Het VGO is een grootschalig onderzoek naar de gezondheidseffecten van wonen in de buurt van veehouderijen. Onlangs zijn de resultaten gepubliceerd. Het onderzoek heeft ondermeer aangetoond dat de longfunctie vermindert bij mensen die wonen in de directe omgeving van een of meer veehouderijen. Fijnstof afkomstig van vee is de grootste boosdoener. Mensen die COPD hebben (een chronische longaandoening) worden daardoor het meest getroffen.
Maandagmiddag was er in de Tweede Kamer een technische uitleg van 3 onderzoekers (RIVM, Universiteit Utrecht en de Wageningen Universiteit) die het onderzoek hebben uitgevoerd.
Wat mij betreft waren er 2 opmerkelijke uitkomsten bij deze uitleg.
Beperkt
Bij de onderzoeksgroep zijn mensen opgenomen die in de buurt wonen van een veehouderij, en die tussen 18 en 70 jaar oud zijn. Mensen jonger dan 18 en ouder dan 70 maken geen deel uit van de onderzoeksgroep. Dat betekent dat het in het onderzoek gaat om een beperkte populatie van gemiddeld gezonde mensen.
Op mijn vraag waarom de onderzoekers niet de maatregel “minder vee” hebben voorgesteld, antwoordde de onderzoeker dat die maatregel zo evident is dat ze die niet hebben opgenomenNu is het zo dat COPD in toenemende mate voorkomt bij ouderen, dus mensen van 70 jaar en ouder. De effecten voor deze ouderen met COPD zijn waarschijnlijk groter. Door deze groep niet mee te nemen weten we niet in welke mate deze groep meer wordt getroffen dan de jongere populatie. Het is wel zeer waarschijnlijk dat de ernst van de effecten groter wordt. De onderzoekers ontkenden dat niet maar ze weten het niet, omdat het niet is onderzocht.
Technische oplossingen
Een van de onderzoekers ging in op de maatregelen die zijn voorgesteld naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek. De kern van de voorgestelde maatregelen is: het verminderen van de uitstoot van fijnstof aan de bron, waarbij met die bron de stal wordt bedoeld. De maatregelen betreffen vooral technische oplossingen waardoor de uitstoot van fijnstof uit de stallen wordt teruggedrongen.
Op mijn vraag waarom de onderzoekers niet de maatregel “minder vee” hebben voorgesteld, antwoordde de onderzoeker dat die maatregel zo evident is dat ze die niet hebben opgenomen. Ofwel, het verminderen van de hoeveelheid dieren is de beste maatregel die je je kunt bedenken!
Sommige dingen zijn zo logisch dat je ze vergeet.
Deze tekst verscheen deze week op de Facebookpagina van Henk Leenders
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Het antwoord op minder vee is minder eenvoudig dan de opmerking zelf.
Bestaande bedrijven die de toekomst in willen, zullen links of rechtsom de kostprijs verhogende maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren, terug moeten verdienen. Als je generiek geen ruimte meer geeft, zal de luchtkwaliteit pas op termijn verbeteren. met stroop etc.
Als je bedrijven ruimte geeft, kun je hieraan extra eisen stellen.
Bedrijven die niet door willen, moet perspectief geboden worden om te saneren.
De reconstructie van begin deze eeuw had de focus op het verplaatsen of saneren van bedrijven tegen de natuur. Kokervisie op ammoniak. Verder van natuur is in veel geval korter bij de bebouwing.
Bij het sturen van het geven van eventuele ruimte zullen we dus wat breder dienen te kijken.
Minder vee heeft ook gevolgen voor de periferie. Houdt men hier voldoende rekening mee?
Wat het stellen van de vraag door de onderzoeker betreft. Dit is een politieke taak. De onderzoeker geeft al blijk van lastig overal hetzelfde beeld neer te kunnen zetten.
Mooi punt voor de kern van deze discussie Jan Peter. Natuurlijk, Henk Leenders maakt een politieke keuze. Er zijn ook andere, zoals jij aangeeft. Als een vakblad dat opschrijft, moet het gerectificeerd worden van de onderzoeker, terwijl onduidelijk blijft wat hij precies bedoelt.*
Niets, zeg jij. En dat klopt natuurlijk. Hij zei - zonder het te zeggen - dat wat je met het rapport doet afhangt van je keuzen in het leven. En hier was het huis een paar dagen geleden te klein, want Foodlog hield zich niet aan de 'feiten'.
Welke feiten?
Om het simpel te houden: jij zegt dat politici falen door hun keuzen 'objectief' te willen laten lijken.
Als je dat bedoelt, ben ik het eens, al denk ik dat 'minder' zowel ecologisch als economisch verstandig is. Ik zou dan ook dezelfde politieke basiskeuze maken als Henk Leenders. Of ik dat in dezelfde stallen zie als Henk, is vervolgens weer de vraag.
* En natuurlijk moet het blad rectificeren als het zaken verkeerd heeft weergegeven. De vraag is alleen ook: zat het er inhoudelijk naast? De aanwijzingen die ik tot op heden heb zeggen 'welnee'.
Minder vee wat? Minder vee op één plek? Minder vee verspreid over heel Brabant? Ik vind minder vee nog helemaal niet zo evident in deze situatie. Eerst maar eens kijken of dat technologisch kan worden opgelost. Da's economisch ook handiger.
Kortom, ik kom even op voor de onderzoekers: er is gevraagd naar de mogelijke gezondheid effecten. Niet naar de oplossingen. Dat is ook hun expertise niet.
De vraag van Henk Leenders 'minder vee' vind ik derhalve ook erg flauw. En daar dan nog een stukje over schrijven kinderachtig. En nu ook nog een beetje gaan suggereren alsof de onderzoekers achter de maatregel 'minder vee' staan.
Jur, met je tweede paragraaf van #1 leg je wat mij betreft de vinger op de zere plek van deze hele discussie die nu al maanden tot opwinding leidt. Met name op Foodlog recent weer, omdat wij ervoor kiezen te laten zien en voelen tot welke uitwassen - in al hun brute kracht - dat leidt.
Wat Henk Leenders scherp ziet, is het feit dat het VGO-rapport keuzen had moeten voorleggen. Keuzes maken is aan de politiek, maar keuzen voorleggen is aan verstandige mensen die van de feitelijke hoed en de rand weten. Naar mijn bescheiden mening is dat dan ook wat de VGO-onderzoekers verweten mag worden en zorgen ze daarom voor verwarring in de pers, die ze - in de persoon van Dick Heederik - vervolgens weer aan de pers verwijten.
#2 Piet. De grondmarkt van landbouwgronden is een hele specifieke markt, waarbij meerdere spelers een spel in spelen dan alleen boeren. Landbouwgrond is een relatief veilige haven qua belegging in angstige tijden. Mensen met geld doen dat dan graag. Dat zijn dan vaak externe partijen. Dus er zit altijd een bepaalde bodem in de markt voor Nederlandse landbouwgrond. Die is niet zo die als bij in Denemarken gebeurde. Het wensdenken dat de landbouwgrondprijs dramatisch zal dalen is telkens op niks gebaseerd gebleken. De grondprijs is vaak ook een verhoudingsgetal t.o.v. andere zaken zoals arbeid, huizen, machines, consumptiegoederen. Dus de illusie dat landbouwgrond amper wat waard wordt, is niet heel reëel.