Wie mais en soja over grote afstanden transporteert en vervolgens, ergens ver van de akker, voert aan een koe, kip of varken, is een sufferd. Een kilo voer levert hooguit 450 gram vlees op. Dat lukt alleen de plofkip, het meest efficiënte dier als het gaat om de conversie van voer tot vlees. Maar de poep van die kip zou weer gebruikt moeten worden op de akker in Zuid- of Noord-Amerika waar het als gewas vandaan kwam. We willen daar tenslotte weer nieuw graan vandaan kunnen halen.
Als grondstoffen door dieren worden gegeten, laten dieren tenminste nog poep, leer, bloed en meer achter. Dat zijn allemaal nuttige grondstoffen. Bij een machine die vleesvervangers maakt, gaat die energie domweg verlorenVerstoken
Toch stoken we de mest op in afvalverbrandingsinstallaties die het als groene stroom uit ons stopcontact laten komen. Dat spaart de kosten van retourtransport en energie hebben we toch nodig. Niettemin is het doodzonde, want zo verstoken we essentiële nutriënten die we voor heel lange tijd niet meer in de plant-dier-mens cyclus kunnen gebruiken. Het is ook jammer omdat dan meer kunstmest nodig is. Dat kost een sloot fossiele energie om de benodigde stikstof uit de lucht te halen. Daar wordt dan fosfaat en kalium uit mijnen aan toegevoegd om het geheel op de akkers uit die verre landen te strooien. Die akkers krijgen op den duur ook nog eens een gebrek aan organische stof omdat alle nutriënten overzees blijven. Moeten we dus mest gaan verwerken tot gedroogde her-transporteerbare vruchtbaarheid? Er zijn nog geen goede sommen van, maar reken maar dat het klauwen energie kost.
Als grondstoffen van ver komen, kampen vleesvervangers met hetzelfde euvel. We poepen en pissen ze hier weer uit, waardoor de mest niet terugkomt op verre akkers. Als grondstoffen door dieren worden gegeten, laten dieren tenminste nog poep, leer, bloed en meer achter. Dat zijn allemaal nuttige grondstoffen. Bij een machine die vleesvervangers maakt, gaat die energie domweg verloren zoals de stroom waarmee je ijsklontjes maakt en weer laat smelten in een glas water. Die verdwijnende energie zit overigens niet alleen in het verwerkingsproces, maar ook in de kunstmest en het irrigatiewater van de eiwit- en vetrijke gewassen die gebruikt worden voor vleesvervangers. Die gewassen hebben meer nodig dan producten die nauwelijks verzadigen, zoals sla, komkommers en tomaten. Daarom kost menig vleesvervanger nog altijd minstens zoveel energie als een plofkip.
Fossielarme eiwitten
De les? Een dier maakt ‘volautomatisch’ melk en eieren en laat mest en een eetbaar karkas achter. Als je de in en output zoveel mogelijk in een zo nabij mogelijke cyclus regelt, scheelt dat energie en nutriënten die nu in een zwart gat verdwijnen. De uitdaging is niet om plantaardig te eten, maar om te eten zonder fossiel. Zoiets lukt alleen lokaal, met een beetje dier (en mens) voor de mest en nog wat slimme technologie voor de rest. Alleen zo krijg je die belangrijke fossielarme eiwitten en vetten.
Deze column is de neerslag van een lezing die Dick Veerman in juni hield over het belang van het begrip exergie voor leden van de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) in Den Haag. In een licht aangepaste versie verscheen deze tekst in Zuivel & Gezondheid.
Op 10 juli krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Het absurde is dat ze dierproducten vergelijken met vleesvervangers. Vleesvervangers zijn hooguit zinnig voor mensen die onthoudingsverschijnselen krijgen als ze niet van die bruine drollen op hun bord zien, zoals ze als vleeseters gewend waren. Maar noten en peulvruchten zijn veel zinniger voor de gezondheid van jezelf en de wereld.
Voedsel naar de stad blijven slepen en er niets voor terugkrijgen, behalve een hoop een gezeik is natuurlijk geen houdbaar voedselproductie systeem. intensivering van de landbouw en verstedelijking zijn hand in hand gegaan. Als het voedsel weer een groter deel van het inkomen opslokt, blijft het dan nog interessant om in de stad te wonen en werken of toch weer richting platteland te verkassen en weer gedeeltelijk zelfvoorzienend te worden? zeker voor de minima. exergie wordt pas effectief als we de uitstroom van mineralen uit t proces zoveel mogelijk beperken of nog liever voorkomen. De koolstof komt dankzij de plantengroei weer terug in het proces de rest zijn we echt kwijt of kost veel energie om die terug te winnen.
Gert, je hebt het over het verdelen van armoede. Dat is inderdaad waar duurzaamheid - bij een zekere rechtvaardigheidsopvatting - over gaat als we niet naar onze aantallen willen/kunnen kijken. In #4 probeerde ik een eenvoudig recept te definiëren voor een haalbare toekomst met minder armoede. Als ik de punten nog eens herhaal:
- organiseer de koolstofcyclus vanuit exergie
- organiseer recycling als negentropie
- organiseer minder materiële consumptie
- organiseer minder mensen
Dat is geen willekeurig volgorde maar eentje van meest naar minder haalbaar en kunnen leren onderweg.
Mee eens Hendrik #51 , de agrarische produktie en de enorme ontwikkeling daarvan, heeft zo vanaf ca 10.000 jaar geleden, heel veel mogelijk gemaakt. Van pyramides, tot paleizen en Trump Towers. Enz. En een enorme groei van de bevolking.
Maar er zijn ook trade offs, dat lijken we steeds beter in de gaten te hebben.
#50 Jouw vraag veronderstelt dat je de toenemende bevolkingsdruk buiten beschouwing had kunnen laten. Dat is niet het geval. Herzberger beweert dat de helft van jou (en mij) kunstmest (o.a.fossiele energie) is, ik denk nog veel meer, even de gemiddelde historische graanopbrengsten in herinnering roepend.