Dat beschrijven arts-onderzoekers van het Amsterdam UMC in Science Translational Medicine. Alleen al in Nederland krijgen jaarlijks 500 patiënten met bloed- of lymfeklierkanker een stamceltransplantatie, waarmee een nieuw immuunsysteem opgebouwd wordt. Het grote risico van een dergelijke ingreep is een afstotingsreactie: de helft tot driekwart van de patiënten krijgt daarmee te maken. Daarom krijgen patiënten zware medicatie om afstoting te voorkomen.

Uit recent onderzoek blijkt dat een gezonde darmflora de overlevingskansen van stamceltransplantatiepatiënten verbetert. Maar de chemo- en zware antibioticakuren die aan een stamceltransplantatie vooraf gaan, leggen meestal ook de darmflora plat.

Dat was de aanleiding voor de Amsterdamse arts-onderzoeker Yannouck van Lier om bij 15 leukemiepatiënten na de stamceltransplantatie ook een poeptransplantatie uit te voeren. Via een slang in de neus kregen de patiënten gefilterde ontlasting van gezonde donoren toegediend. "Bij 10 patiënten waren de afstotingsverschijnselen na een maand verdwenen. Bij 6 patiënten kon het gebruik van afweeronderdrukkende medicijnen worden afgebouwd zonder dat de afstotingsverschijnselen terug kwamen, 4 anderen kregen een terugval," schrijft de Volkskrant. Vier patiënten uit de onderzoeksgroep overleden; hun darmflora bleek na de poeptransplantatie nauwelijks diverser geworden te zijn.

Blijft de vraag of een poeptransplantatie voor alle patiënten de behandeling van de toekomst is. Vervolgonderzoek bij grotere aantallen patiënten, op Europees niveau, moet daar uitsluitsel over geven.

Poeptransplantaties zijn in Nederland alleen erkend als behandelwijze (dankzij de inspanningen van internist Max Nieuwdorp) bij een ernstige darminfectie met Clostridium difficile. De Nederlandse Donor Feces Bank (NDFB) in Leiden - in 2016 in het leven geroepen - werkt aan een compassionate use-programme, waarbij patiënten onder strikte voorwaarden een nog niet goedgekeurde behandeling krijgen.
Dit artikel afdrukken