Eind vorige eeuw leek het een win-winsituatie, schrijft de Volkskrant: Europese zuivelproducenten konden hun afzetmarkten verruimen en leverden tegelijkertijd een bijdrage aan de voedselzekerheid in arme landen. Want zeker in de Sahel zouden lokale veeboeren nooit aan de toenemende vraag kunnen voldoen. Het leek mooi en daarom kwam er ook nog eens een extra laag importtarief van 5%.

Nadat het melkquotum in 2015 door de Europese Unie werd afgeschaft, nam de export van poedermelk door Europese zuivelbedrijven naar West-Afrika explosief toe. Met name door Nederlandse zuivelbedrijven, want deze groeiden het meest na het vrijlaten van de quota. De export bestaat vooral uit magere melkpoeders. Die worden weer aangelengd met goedkopere plantaardige vetten zoals palmolie, blijkt uit een rapport van onder meer Oxfam België uit 2019. In West-Afrika zijn veel consumenten al zo aan die melkpoeders gewend dat ze zich niet meer bewust zijn van het smaakverschil; laat staan het verschil in voedzaamheid ten aanzien van echte melk. In tien jaar verdrievoudigde de export van deze zogeheten plantaardige vetten (PV-)mengsels tot bijna 277.000 ton.

Oxfam wijst niet alleen op de veel lagere voedzaamheid. Volgens de organisatie pakken deze nutritioneel beperkte melkpoeders ongunstig uit voor milieu en mens. Oxfam herhaalt hier het al vaker onderuit gehaalde argument dat palmolieproductie ontbossing tot gevolg zou hebben, terwijl de productie van palmolie juist efficiënt is en natuursparend kan zijn. Correcter is de bewering dat de West-Afrikaanse boer het onderspit delft. Zijn kostprijs is te hoog en zijn volumes zijn te laag om met de goedkope samenstelling van de poeders te kunnen concurreren. Ook hebben ze door verschillende ontwikkelingen - klimaatverandering en groeiende schaarste aan land - minder productiemogelijkheden.

Europese zuivelbedrijven en met name FrieslandCampina zijn ook ter plekke in West-Afrika (Nigeria) verse melk gaan produceren. Volgens woordvoerder Jan-Willem Avest draagt FrieslandCampina hierdoor bij aan de lokale ontwikkeling. Marieke Kruis van Oxfam België vindt dat geen oplossing. Zij denkt dat Afrikaanse boeren door deze ontwikkeling afhankelijk worden van "westerse bedrijven voor hun afzet en net als de Europese boeren op den duur steeds verder worden afgeknepen door de multinationals met hun inkoopmacht. Die bedrijven komen hier echt niet om de boeren te helpen maar vooral omdat ze hier een groeiende afzetmarkt zien." Of die kritiek terecht is of vooral voorkomt uit een ideologie is een punt van discussie. FrieslandCampina is van oudsher een coöperatie die nou juist boeren helpt om samen een vuist te maken in de markt.
Dit artikel afdrukken