Het onderzoek werd gefinancierd door de Bill & Melinda Gates Foundation en is het grootste in zijn soort. De onderzoekers verzamelden gegevens over 15 'voedselgroepen', zoals geconsumeerd door volwassenen van 25 jaar en ouder, uit de periode 1990-2017. Gekeken werd wat de invloed van een ‘suboptimaal’ eetpatroon, per voedselgroep, is op chronische ziekten en sterfte. Ook werd de invloed van de ontwikkeling van de welvaart en de socio-economische status van de inwoners per land meegenomen.
Gezonder eten kan wereldwijd één op elke vijf overlijdens voorkomenRegionale verschillen
De risico’s verschillen sterk per regio. In Azië is te veel zout een probleem, in Sub-Sahara Afrika te weinig fruit en in Latijns-Amerika te weinig noten en zaden. Egypte heeft het hoogste aantal aan voedsel gerelateerde doden en DALY’s (552 respectievelijk 11.837 per 100.000 inwoners) en Japan het laagste (97 respectievelijk 2.300 per 100.000). Maar Egypte heeft wel het laagste sterftecijfer aan kanker. In China overlijden de meeste patiënten aan vormen van kanker die aan de voeding zijn toe te schrijven.
Het aantal doden door slechte voeding in het land met de hoogste score, Oezbekistan, scheelt een factor 10 met dat in het land met de laagste score, Israël, respectievelijk 900 en 89 per 100.000 inwoners. De meeste doden door hart- en vaatziekten ten gevolge van slecht eten vallen in Oceanië en Oost-Azië, de minste in Turkije. De hoogste sterfte door diabetes type 2 is te zien in Noord-Amerika en Oceanië, de laagste in Bangladesh.
Risicofactoren
Na granen en fruit zijn ook noten en zaden, vis met omega-3, vezels, onverzadigde vetten, peulvruchten en melk positieve factoren in de voeding waarvan de inname te laag uitvalt. Andere stoffen en producten waar we te veel van binnenkrijgen en die negatieve risicofactoren vormen zijn, na zout, transvetten, calcium, frisdrank, vleeswaren en rood vlees.
Een belangrijke conclusie is dat niet te veel van het slechte (suiker en vet) maar te weinig van het goede de risico’s verhoogtOpvallend is hoe belangrijk plantaardige voeding is en hoe gering het risico van frisdrank en vlees. Het gemiddelde vleesgebruik over de hele wereld was met 27 gram per dag maar 4 gram hoger dan aanbevolen. Daarentegen eet de gemiddelde wereldburger maar 3 gram noten en zaden per dag, terwijl 21 gram optimaal is.
Een belangrijke conclusie is dat niet te veel van het slechte (suiker en vet) maar te weinig van het goede de risico’s verhoogt. Overheden kunnen beter energie en geld steken in het verbeteren van de voeding dan in campagnes om slecht eten te ontmoedigen. Niettemin zijn acties om het zoutgebruik te verlagen wel succesvol en kunnen die zelfs meer geld besparen dan ze kosten.
Kritiek
Critici, zoals op de website ConscienHealth wijzen erop dat de data van de verschillende landen heel divers en onvolledig zijn, hetgeen de robuustheid van de uitkomsten niet verhoogt. Bovendien verschillen de eetgewoonten zeer sterk per regio en dat komt niet terug in de cijfers. In Azië worden bijvoorbeeld veel geraffineerde koolhydraten uit rijst gegeten. De factor volkorengranen weegt in die eetcultuur anders dan elders.
De website ScienceDaily citeert een van de onderzoekers: “De studie laat zien wat velen al jaren vermoeden – dat ongezond eten verantwoordelijk is voor meer doden dan welke andere risicofactor ter wereld ook.”
The New York Times laat het hoofd voeding van de WHO, dr. Francesco Branca, aan het woord over de 11 miljoen doden. "Die getallen zijn echt schrikbarend. (…) Dit moet een wake-up call voor de hele wereld zijn.”
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Inderdaad, Dennis! De ultieme conclusie uit alle onderzoek: "Research causes cancer in rats". ;-)
Kijk deze publicatie komt in elk geval tot een treffende en heldere conclusie ;-).
Weet dat Bouter (ex-rector van de VU, medisch bioloog van huis uit) zijn academische carrière maakte als epidemioloog en nu nogal scherp op dat vak is; ik mocht hem er een aantal keren over spreken. Je mag hem beschouwen als de Nederlandse John Ioannidis, met wie hij overigens goed bekend is.
Wat hier misschien ook terecht kan een interview met Lex Bouter, hoogleraar methodologie en integriteit: ' 'Waarom rammelt zoveel wetenschappelijk onderzoek' . Iets wat een uitzondering hoort te zijn, nl het niet-reproduceerbaar-zijn, is vaak regel.
Waarom er drijfzand is: a) te weinig proefpersonen of proefdieren; b) maar ook, het zoeken in een enorme berg onderzoeksgegevens naar spectaculaire verbanden. c) Vervolgens zijn vaktijdschriften vooral geinteresseerd in dat soort spectaculaire uitkomsten.
Een oplossing is om het onderzoeksprotocol eerst in detail vast te leggen, het op Internet te plaatsen, en onderzoeken pas te publiceren nadat andere onderzoeksgroepen het herhaald hebben, en dezelfde uitkomsten vinden (opmerking: wie gaat dat doen, en lekker duur). Promovendi krijgen tegenwoordig ook een cursus wetenschaps-integriteit.
Wordt besproken in KennisCafé 15 april.
Harry, #18 ik vind dat je het uitstekend zegt en heb er weinig aan toe te voegen.
We concluderen het hier keer op keer: er is weinig mis met goede modelbouw om (kwantitatief) inzicht op te bouwen, maar wel met modelbouwers die niet weten wat ze precies in elkaar timmeren.
Dat laatste heeft alles te maken met gebrek aan kentheoretisch denken, maar ook gebrek aan het besef dat wetenschap niet zonder kan.
En dat alles leidt tot een gesprek over 'facts' en het checken daarvan (ook in media die we betrouwbaar vinden) dat echt wel beter kan.