Psycholoog Jutka Halberstadt is universitair docent Kinderobesitas en Prof. dr. ir. Jaap Seidell is hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze schrijven naast hun academische werk artikelen en boeken over hun vakgebied voor ‘het gewone publiek’. Andere kost. Een pleidooi voor een gezonder en duurzamer voedselsysteem is hun vierde gezamenlijke boek sinds 2011. Het bevat artikelen die eerder in Het Parool verschenen.

Blonde vragen
Van de auteurs is vooral Jaap Seidell bekend door zijn werk in de wetenschap en de media. Hij is onvermoeibaar als promotor van een gezonde leefstijl, als aanjager van beleidsverandering, bestrijder van misverstanden, stimulator van frisse initiatieven, legger van vingers op zere plekken, adviseur van de hoogste (internationale) organen, inspirator van studenten.

Seidell doet wetenschappelijk onderzoek volgens de hoogste standaarden en is kritisch op pseudowetenschap, maar gaat net zo gemakkelijk op de hurken voor blonde vragen van tv-programmamakers. Hij is op alle denkbare platforms aanwezig, in de collegezaal, de Haagse vergaderkamer, het vakblad, de krant, de tv, YouTube, Twitter. Hij reageert gewoon mee op Foodlog.
Een voorbeeld dat onder professoren veel te weinig navolging krijgt.

Onderliggende structuren
De ondertitel van het boek belooft een analyse van het huidige en het bepleite ‘voedselsysteem’, maar Halberstadt en Seidell besparen de lezer academische verhandelingen over onderliggende structuren, van welke aard ook. Andere kost is een bundeling en uitwerking van de stukken die beiden afgelopen jaren voor het Amsterdamse dagblad Het Parool schreven, en die moesten voor iedere lezer begrijpelijk zijn.

Wat niet betekent dat het lichte of karige kost is. De auteurs bestrijken praktisch het gehele terrein van Voeding & Gezondheid, wat dit boek van 256 pagina’s ‘all you need to know’ maakt. Ze splitsen hun terrein in het boek op in twee delen: ‘voeding en de macrokosmos’ en ‘voeding en de microkosmos’. Veel ontwikkelingen krijgen een informatieve, doch bondige historische context.

Om te beginnen met ‘de microkosmos’, daarin gaat het over de kwaliteit en kwantiteit van de voeding in relatie tot de gezondheid. ‘Niks mis met een paar sneetjes goed brood’ en ‘De hobbels van het veganisme’ zijn titels van paragrafen waarin de wetenschappelijke consensus en (als die ontbreekt) het gezonde verstand worden aangehaald. Alle actuele onderwerpen komen voorbij: problematisch eetgedrag, stilzitten, darmbacteriën, vitaminen, suiker, vasten, ketogeen. Het eindigt met de bekende adviezen voor gezond eten.
Eigenlijk is alles prima, behalve te veel en ultra bewerkt.

Met dat activisme valt het wel mee. Er wordt in het boek niet met vuisten op tafels geslagen, waar dat best weleens had gekund
Aankaarten
In ‘de macrokosmos’ vinden we de ‘systemen’ waar de ‘consument van voeding’ mee te maken heeft: de politiek, de economie, de gezondheidszorg, de natuur en de voedselproductie. “Veel van de problemen die we in dit boek zullen aankaarten, zijn van een ontmoedigende schaal en grote urgentie.” Zo begint de inleiding. Daaronder volgt wat er allemaal mis ging. Die problemen “zijn niet simpel op te lossen”. Ze worden wel “breed erkend door gezaghebbende instituties zoals de Verenigde Naties, maar dat leidt zelden tot doortastend optreden door overheden en burgers.”

De leus ‘ons voedselsysteem moet op de schop’ noemen de auteurs snel zelf ‘activistisch’. Met dat activisme valt het wel mee. Er wordt in het boek niet met vuisten op tafels geslagen, waar dat best weleens had gekund.

Lobby’s
In hoofdstuk 7 ‘Precies wat het bedrijf wil horen’ vertellen de auteurs over hoe het bedrijfsleven de wetenschappelijke en publieke opinie beïnvloedt. Dat gaat er in die praktijk grof en uitgekookt aan toe. Wetenschappers die zich voor het karretje van de industrie laten spannen en studieresultaten produceren met voor het onderzochte product gunstige uitkomsten. Lobby’s bij de overheden met het doel het beleid te sturen.

Het is moeilijk om louter onafhankelijk onderzoek te (laten) doen als basis voor voedselbeleid, enerzijds omdat de overheid en universiteiten samenwerking met het bedrijfsleven juist wenselijk vinden en nodig hebben, anderzijds omdat veel wetenschappers, die voor onafhankelijke commissies in aanmerking komen, banden hebben met het bedrijfsleven.

