Varkenshouders komen slechts moeizaam van hun mest af. Zeventig tot tachtig procent van de bedrijven zit met onvoldoende geleegde mestputten, schrijft Boerderij. Handelaren willen hun mest niet meer ophalen omdat ze zo snel geen nieuwe markten kunnen vinden om die af te zetten.

De handel vervangt de afzet van varkensmest door de vrijkomende rundermest omdat akkerbouwers daar de voorkeur aangeven. Onderwijl spinnen handelaren garen bij de volle mestputten van de varkenshouderij, door de kosten van de afvoer op te schroeven.

Oost-Europa
Alleen varkenshouders met vaste contracten komen nog van hun mest af. De boerenbelangbehartigingsorganisaties NVV en LTO schieten varkenshouders te hulp door hen aan mestverwerkingscontracten te helpen. In moderne mestverwerkende fabrieken wordt de mest zodanig verwerkt dat die over grote afstanden vervoerd kan worden voor bemesting op plekken waar tekorten aan mest bestaan. Dat is bijvoorbeeld het geval in Oost-Europa.

Bodemvruchtbaarheid niet gediend bij verwerking
Tegenstanders van deze afvoerstrategie wijzen erop dat mestverwerking kostbaar en fraudegevoelig is. Zij zouden liever zien dat de oorzaak van het mestoverschot wordt aangepakt: maak niet meer mest in een gebied dan het gebied zelf kan gebruiken in zijn akkerbouw. Dat zou bovendien beter zijn voor de bodemvruchtbaarheid omdat niet verwerkte mest meer zou doen voor de bodemstructuur en -vruchtbaarheid dan technologisch in componenten uit elkaar en weer in elkaar gezette meststoffen.

Fotocredits: 'Strontrijden', ynskjen
Dit artikel afdrukken