorziene tegenvallers.
Nadenken over systemen is m.i. een noodzakelijke stap om de inrichting van onze maatschappij weerbaar te maken, maar lijkt zelden te worden gedaan. De vraag is hoe dit tot uiting kan komen in een markt die alleen naar geld kijkt. Ik vermoed dat regulering daarvoor noodzakelijk is, maar overheden blinken zeker niet uit in systeemdenken. We zitten in een catch 22.
Voor de varkenshouders (en blijkbaar de minister) een emotioneel probleem maar een rationale economische oplossing zou toch mogelijk moeten zijn:
* lijkt ook mij dat er nog wel enige slachtcapaciteit in Europa is, van Nederland tot Polen als men daar in de overuren gaat en naar zon- en feestdagen (zoals ze al voorstelt)
* verder kunnen dieren op zeker moment worden gedood en afgevoerd naar destructie. Die destructiebedrijven worden betaald om overcapaciteit aan te houden juist voor situaties met dierziekten als varkenspest.
* een inseminatiebeperking of verbod om de Schweinestau op te laten lossen
* en op langere termijn wellicht inderdaad goed kijken of grote slachthuizen niet anders moeten worden ingericht en opgezet.
Het echte probleem van de minister lijkt me dat ze de vraag op haar bureau krijgt wie er betaalt voor deze maatregelen: de boeren die nu dieren over hebben, de slachterij met Corona, de sector via een heffing in komend jaar of de belastingbetaler ? Bij de fritesaardappels in Nederland was de laatste optie favoriet, maar of daar in de achterban van deze Duitse minister veel animo voor is ?