Al jaren horen we zorgelijke berichten over bijensterfte. Bij de jaarlijkse vlindertelling klinken ook al geen vrolijkstemmende geluiden. Dit najaar constateerden Duitse onderzoekers een grote algehele achteruitgang van insecten. Iets waar we ons misschien wel bewust van waren dankzij het 'windshield phenomenon': het verschijnsel dat vroeger na ieder autoritje in de zomer de voorruit compleet bezaaid was met insecten, maar de laatste jaren niet meer. Hoewel er mensen zijn die beweren dat een betere aerodynamica van auto's voor schonere ruiten zorgt, haalde het onderzoek uiteindelijk de wereldpers.

Toch blijkt er ook goed nieuws te melden te zijn over insecten. Er zijn weer meer libellen en dat is vooral te danken aan de verbetering van de waterkwaliteit. Waar in de tweede helft van de vorige eeuw veel van het Nederlandse oppervlaktewater sterk vervuild was, hebben rioolwaterzuivering, strengere regelgeving en natuurherstelprojecten voor verbetering gezorgd. "Op veel plaatsen waar het vroeger stonk, groeit nu vegetatie en vliegen weer weidebeekjuffers", schrijft de Vlinderstichting. Die telt sinds een aantal jaren in 'Landelijke Meetnetten' met vrijwilligers de aantallen en soorten dagvlinders én libellen. Waar de dagvlinders sterk in aantal achteruit zijn gegaan (met een derde in de afgelopen 25 jaar, aldus Trouw), nemen de libelles juist in aantal weer toe (al vlakt de toename af). "Van de 65.262 libellen die in 2016 geteld zijn, behoorde meer dan de helft tot de talrijkste vier soorten: azuurwaterjuffer, lantaarntje, watersnuffel en viervlek", aldus de Vlinderstichting.

Spectaculaire toename
De provincie Utrecht doet nog een schepje bovenop het goede libellennieuws. In de provincie werd vorig jaar het gebied tussen de Kromme Rijn en de Lek in de omgeving van Houten, Bunnik, Wijk bij Duurstede en Schalkwijk uitgekamd voor het Provinciaal Ecologisch Onderzoek 2016, meldt het AD. Daaruit bleek dat "vergeleken met tien jaar geleden vooral de toename van libellen als de breedscheenjuffer en de weidebeekjuffer spectaculair is te noemen." Tijdens het onderzoek was de meest waargenomen beschermde soort de heikikker, en de tweede ook al een libellesoort, de rivierrombout.
Dit artikel afdrukken