Vraag de gemiddelde boer wat hij wil en je zult ontdekken dat hij wil groeien. Groei zorgt voor een lagere kostprijs. Vraag je hem of hij zich niet realiseert dat hij daardoor steeds meer gaat maken dat steeds minder waard is, dan zegt hij dat je het niet snapt. Soms heb je hoge en soms heb je lage prijzen. Je maakt dus af en toe teveel waar je te weinig voor krijgt. Maar werk je niet voortdurend aan je kostprijs, dan prijs je je structureel uit de markt. Als iedereen goedkoper wordt dan jij, dan ben je weg. Ook in betere tijden. Zo redeneert de boer.

mega
Nou de burger. In ons kleine landje, zijn boerenbedrijven door die houding het landschap uitgegroeid. Dat vindt de burger die hier leuk wil wonen. Hoewel steeds meer boeren verdwenen en steeds meer boerderijtjes woning werden, kwamen er tegelijk steeds meer grote bij. Bij boerderijen die geen woning werden, kwam een grote stal. En later nog één. Nu dreigen er nóg grotere bij te komen. 'Mega' worden ze genoemd als het om beesten gaat. Burgers lopen ertegen te hoop.

Bij planten werkt het kennelijk (nog) anders. Wat begon als wat kassen om een paar druiven in ons land te kunnen telen, werd een gigakassencomplex voor tomaten, komkommers en paprika's. Toch hoor je in het Westland zelden bezwaren. De mensen daar zijn er mee opgegroeid. Passanten rijden snel door en hoeven er niet te wonen.

Voor plantaardig spul op akkers buiten ligt het nog weer anders. Wat zich in honderden jaren ontwikkelde tot leuke landschappen veranderde in saaie mega akkers met allemaal hetzelfde spul en drassige eentoningheid in de winter. De burger heeft er nog niet zo'n probleem mee want hij ziet 's zomers wuivend graan. Toch beginnen de protestorganisaties zich te roeren. Straks gaat de pers mee, want die vindt ook dat de boeren er wel mega veel op spuiten. Dat doen ze omdat de kwaadwillende beestjes een luilekkerland hebben op hectares vol van het hetzelfde gewas. Zo makkelijk hadden die krengen het vroeger niet. Daar heb je alleen niks mee te maken als je er per ongeluk dichtbij woont.

verrommelen
Planologen, politici, boeren en gewone burgers hoorde ik er de laatste tijd over. Alleen al duizenden melkveehouders willen opschalen. Dat zijn heel wat fabrieksgebouwen in het landschap erbij, want zelfs als alle koeien de wei in gaan, dan moeten ze toch nog van oktober tot april onder dak. Ieder van die boeren heeft individueel net te weinig geld om er echt wat moois van te maken en bovendien krijg je heel veel stallen in plaats van één grote.
Hetzelfde geldt voor de varkens- en kippenhouders die daar in steeds grotere stallen jaarlijks ruim 400 miljoen dieren grootbrengen. Als we even niet opletten krijgen we er dus nog duizenden grote stallen bij. Kriskras door het land, want daar wonen de boeren nu eenmaal. Dat wil het publiek niet. Het is nl. te lang niet serieus genomen in zijn bezwaren en wil mooi wonen zonder al die lelijke blikvervuiling, we zijn tenslotte al met zoveel. Hebben we er geen mega zooitje van gemaakt, merkte een planoloog op. Later hoorde ik een megaboer hetzelfde zeggen, maar dan tegen de overheid die alles maar heeft laten gebeuren.

In Den Haag hebben ze nu bedacht dat er een maatschappelijk debat moet komen om te kijken of er nog wat te lijmen valt. De boer moet, zo zegt hij zelf, tenslotte groeien of verdwijnen. Als hier niemand meer winstgevend kan boeren, worden boerenland en opstallen waardeloos. Afgelopen week hoorde ik een melkveehouder zeggen dat hij verwacht dat de boeren het debat rationeel zullen winnen, maar emotioneel niet. De andere boeren die erbij zaten vonden voornamelijk dat ze gewoon door moesten gaan met ademen en groeien. Zo doen ze dat immers altijd al. Alle koeien buiten en klaar is Kees de Boer met Jan de Burger en oud-minister Hans Alders die nu het maatschappelijk debat met 1000 Nederlanders van 18 jaar en ouder mag gaan voeren.
Ik ben benieuwd hoe representatief de tegenbeweging het debat gaat vinden en verwacht dat de media bol zullen staan andere geluiden dan die van 'Alders', maar daar wil ik het niet over hebben.foto: Guggenheim-museum, Bilbao

