De Nicolaas G. Pierson Foundation, het wetenschappelijk bureau van de Partij voor de Dieren, organiseerde afgelopen vrijdag congres 'Meat the Truth: next Generation'. Als keynote speaker was Melanie Joy uitgenodigd, die sinds de publicatie van haar boek de wereld rondreist met haar presentatie over 'carnism'.

Melanie Joy is opgeleid als psycholoog. Ze houdt zich bezig met het 'waarom' van ons vlees eten of juist geen vlees (willen) eten. Ze denkt dat dat er een 'gat' zit in onze beleving van vlees. We vragen ons niet af waarom het vlees van sommige dieren wel eetbaar is en van andere niet. Geen (Westerse) mens die eraan zou denken zijn geliefde huisdier op te eten. Denk aan Youps 'Flappie'. Of doe een gedachtenexperimentje waarin de gastvrouw van het overheerlijke vleesgerecht dat je zojuist bij haar gegeten hebt je influistert: neem een kilo vlees van een jonge Golden Retriever...

Dit 'gat' wordt volgens Melanie Joy veroorzaakt door een collectief en onzichtbaar 'belief system': carnisme. Verreweg de meeste mensen, zegt ze, zijn zich er niet van bewust dat vlees eten een keuze is en geen gegeven. Het carnisme is volgens haar een dominant sociaal systeem dat onze perceptie verstoort. Door ons sociale carnisme denken we dat vlees eten 'normaal, natuurlijk en noodzakelijk' is. Carnisme verbreekt de link tussen dieren en vlees. We zien vlees, maar niet de al die dieren er voor dood zijn gemaakt.

Als je je niet bewust bent dat iets helemaal niet normaal of natuurlijk is, voel je ook de noodzaak niet daar verandering in te brengen. Melanie Joy laat zien dat het carnisme, net als andere 'ismes' (racisme, sexisme) helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Zij wil met haar verhaal - en met haar beweging CAAN - een bewustwordingsproces op gang brengen. We hoeven niet allemaal veganist te worden, maar we moeten wel begrijpen waarom we 'dode dieren' eten. Dan kunnen we zelf kiezen of we dat anders willen.

Het was een verhaal zonder drama, al illustreerde Joy haar lezing met de nodige gruwelijke beelden en verbluffende cijfers. Wereldwijd worden bijvoorbeeld 144.000 dieren per minuut gedood. Was het de onderkoelde en welhaast ironische presentatie, waardoor de vleeseters in de zaal zich niet bijzonder aangesproken voelden? Of is het carnisme inderdaad zo ver doorgedrongen in onze mentaliteit dat deze werkelijkheid geen 'haakje' vindt in ons denken? Of is het nog iets anders: is de samenleving minder bewust te maken en dus minder maakbaar dan we denken?

Dit weekend barstte de discussie over Johannes de Bultrugwalvis los. Hem laten, redden, teruggeven aan de natuur of voorzetten aan de mens of dier. Het waren allemaal opties die in de discussie heftige reacties opriepen. De publiciteit rond Johannes' laatste dagen en uren en de reacties daarop waren in ieder geval tekenen van de bewustwording waar Joy naar streeft.

Maar dan begint het pas. Als carnisme een onbewust sociale en automatische keuze is, dan is veganisme het tegenovergestelde. Niettemin moeten we ons realiseren dat planten weliswaar niet individueel, maar als systeem intelligente strategieën volgen om hun voortbestaan veilig te stellen. Kunnen we vanuit een keuze tégen vlees onbewust hun leven naar onze hand zetten en het nemen? Dat stelt ons, bewuste Westerse 21e eeuwers, dan ook voor een gruwelijk vraagstuk: kunnen we kiezen geen leven te nemen en toch leven? Er is maar één antwoord mogelijk: nee.

Natuurlijk, een individu hoeft geen vlees te eten om te overleven. Het is echter niet onwaarschijnlijk dat onze soort zijn hoge mate van bewustzijn heeft kunnen ontwikkelen dankzij het eten van dierlijke producten, met name vis. Joy laat ons de keuze - vlees, vis of planten. Daarin schuilt het pijnlijke dilemma waarmee ze de sociale aap die een echt mens moet worden opzadelt. We zullen altijd schuldig zijn en moeten leren dat bewust te aanvaarden. Zou dat weggelegd zijn voor heel gewone stervelingen?

Fotocredits: Menselijke vleeswaar, Mr Jaded
Dit artikel afdrukken