De cijfers zijn afkomstig van van de WUR. Ze werden berekend in opdracht van het CBL en het ministerie van LNV door de Stichting Samen Tegen Voedselverspilling. Vijf supermarkten werkten mee aan deze rapportage: Albert Heijn, Aldi, Jumbo, Lidl en Plus. Samen zijn ze goed voor bijna 80% van de markt.

Vijf productcategorieën
De 1,6% niet-verkochte producten in 2020 binnen het supermarktkanaal zijn als volgt verdeeld over vijf productcategorieën. Deze verdeling is praktisch gelijk aan de cijfers uit 2018.

Productcategorieen 5
De onderzoekers keken naar de verhouding tussen niet-verkochte voedingsmiddelen en inkoopvolumes, per productcategorie. Op deze manier is de impact van de verspilling in kaart te brengen:

Brood, afbakbrood en banket: 7,8% (t.o.v. 7,7% in 2018)
Vers vlees en verse vis: 2,4% (2,9% in 2018)
Aardappels, groenten en fruit: 2,4% (2,7% in 2018)
Zuivel, eieren en gekoelde kant-en-klaar producten: 1,2% (1,4% in 2018)
Overige verse en houdbare producten: 0,4% (0,4% in 2018).

Wat er met die 1,6% voedingsmiddelen gebeurde
Niet verkochte producten werden gebruikt in veevoer, vergist of verbrand. Van vers brood en banket dat niet verkocht werd, het hoogste percentage in het overzicht hierboven, vond 2/3e een nieuwe bestemming als onderdeel van veevoer.

Nu de prijzen voor grondstoffen hard stijgen, staat het tegengaan van voedselverspilling extra hoog op de agenda
Toine Timmermans, directeur van de stichting Samen Tegen Voedselverspilling: "Diverse verspillingsvrije initiatieven van supermarktorganisaties in 2019 en 2020 werpen hun vruchten af." Immers, ondanks dat er meer verkocht werd in de periode van Covid-19, daalde het percentage niet verkochte levensmiddelen wel degelijk. "Supermarkten spelen een belangrijke rol in de aanpak van voedselverspilling, niet alleen in de eigen operatie, maar ook in de hele keten. Bijvoorbeeld door met hun leveranciers duurzame afspraken te maken, kwaliteitsnormen aan te passen, nieuwe technologieën toe te passen en in te zetten op bewustwording onder consumenten."

Jennifer Muller, manager Duurzaamheid bij het CBL, geeft aan dat de uitkomsten van de zelfrapportage zeer waardevol zijn: "Nederlandse supermarkten lopen hier wereldwijd nog steeds mee voorop. De feitelijke onderbouwing op welke productcategorieën het beste actie kan worden ondernomen, zorgt ervoor dat supermarkten doelgericht kunnen werken aan de branchebrede doelstelling: vijftig procent minder voedselverspilling in 2030."

Een infographic over oplossingen voor voedselverspilling door supermarkten zie je hier.

Hoge prijzen, voedselverspilling op de agenda
Nu de prijzen voor grondstoffen hard stijgen, staat het tegengaan van voedselverspilling extra hoog op de agenda. Dat was in 2009 ook al zo, zegt Timmermans in een podcast van VMT. Maar nu is er een aantal redenen bijgekomen die de urgentie om voedselverspilling tegen te gaan nog groter maken, zoals klimaatverandering.

Timmermans: "De Europese Unie hanteert inmiddels een geharmoniseerde definitie van voedselverspilling, waarbij onvermijdbare 'voedselverspilling' dat een bestemming vindt in veevoer, niet meer als verspilling wordt gezien." Alle lidstaten moeten vanaf dit jaar rapporteren over voedselverspilling. Een van de manieren waarop Nederland vooruitgang boekt is het steeds meer gebruiken van niet-verkocht voedsel in veevoer, ook al is dit op korte termijn financieel niet zo interessant. "Je verlaagt er wel je foodprint mee, en maakt je bovendien minder afhankelijk van andere landen," aldus Timmermans.

Voedsel vergisten wordt nog steeds met perverse prikkels in het zadel gehouden
Dus in plaats van soja gaan veevoerproducenten reststromen gebruiken. Dat kan best snel als we het enkel over de Nederlandse markt hebben, zegt hij. Kipster is hier een mooi voorbeeld, dat reststromen van het brood van Lidl via Nijssen als kippenvoer gebruikt. De Stichting Tegen voedselverspilling streeft ernaar dat niet alleen eieren uit het topsegment, maar ook uit het brede middensegment, zo snel mogelijk door circulair voer tot stand komen. Maar bij grotere bedrijven, die internationaal opereren, is het nog de vraag, tot hoever en hoe snel deze ontwikkeling realiteit wordt.

Levensmiddelenbedrijven nemen meer verantwoordelijkheid
Timmermans vertelt ook dat levensmiddelenbedrijven en supermarkten steeds meer de verantwoordelijkheid nemen om niet alleen 1e klasse fruit en groenten maar ook 2e en 3e klasse van telers af te nemen. Deze geven ze een bestemming in de voedselketen, als grondstoffen voor sappen of soepen bijvoorbeeld. Ook al is puree uit Italië misschien goedkoper. De uitdaging is hier: schaalgrootte. Die moet voldoende zijn. We kijken daarom meestal binnen een straal van 400-500 km. Timmermans pleit voor allerlei maatregelen die voedselverbranding, maar ook vergisting tegengaan. Voedsel vergisten wordt nog steeds met perverse prikkels in het zadel gehouden. Meer en meer kan en moet naar veevoer, aldus Timmermans.

De verspilling bij consumenten is al jaren aan het dalen. Van 50 kg per persoon in 2013 is het al gedaald naar 34 kg. Ongeveer 10% hiervan is te relateren aan het niet goed kunnen omgaan met houdbaarheidsdata. Icoontjes toevoegen aan de houdbaarheidsdata werkt goed, blijkt uit onderzoek door de WUR. Nu moet de voedselindustrie deze resultaten nog breed benutten. Er bestaat ook sensortechnologie om de werkelijke houdbaarheidsdatum aan te geven. Dat wordt nog nauwelijks gebruikt, het is ook vaak nog niet toegestaan. Het moet veilig gebeuren, en iedereen moet meedoen. Dan kan het goed werken, zegt Timmermans.

Als je financieel wordt uitgedaagd om je grondstoffen beter te gebruiken, wordt het spannend
Financiële prikkels
Minder verpakkingen, op zichzelf een goed idee, kan ook leiden tot meer verspilling. Als porties groter worden kunnen mensen meer weggooien. Dus dat is een spannende, zegt Timmermans. Maar hij is hoopvol. De industriële broodsector heeft een 0-meting gedaan, de aardappelindustrie doet het, en de zoetwarenindustrie. Het ziet er naar uit dat steeds meer sectoren mee gaan doen.

Bij sterk stijgende grondstoffenprijzen is het extra zinvol om verspilling tegen te gaan. Want je maakt meer brood van dezelfde hoeveelheid graan. Dat verlaagt dus de prijzen voor de consument, die kan blijven kopen. Het verdienmodel van verspilling tegengaan is gemiddeld 1 op 14. Dus 1 euro investeren levert je 14 euro op. Tot slot: hoopvol vindt Timmermans dat steeds meer financiële bedrijven zeggen enkel in bedrijven te willen investeren die ook over 10 jaar nog relevant zijn. "Dan wordt het echt interessant, als je ook financieel uitgedaagd wordt om je grondstoffen beter te gebruiken."
Dit artikel afdrukken