Nederland telt 330.000 kilometer aan sloten en die stoten methaan uit: naar schatting 3-16% van de nationale methaanemissie. Er zijn methoden om de methaanuitstoot te verminderen. De meeste winst lijkt niet in de sloten te behalen, maar bij de landbouw.

Sloot en mest
Naast smeltende permafrost, plastic in de zon, bomen, koeien, stortplaatsen, stadsvijvers en termieten, stoten dus ook de smalle waterwegen het broeikasgas uit dat een veel grotere klimaatimpact heeft dan CO2. Sloten die grenzen aan boerenland, stoten meestal meer methaan uit. Dit komt door uitspoeling van meststoffen. Daardoor vormt zich de ideale voedingsbodem voor planten en algen. Bacteriën breken vervolgens dode planten en algen af. Als er geen zuurstof meer voorhanden is, worden de methaan producerende bacteriën actief. Door klimaatverandering versnelt dit proces ook nog eens.

Minder mestuitspoeling, baggeren en dan pas karpers
Hoe kunnen we de methaanuitstoot van sloten verminderen? Baggeren is een goede optie, omdat je de voedingslaag voor de methaanbacteriën uit de sloot schept. Verder kan met fosfaatbindende klei de groei van algen worden geremd, zodat methaan producerende bacteriën minder kans krijgen. Ook het stimuleren van onderwaterplanten is veelbelovend. Uit onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van deze planten leidt tot minder methaanuitstoot, ook bij de toenemende temperaturen die we in Nederland kunnen verwachten gezien de klimaatverandering.

Andere opties zouden grondomwoelende dieren zoals karpers kunnen zijn. Theoretisch verhogen die het zuurstofgehalte in de bodem. Ecoloog Sarian Kosten heeft vorig jaar een Vidi-beurs van NWO (800.000 euro) ontvangen voor onderzoek naar bodemwoelers. Zelf lost het probleem echter liever aan de bron op: “De meeste ingrepen hebben weinig zin, als niet eerst de aanvoer van meststoffen van de akkers sterk omlaag gaat”. Wat overblijft, kan karperwerk worden.
  • Deel
Druk af