Voedingsstoffen die het lichaam niet zelf kan maken uit ander stofjes en die uit voeding moeten worden opgenomen, heten essentiële voedingsstoffen. Zonder die bepaalde eiwitten, vetten, vitaminen, mineralen of andere nutriënten krijgen we gebrekziekten. Vitamine C en omega 3-vetzuren zijn bekende voorbeelden.

Essentiële voedingsstoffen
Veel dieren kunnen wel vitamine C en omega 3-vetten synthetiseren. Waarom mensen niet? Omdat de noodzaak daartoe in de loop der (vele) jaren eruit is geëvolueerd. Kennelijk had de vroege mens voldoende vitamine C (van fruit) en omega 3 (van dieren) in zijn voeding. Vitamine B12 is ook een essentiële stof. Te weinig ervan kan leiden tot neurologische aandoeningen, zoals tintelingen en uitvalsverschijnselen, maar ook concentratie- en geheugenproblemen. Vitamine B12 zit alleen in dierlijke producten, daarom moeten veganisten het bijslikken.

De evolutie is geen recht pad
Planteneters, evolutie en B12
Als alle dieren B12 nodig hebben, dan dient de vraag zich aan hoe planteneters er aan komen. Koeien bijvoorbeeld. De vitamine blijkt, aldus een verrassend artikel in Discover, geproduceerd te worden door bacteriën in de dikke darm. Die symbiose is in de loop van de evolutie ontstaan.

Ook in de dikke darm van mensen wordt B12 gemaakt door bacteriën, dat is meetbaar in de feces. Waarom moet de mens dan toch B12 slikken? Omdat het niet in de dikke darm opgenomen kan worden. Doordat de oermens kennelijk zoveel dierlijk materiaal met ruim aanwezig B12 tot zijn beschikking had, is de absorptie van B12 verplaatst naar de dunne darm, die in het spijsverteringskanaal vóór de dikke darm komt. Het wordt dus te ver in het lichaam aangemaakt. “De evolutie is geen recht pad”, aldus Discover.
Dit artikel afdrukken