Koepelorganisatie Voedselbanken Nederland (VBNL) trok vorig voorjaar al aan de bel, omdat door de coronacrisis zowel de behoefte aan voedselhulp toenam als de toelevering van overschietende voedingsmiddelen afnam. Het kabinet stelde daarop een noodsubsidie van €4 miljoen ter beschikking om de voedselvoorziening op peil te houden.

Het geld plaatste VBNL voor een dilemma. Omdat de voedselbanken voor de voedselaanvoer afhankelijk zijn van gedoneerd voedsel, zou zelf gaan inkopen met het geld het risico inhouden dat partijen die voedsel weggeven ook in de toekomst een vergoeding zouden verwachten. Ook de rijksoverheid ziet het zelf inkopen van voedsel voor de minder bedeelden niet als een taak.

VBNL stelt daarom voor een onafhankelijke stichting op te richten. Deze stichting zal de eerder toegekende €4 miljoen gaan gebruiken als bijdrage aan de directe kosten van de inkoop van voedsel. "Daarbij wordt nog gekeken naar staatssteunaspecten," schrijft verantwoordelijk minister Wouter Koolmees (SZW) in een Kamerbrief. Het kabinet is bovendien bereid nog eens €12 miljoen uit het Europees Sociaal Fonds (ESF+) in te zetten voor voedselhulp.

'Nieuwe voedselstromen'
Het kabinet wil op de langere termijn zeker stellen dat de voedselbanken voldoende mensen kunnen blijven bedienen. Zeker nu blijkt dat het aanbod vanuit lokale supermarkten stagneert doordat winkels met succes voedselverspilling reduceren - denk aan het onweerstaanbare kwartje van Lidl - richt de overheid zich samen met VBNL, gemeenten, voedselproducenten, leveranciers en distributeurs op 'nieuwe voedselstromen', ofwel rest- en bijproducten die in de "huidige vorm niet bruikbaar zijn voor voedselbanken en commerciële verkoop", schrijft Koolmees, maar wel "te verwerken zijn naar lang houdbare, gezonde producten".

Wat moet je je daarbij voorstellen? Denk bijvoorbeeld aan "een importproduct als zoete aardappel dat bij invoer niet voldoende kwaliteit heeft om als vers product verkocht te worden, maar wel tot soep verwerkt kan worden."
Dit artikel afdrukken