Dat is één van de uitkomsten van een onderzoek onder leiding van de visserijbioloog Yannick Rousseau van de universiteit van Tasmanië, Australië. Het aantal vissersschepen, groot en klein, groeide van 1,7 miljoen in 1950 tot 3,7 miljoen in 2015. In West-Europa en Noord-Amerika bleef het aantal ongeveer gelijk of daalde het zelfs, mede door de regulering en quotering van de visserij. Maar in Azië verviervoudigde het aantal schepen in die periode.

In 1950 ging nog 80% van de vissers de zee op met roeiriemen en een zeil. Nu hebben de meeste schepen een motor, 68% van het totaal. Ook nam het gemiddelde motorvermogen toe. Rousseau maakt een onderscheid tussen de kleinschalige, ‘artisanale’ visserij en de industriële visserij, met schepen groter dan 12 meter.

Diepvriestrawlers
Opmerkelijk is dat het totale motorvermogen van de kleine vissersschepen gelijk is aan dat van alle grote schepen bij elkaar. Dat weerspreekt de algemeen gedeelde opvatting dat het vooral de reusachtige diepvriestrawlers zijn die de zeeën leegvissen. Ook kleine gemotoriseerde schepen kunnen langer op zee blijven en beschikken over apparatuur om scholen vis op te sporen.

Visserijbiologen hanteren het begrip CPUE, de ‘catch per unit of effort’, de inspanning die gedaan moet worden om een bepaalde hoeveelheid vis te vangen. “In de afgelopen jaren daalde de CPUE scherp in Zuidoost-Azië, Latijns-Amerika en de zuidelijke Middellandse Zee, hetgeen erop duidt dat de visserijen daar sneller in omvang toenamen dan de visbestanden konden verduren,” zegt Rousseau in een toelichting in Phys.org.

Database
Rousseau vergaarde gegevens over de visserijen uit meer dan 100 landen van uiteenlopende bronnen, zoals nationale rapportages, lokale verslagen en wetenschappelijke tijdschriften, schrijft Science. Daarmee is zijn database groter en completer dan die van organisaties als de FAO en zal deze een rijke bron voor andere onderzoekers zijn.

Het onderzoek van Rousseau bevestigt het beeld dat de zeeën ernstig overbevist worden. Dat was ook de boodschap van een rapport uit 2018 van UNCTAD, de raad van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling. Daarin stond dat 90% van de visbestanden maximaal worden bevist, worden overbevist of zijn leeggevist.

In reacties op het rapport van Rousseau door mariene biologen die niet bij het onderzoek betrokken zijn wordt het onderzoek “een belangrijke stap voorwaarts” genoemd. Nationale overheden moeten de visserijen beter reguleren om de ecologische ramp van de overbevissing te keren.
Dit artikel afdrukken