“Het is tijd om als samenleving te kiezen voor een beleid en wetgeving die gericht zijn op een omgeving die de gezondere keuzes niet hindert maar vanzelfsprekend maakt en de ongezondere keuzes de uitzondering laat zijn,” concluderen de auteurs.

Dat klinkt als precies wat we nodig hebben. Maar gaat dat er ooit van komen? In 2018 presenteerde staatssecretaris Blokhuis trots zijn Nationaal Preventieakkoord, waarin zelfregulering door bedrijven een belangrijk uitgangspunt is. We weten inmiddels dat dat niet werkt. Krijg je dat als je ‘de samenleving laat kiezen’?

Bij alle wijsheid die het bevat, is 'Andere kost' een boek om verdrietig van te worden. Het leest als een goed gedocumenteerd historisch verslag van mislukkingen
Verdrietig
Bij alle wijsheid die het bevat, is Andere kost een boek om verdrietig van te worden. Het leest als een goed gedocumenteerd historisch verslag van mislukkingen. Van inzichten die niet tot acties hebben geleid. Van gebrek aan daadkracht vooral. Van criminaliteit, onkunde en ander menselijk falen.

De problemen, die we haarfijn kennen, spugen ons al decennia in het gezicht. Van de obesitasepidemie tot het verlies van biodiversiteit, van de ongebreidelde manipulatie door voedingsmiddelenbedrijven tot de gevolgen van het slappe neoliberale beleid in Den Haag.

De jeugd ontploft, het land is vergiftigd, de bevolking is verdeeld.

De auteurs geven tenslotte ‘Tips voor de overheid’, maar er volgt uit hun geschiedenisles die daaraan vooraf gaat geen rationele aanleiding om te veronderstellen dat die gaan werken. Daar kunnen zij natuurlijk ook niets aan doen.

Taalgebruik
De afstand tussen theorie en praktijk zit – zoals zo vaak - in het taalgebruik, het keurige academische dat kennelijk onvermijdelijk is om zo’n boek te kunnen schrijven.

Een citaat: “Zo is berekend dat bij een verlaging met 10 procent van de prijs van gezond voedsel door middel van subsidies de consumptie ervan stijgt met 12 procent. Daarnaast zal een stijging van 10 procent van de prijs van ongezonde voedingsmiddelen met 6 procent laten dalen; een substantiële verandering van voedingsgewoonten die op geen enkele manier met voorlichtingscampagnes kan worden bereikt.” (p.51)

Wat denkt de lezer daarbij? Duidelijk verhaal, maar waarom is dat gvd nog niet geregeld in Nederland dan?

Klare taal was gewenst. Gaan de voedingsmiddelenbedrijven tegen hun aandeelhouders zeggen: en nu gaan we alleen nog producten maken waar we gezonder van worden? Voert de overheid strenge maatregelen in, op elk vlak denkbaar, om de jeugd tegen obesitas te beschermen? Zal de biologische landbouw de gewone burger gaan voeden? Worden boeren gedwongen hun land af te staan voor recreatienatuur en ecowijken? Waarom niet vol inzetten op hoge, duurzame technologie? Wordt de ongelijkheid tussen arm en rijk aangaande gezondheid en onderwijs weggewerkt?

Het had allang gekund en gemoeten, dus wie zegt dat het ooit wel gaat gebeuren?

Gestumper
Dit wordt geschreven op de dag nadat Oranje smadelijk afging tegen Tsjechië op het EK voor voetballers. Dat verklaart ook wel een beetje de toon, sorry, maar de parallel is te mooi om niet op te rapen.

We doen het goed met z’n allen in Nederland: vinden dat je lekker bezig bent, creatief, visionair, eigenzinnig, beter. Als de echte wereld opduikt, al is het alleen maar Tsjechië, dan blijkt het toch gekeutel te zijn. ‘Een requiem voor onmachtig gestumper’, dat zou een passende ondertitel zijn voor Andere kost. Maar die doet geen recht aan de positieve en onvermurwbare instelling van Halberstadt en Seidell.

De tijd van het gratuite polderen is voorbij. Dat geeft dit boek - beschaafd doch overtuigend - mee. Met alleen de problemen ‘aankaarten’ en ‘de samenleving laten kiezen’ komen we er niet. Halberstadt en Seidell doen een oproep om weer volgens de goed bijbelse principes van het ‘rentmeesterschap’ te gaan denken en doen. Is dat in de geschiedenis (niet alleen in die van het CDA) wel een werkbaar concept gebleken?

Actie is geboden. Te beginnen in Den Haag, maar dat zal wel na het zomerreces worden.


Jaap Seidell en Jutka Halberstadt: Andere kost. Een pleidooi voor een gezonder en duurzamer voedselsysteem. Atlas Contact, € 22,99.
Dit artikel afdrukken