Wat is er aan de hand?
In december 2023 presenteerde de FAO op de klimaattop Cop28 het rapport getiteld 'Pathways toward lower emissions', een uitgebreide analyse van de wereldwijde broeikasgasemissies uit de veehouderij en hoe deze terug te dringen. Behrens en Hayek worden in het rapport geciteerd.
'Meer vlees'
Het rapport veroorzaakte nogal wat beroering, omdat de FAO erin suggereert dat de oplossing voor het wereldwijde voedselsysteem en honger niet in minder vleesproductie ligt, maar in méér intensief geproduceerd vlees en zuivel, zoals in het 'zeer efficiënte' Nederland. Geen nieuwe boodschap voor de vleessector, maar wel een welkome. Vlees zit immers in het verdomhoekje, omdat koeienscheten en -boeren zo'n grote bijdrage leveren aan de broeikasgasuitstoot van de landbouw.
Klacht
In april 2024 dienen Behrens en Hayek een klacht in bij de FAO. Ze vragen de FAO het rapport onmiddellijk terug te trekken wegens "talrijke framing-, methodologische en gegevensfouten". Het nieuws wordt opgepikt door The Guardian, die er een artikel aan wijdt. Volgens Behrens en Hayek onderschat de FAO mogelijke emissiebesparingen door minder veeteelt met een factor tussen 6 en 40. Ook zou de FAO de potentie van emissiereductie door minder vlees te eten 'systematisch onderschatten'. De FAO reageert met de belofte een 'technische dialoog' met Behrens en Hayes aan te gaan.
Dat viel in de praktijk vies tegen, zeggen Behrens en Hayek nu in The Guardian. Verder dan een webinar waar ze vragen konden stellen via een Q&A-box is het niet gekomen. "Er is geen serieuze reactie gekomen," zegt Behrens. "Op de overgrote meerderheid van onze klachten hebben ze helemaal niet gereageerd. Onze zorgen zijn nauwelijks erkend, laat staan dat er serieus op is ingegaan. Het was alsof we tegen een muur opliepen. De FAO heeft grove fouten gemaakt die dringend gecorrigeerd moeten worden om haar wetenschappelijke geloofwaardigheid te behouden.”
De FAO is de belangrijkste bron voor landbouwdata wereldwijd, en FAO-rapporten worden routinematig gebruikt door gezaghebbende instanties zoals het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de VN. Maar tegelijkertijd moet de FAO ook de productiviteit van de veestapel verhogen om zo honger tegen te gaan en voedselzekerheid te bevorderen. Dat leidt al gauw tot belangenverstrengeling. En in dit geval heeft de FAO "keuzes gemaakt in hun methodologie om de status quo van groeiende vleesproductie en -consumptie in stand te houden," aldus Jacquet. Dat geeft geen pas voor een gerespecteerd VN-instituut dat gegevens en beleidsaanbevelingen levert met grote internationale invloed. "Een hogere standaard van wetenschappelijke nauwkeurigheid is vereist.”
Het is niet ondenkbaar dat de FAO met haar rapport heeft willen uitdrukken dat de vleesconsumptie in de wereld stijgt omdat de wereld minder maakbaar is dan ingenieurs van gedachten over een duurzamere wereld zouden willen. Als de consumptie stijgt in landen met een laag-intensieve veesector is het beter die te intensiveren, zoals Henk Breman en Wouter van der Weijden betoogden in een FAO/OECD-publicatie die zij schreven naar aanleiding van een serie artikelen op Foodlog.
Het belangrijkste verwijt is dat de FAO de emissiereducties die kunnen worden bereikt door een lagere vleesconsumptie en meer plantaardige voeding drastisch onderschat en daarom saboteert.
Als voorbeelden dragen de briefschrijvers op FoodNavigator de volgende punten aan:
- Door elkaar halen van baselines in analyses: het rapport vergelijkt emissiebesparingen op basis van huidige voedingspatronen met emissiebesparingen op basis van een scenario voor 2050 waarbij alles doorgaat zoals het nu gaat (business-as-usual). Dit leidt ertoe dat de reductie van vleesconsumptie die nodig is om emissiedoelen te bereiken, wordt onderschat.
- In het rapport zijn emissies meegenomen van toenemende consumptie van fruit, noten en groenten, ongeacht of deze gegeten worden in plaats van vlees. Het zou juist zijn deze alleen mee te nemen wanneer de consumptie ervan direct gelinkt is aan consumptie als vleesvervangers. Verhoogde consumptie van fruit en groenten is namelijk sowieso nodig, ongeacht of er minder vlees wordt gegeten.
- De FAO zou emissies van toenemende vleesconsumptie dubbel tellen, en tegelijkertijd de mogelijke emissiereductie door een verandering in voedingspatroon onderwaarderen.
- Het rapport houdt geen rekening met de potentiële emissiereductie door het vrijkomen van land dat anders gebruikt zou worden voor vleesproductie
- Ook laat het rapport de opportuniteitskosten van koolstofvastlegging op niet-landbouwgrond weg.
- De FAO zou de recente voedingsrichtlijnen van China, die minder vlees aanbevelen, buiten beschouwing laten. Aangezien China 17% van de wereldbevolking uitmaakt, zou dit een aanzienlijke impact op de emissies kunnen hebben.
