Nederland dreigt alsnog zijn zeldzame koeien te verliezen als gevolg van het mestoverschot, schrijft de Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH) in een persbericht. Na overleg met toenmalig staatssecretaris Van Dam kwam er een vrijstelling van de mestregels voor melkkoeien van zeldzame rassen als de Fries Hollandse, Fries roodbonte, Blaarkop, Lakenvelder, Brandrode en Witrik. Maar het is de SZH niet gelukt om die vrijstelling voortgezet te krijgen. "De vanaf 1 januari 2018 ingaande fosfaatwetgeving laat volgens het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) geen ruimte voor die vrijstelling," aldus de SZH. En dat gaat de Nederlandse bijzondere rassen opbreken, waarschuwt voorzitter Geert Boink.

Uit een door de SZH gehouden enquête onder melkveehouders van zeldzame koeien zoals de Fries Hollandse, de Fries roodbonte, de Blaarkop, de Lakenvelder, het Brandrood rund en de Witrik, blijkt dat een derde van de boerenbedrijven hun zeldzame koeien zal laten slachten, inkruisen of afvoeren. Van sommige van deze rassen zijn er nog maar 500 tot 1200 dieren over waardoor ze al ernstig kritiek of bedreigd zijn in hun voortbestaan. Deze historische rassen leveren veel minder op dan de op melkproductie gefokte Holstein Friesian. Inmiddels bestaat nog maar een kwart (0,25) procent van onze melkveestapel uit oude Nederlandse runderrassen.

Boink: ‘Het probleem betreft maar een heel kleine groep van in totaal 3000 tot 5000 melkveekoeien.’ Terwijl Europa en ook Nederland er alles aan moeten doen om de agro-biodiversiteit zoals zeldzame landbouwhuisdierrassen te behouden, is er in de nieuwe fosfaatwetgeving geen enkele ruimte gelaten voor bescherming van ons levend erfgoed. ‘Dit voorjaar redden de Kamer en Van Dam de koeien van de slacht, maar dat blijkt achteraf alleen maar tijdelijk te zijn geweest.’ Ook het lot voor de voor vleesproductie gehouden zeldzame koeien is nog ongewis.

De SZH zet het overleg met het ministerie voort. Boink: ‘We hopen dat het Ministerie met spoed aan een regeling werkt waarbij voor het houden van zeldzame landbouwhuisdieren een premie per dier wordt verstrekt. In andere Europese landen is die regeling al vele jaren praktijk.’ De EU heeft hier subsidiemiddelen voor, inclusief normen om de hoogte van de premie vast te stellen. Maar de Nederlandse overheden (het Rijk en de provincies) zijn, zo erkende Van Dam afgelopen zomer, vergeten om in Brussel aan te kloppen voor deze EU-middelen ter bescherming van zeldzame veerassen en agro-biodiversiteit. Boink: ‘Het kan niet zo zijn dat we tot 2020 moeten wachten om die regeling van kracht te laten worden. Het is op dit moment al code rood voor onze oorspronkelijke runderrassen.’


In de bijlage bij het persbericht legt de SZH uit waarom het voor de boeren met zeldzame koeien niet haalbaar is hun veestapel in stand te houden. Met de uitzondering in de fosfaatreductieregeling kon een melkveebedrijf met 100 koeien van een zeldzaam ras 7,6 zogeheten Groot Vee Eenheden 'extra' aanhouden. Maar per 1 januari 2018 moeten alle melkveebedrijven voor al hun dieren - koeien, kalveren en jongvee - fosfaatrechten hebben. Voor de extra dieren die de houders van zeldzame rassen konden aanhouden, moeten nu extra fosfaatrechten aangekocht worden. Dat gaat naar verwachting €4.000-€5.000 per extra koe kosten. Een investering tussen de €30.000 en €38.000. "Daarmee is het effect van wat in 2017 als maatregel ter behoud van deze zeldzame rassen was bedoeld, met hetzelfde gemak in 2018 weer teniet gedaan," aldus de SZH.
Dit artikel afdrukken