Utrecht. Kanaalstraat. Vanmorgen was het er om 9.30h al bijna 30 graden. In de Utrechtse wijk Lombok barst het van etenswarenwinkeltjes die gedreven worden door medelandse Nederlanders. Je hoort er Arabische talen, Engels, Zweeds, Duits, Spaans, Papiamento, Ivriet en Aziatische talen. Het niet-Nederlands van Westerlingen komt vaak uit de mond van late twintigers en dertigers. Zo op het oog zijn ze hoog opgeleid. De een in Berlijn, de ander in Oxford of Parijs en ook nog eentje in New York. Ze hebben elkaar niettemin gevonden en wonen nu even in werelds Utrecht.

Ze gaan niet naar de AH, niet naar de Jumbo en niet naar de Aldi. Vanmorgen in ieder geval niet. En ik begrijp het wel. Je voelt je ergens rond de Middellandse Zee al is het op 2 minuten fietsen van Utrecht CS. Er is veel spannend spul te koop. Niet alleen grote courgettes, maar ook kleine. Niet alleen groene, maar ook witte. En geen voorverpakte feta, maar ook losse. Niet alleen van schaap, maar ook van geit. En zelfs, voor verdwaalde Hollanders, die nepper van koe. De merguez kosten er € 5,95 de kilo. De panklare ontbeende kippendijen (veel lekkerder dan de filets) liggen er met armenvol, € 4,95 en super in zowel de grillpan als op de BBQ. Niemand vraagt zich af hoe het kan, maar vindt het juist cool en goed voelen. Je houdt nog heel wat over voor het afwasmiddel en WC-papier van de Aldi en bier van Heineken of Hoegaarden bij de Jumbo.

Het kleine winkeltjes winkelen wordt steeds hipper, bewuster en internationaler. Straks wordt het er nog te druk. Is het geen tijd voor meer van die kleine eetwinkels die uitpuilen van het eten in plaats van de huisbladen, hoofdkantoren, design, brede gangpaden, dure karren, beesies en automatisch scannende kassa's?

Voor nette prijzen word je nog echt geholpen ook. Die buitenlanders weten het wel.





Dit artikel afdrukken