Vlooien die op zwarte ratten parasiteren zouden de pestbacterie op handelsschepen uit Azië hebben meegebracht. Er is bewijs overgeleverd uit 1347 dat een schip Genua, een van de grote handelsmachten destijds, binnenliep met matrozen vol bloedende en etterende gezwellen. Vanuit de Ligurische havenstad verspreidde de pest zich eerst over Italië en later over Europa en Noord-Afrika. Boccaccio schreef zijn Decamerone over een tiental Florentijnen die de geteisterde stad ontvluchtten. Gravures uit die tijd geven een beeld van de paniek en ellende in Florence.
Hongersnoden
Geschat wordt dat wereldwijd tussen de 75 miljoen en 200 miljoen middeleeuwers overleden aan de pest. In Europa legde volgens sommige studies de helft van de bevolking het loodje in een tijdsbestek van vijf jaar. De gevolgen voor de samenleving waren desastreus: politieke ontwrichting, opstanden, moreel verval en hongersnoden.
Er is veel gepubliceerd over de Zwarte Dood en op verschillende manieren onderzoek gedaan. Het onderwerp spreekt nog altijd tot de verbeelding. Geschreven bronnen zijn schaars en noemen geen aantallen. Beeldvorming over de verspreiding, de verschillen in heftigheid per land en regio, en de gevolgen voor de bevolking en samenleving zijn gebaseerd op intra- en extrapolatie van het beetje data dat er is.
Indirect bewijs is wel voorhanden. Zo onderzocht de Nederlandse historicus Joris Roosen in 2020 de gevolgen van de pandemie in het Belgische graafschap Henegouwen aan de hand van onder meer gegevens over successiebelasting. Hoge sterfte onder de bevolking betekende dat er veel erfenissen beschikbaar kwamen.
In de loop van de jaren zouden er weer bossen groeien waar ooit akkers waren. Dat proces moest wel sporen in de bodem achterlaten, bedachten de Duitse en Poolse onderzoekersPollengegevens
Een nieuwe studie van het Max Planck Instituut, afdeling humane geschiedenis, volgt een heel creatieve en listige redenering. Het onderzoeksverslag verscheen in Nature Ecology & Evolution. Als er zoveel doden waren onder de Europese bevolking, dan moet dat in belangrijke mate de boeren hebben getroffen. Want in die tijd was dat veruit de grootste beroepsgroep. Ongeveer iedereen was boer of anderszins werkzaam in de agrarische sector. Grote sterfte onder de boeren zou betekenen dat enorme lappen grond niet meer bewerkt werden, braak kwamen te liggen, grasland werd of verwilderde. In de loop van de jaren zouden er weer bossen groeien waar ooit akkers waren.
Dat proces moest wel sporen in de bodem achterlaten, bedachten de Duitse en Poolse onderzoekers. Ze namen in 19 Europese landen, op 21 plekken, 261 bodemmonsters. Ze onderzochten die op pollen, stuifmeel, die de vegetatie achterliet in de bodem van meren en moerassen, en bepaalden de ouderdom ervan met koolstofdatering. Volgens de auteurs “is bewezen dat pollengegevens nauw verband houden met demografische variabiliteit”. Dat wil zeggen dat trends in de bevolkingsgroei en veranderingen in het landschap hand in hand gaan.
Ontvolkt
Maar hoe vertaal je deze ‘palaeoecological data’, vooral pollen van granen, naar een theorie over de verspreiding en omvang van de pestepidemie, 700 jaar geleden? “Pollengegevens kunnen worden gebruikt om de demografische dynamiek in het verleden te beoordelen, zoals de menselijke druk op het landschap in de pre-industriële periode,” schrijven de onderzoekers. “De voor de Zwarte Dood voorspelde uniforme sterfte van ~50% in heel Europa moet hebben geleid tot een grote en aanzienlijke daling van de graanteelt en een parallelle hernieuwde groei van de bossen in heel Europa.”
De pandemie was in sommige gebieden enorm verwoestend, maar in andere was het veel lichterDat konden de auteurs inderdaad afleiden uit de pollendata voor sommige regio’s, maar niet voor andere. Ook was, aan de onveranderlijkheid of zelfs toename van het stuifmeel, te zien dat sommige streken volop graan produceerden, dus helemaal niet ontvolkt waren en vermoedelijk niet (ernstig) getroffen waren door de Zwarte Dood. De onderzoekers namen een ruime periode, van 1250 tot 1450, voor de context van de pestperiode.
De uitkomsten van het pollenonderzoek werd gelegd naast wat er bekend is over de pest uit andersoortig onderzoek. Bijvoorbeeld: de 14e eeuw was een periode van economische bloei in Polen, waar politieke stabiliteit heerste. Daar is dan ook continuïteit in de graanproductie te zien.
De schatting van 50 procent sterfte, of zelfs 65 procent, zoals de grootste Zwarte Dood-expert Ole Benedictow beweert, is onhoudbaar, volgens de onderzoekers. “De pandemie was in sommige gebieden enorm verwoestend, maar in andere was het veel lichter,” luidt de conclusie. “Onze benadering toont aan dat de sterfte ten gevolge van de Zwarte Dood veel meer plaatselijk heterogeen was dan eerder gedacht.” Aan een nieuw sterftepercentage wagen de Max Planck-onderzoekers zich niet.
Boven: hoge sterfte zorgt voor verandering in het landschap
Onder: bij lage sterfte blijft het land bebouwd
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dat idee is niet nieuw. Barbara Tuchman had het er al over in haar bestseller "The Distant Mirror", in het Nederlands vertaald als "De waanzinnige Veertiende Eeuw" uit 1978. Ze maakte er zelfs een "wet" van (hieronder een citaat uit haar Wikipedia-pagina).
Je moet daarbij ook rekening houden dat er ondertussen de Honderdjarige Oorlog was uitgebroken, met ongecontroleerde soldantenbendes die moordden, verkrachtten en brandschatten. Latere auteurs verklaren ook de "Kleine IJstijd" van anderhalve eeuw later door de verminderde landbouwactiviteit en vermindering van de populatie, met CO2 captatie door de plantengroei.
In the introduction to her 1978 book A Distant Mirror, Tuchman playfully identified a historical phenomenon which she termed "Tuchman's Law", to wit:
Disaster is rarely as pervasive as it seems from recorded accounts. The fact of being on the record makes it appear continuous and ubiquitous whereas it is more likely to have been sporadic both in time and place. Besides, persistence of the normal is usually greater than the effect of the disturbance, as we know from our own times. After absorbing the news of today, one expects to face a world consisting entirely of strikes, crimes, power failures, broken water mains, stalled trains, school shutdowns, muggers, drug addicts, neo-Nazis, and rapists. The fact is that one can come home in the evening—on a lucky day—without having encountered more than one or two of these phenomena. This has led me to formulate Tuchman's Law, as follows: "The fact of being reported multiplies the apparent extent of any deplorable development by five- to tenfold" (or any figure the reader would care to supply).[17]