een nieuwe, mooi makende 'ruilverkaveling'
Mij bekroop een vrolijk makend gevoel toen ik de melkveehouder dat tegen zijn collega's hoorde zeggen. Er is doodgewoon een nieuwe 'ruilverkaveling' nodig. De planologen uit Den Haag, in de provincies en in de provincie-steden en dorpen hebben het platteland de afgelopen jaar of 20 en misschien wel 30 domweg 'verrommeld'. Zo noemen architecten die oog voor de omgeving hebben het toestaan van bouwplannen zonder visie op de toekomst en de samenhang.

Vandaar mijn simpele plan. Maak gewoon een paar echte megaboerderijen. Een stuk of 12, in iedere provincie eentje. Een soort modern gemengd bedrijf met hypermooie grootse in plaats van alleen mega architectuur. Gebouwen en opstallen als moderne boeren-Guggenheimmusea of Taj Mahals in het landschap. Niet mega, maar veel groter, zodat het een wereldwonder wordt waar we trots op zijn. Met veel afwisseling in de teelten - van aardbeien tot appels en van boerenkool tot kweeperen - zodat het spuitprobleem verder kan worden teruggedrongen. Met vele beesten waarvan de mest op de landerijen gaat. In die landerijen integreren we de dorpen en de steden. Dat betekent dat je een heleboel om de hoek kunt halen zonder dat er winkels en heel veel heen en weer gesleep tussen distributiecentra nodig is. Wist u dat een tomaat uit het Westland honderden kilometers aflegt eer hij bij een buurvrouw arriveert die op 2 kilometer afstand woont? Met alle kwaliteitsverlies en verpakkingskosten van dien. Fantastisch wordt dit, want het eten wordt goedkoper, terwijl wij er tegelijk veel trotser op worden. Het wordt óns eten.

En naast die veel meer dan mega grote jongens? Nou logisch natuurlijk, een paar duizend kleintjes. Die houden de rest van het landschap bij dat tussen die mooie joekels zit en maken daar ook nog eens die 5% 'nicheproducten' - leuke worsten, bijzondere kazen en oude appelrassen en nog veel meer - die we in het weekend zo graag eten. In totaal hou je dan tussen de 5 en, zeg, 10 duizend boeren over. Minder boeren komen er sowieso. Dat kan verrommelend en vol bonje, persoonlijke pijn en geploeter zoals nu, of met een beetje visie op de toekomst.

Laten we Nederland weer mooi maken en er volume blijven maken met een soort moderne landbouw waar de biologici en alle andere critici van groot gangbaar nog niet eens van durfden van dromen. Het kan dit landje met zijn bijzondere geschiedenis en traditie in agrarische moderniteit zich laten onderscheiden van de roofbouw die elders in de wereld gepleegd wordt en gaat worden. Als we dat zo'n beetje allemaal in de buurt verkopen, zo'n 400-500 km om onze grenzen heen, dan is niemand tegen. In De Verenigde Staten van Amerika noemen ze dat stadslandbouw. Met Amsterdam, Den Bosch en Den Haag als oppertuindorpen zijn we dan de achtertuin van de steden die we zo graag zien als bestemming voor een weekendtripje, Berlijn, Parijs en London. Het wordt weer een feest om in ons dichtbevolkte land te wonen en te fietsen.

Wedden dat als je boeren en burgers samen mee laat tekenen aan het verbouwplan van het grote boerenerf dat Nederland heet, het in een wip geregeld is, iedereen er blij van wordt, het geouwehoer vergeet en vanzelf duurzaam gaat doen?
Hou toch op met dat gedebatteer. Geef mensen wat concreets om warm voor te lopen en zo te leren wat wel en niet kan en hoe het ook kan.

Dit artikel afdrukken