- Het ambitieniveau voor rijke landen stelt teleur: vanwege zorgen over voedselzekerheid in armere landen doet het rapport geen sterke aanbevelingen voor vlees- en zuivelreductie. De briefschrijvers stellen dat deze veranderingen juist wél haalbaar zijn in rijkere landen en dat de FAO ambitieuzer zou moeten zijn in deze context.
- Het rapport baseert zijn definitie van ‘duurzame en gezonde voedingspatronen’ op nationale voedingsrichtlijnen. Maar de meeste richtlijnen houden geen rekening met duurzaamheid.
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
in reactie op: #18
Uit concurrentie overwegingen. Kleinschalige bedrijven binnen land sharing kunnen minder goed concurreren met grootschalige intensieve bedrijven binnen land sparing. Tenzij de kosten voor het instant houden van 'de grote natuur gebieden' (binnen het land sparing systeem) ook ten koste komen aan deze intensieve bedrijven. Maar de daarvoor noodzakelijke maatregelen zie ik politiek niet zo snel genomen worden; niet binnen een mondiale liberale economie; waarbij de prijs te sterk leidend is.
Concurreren staat op gespannen voet met milieu-rekenschap. Spelregels helpen niet, deze worden omzeild (geitenpaadjes) of zogenaamd nageleefd (green washing). Bovendien zijn de grote spelers bij machte de regels naar hun hand te zetten. Een systeem van land sparing is naar mijn idee dan ook heel moeilijk te realiseren.
Kleinschaligheid wordt vaak geframed als 'romantisch, maar niet efficiënt'. Maar die efficiëntie geld dan voor de aspecten die men meet en waar men op dat moment waarde aan toekent. Efficiëntie op het ene vlak kan deficiëntie op het andere vlak betekenen. Millieu-efficientie kan dan ook niet oneindig toenemen, maar is eerder een waarde op een equilibrium. Gaat de ene waarde naar de 1 gaat de andere waarde naar de -1. Wanneer men met een heel breedt scala aan factoren rekening zou houden en nadelige effecten zou inprijzen bij intensieve grootschalige bedrijven dan zal van de prijsefficiëntie weinig overblijven.
Maar kleinschaligheid betekend ook meer decentralisatie van macht. Naar mijn idee een absolute voorwaarde om meer normen en waarden t.b.v. het milieu binnen een economie in stand te houden en om regressie naar prijsgerichtheid te voorkomen.
Sido, goed om de discussie nog even voort te zetten. Maar je eerste alinea begrijp ik niet. Stel dat Nederland voor land sparing kiest en via duurzame intensivering veel voedsel produceert, waarom moet België daar dan ook voor kiezen? Sterker, doordat er meer voedsel in NL is, hebben ze daar de luxe om te kiezen tussen juist minder produceren (sharing) of ook veel te produceren (sparing). En omgekeerd als NL voor sharing kiest, dwingt het misschien andere landen wel om juist te intensiveren. Kortom, het is me niet duidelijk waarom een buurland hetzelfde moet doen;
Eens overigens met feit dat het zinvol is om in te zetten op technologie voor kleinschaliger en ecologischer landbouw. Ik begrijp dat bij de strokenteelt de mechanisatie meer een probleem is dan gebrek aan ecologische kennis.
En je machtsperspectief is interessant. Dat speelt m.i. niet op niveau van landbouw, wel in de toeleverende en verwerkende industrie.
Krijn Poppe, #15
Binnen een mondiale economie gaan land sparing en land sharing niet samen. Als een boer kiest voor intensivering moet zijn buurman wel mee. Als een land kiest voor land sparing dan moet het buurland wel mee.
Deze beweging naar schaalvergroting, leidt tegelijk ook tot concentratie van macht. Een macht, die politieke voordeeltjes voor zich zelf weet te realiseren. Waardoor de beweging naar meer schaalvergroting enkel wordt versterkt. Een macht die ook corrumpeert en een 'race to the bottom' bewerkstelligt waardoor 'niet financiële' effecten uit het oog worden verloren; zoals de effecten van intensivering en concentratie van landbouw/veeteelt op het milieu.
Als we al iets van kennis en kunde zouden moeten exporteren dan is het naar mijn idee de technieken en systemen die efficiëntie binnen land sharing versterken, zoals robotisering en precisielandbouw en blockchaintechnologieën die de organisatie binnen het complexe systeem van meerder kleinschalige boeren verbeterd. Zodoende blijft de macht wel gedecentraliseerd en zadelen we ze niet op met dezelfde problemen waar wij nu mee kampen.
Waar ik het meeste moeite mee heb:
- Wetenschap, politiek en religie lopen door elkaar heen.
- Weinig tot niks praktijk.
- Weinig divers denken van regio tot regio.
- Teveel ingenieurs -grand design- denken.
Het probleem lijkt me niet de intensiteit van de productie per ha (en dat je de veevoerwinning een eind verderop doet) maar de concentratie van dergelijke bedrijven. Ofwel: land sparing is prima, maar niet als de land sharing op grote afstand doet en toch ook eisen stelt aan de kwaliteit van water en lucht in de regio van land sparing.