Fabrikanten van flesvoeding voeren te agressieve reclame, terwijl wereldwijd veel babylevens gered kunnen worden door borstvoeding. Meteen is er weer discussie: mogen vrouwen er zelf ook nog iets van vinden?
Het Britse medische vakblad BMJ, dat onder hoofdredacteur Fiona Godlee een zeer maatschappelijk betrokken koers vaart, zal niet langer advertenties voor flesvoeding plaatsen. In een verklaring schrijft het blad: “Bijna 40 jaar na de invoering van een internationale gedragscode voor de regulering van de marketing van borstvoedingvervangers dienen zich weer zorgen aan over de agressieve promotie van deze producten en het schadelijke effect op het mondiale niveau van borstvoeding.”
Bedoelde WHO-code, de International Code of Marketing of Breastmilk Substitutes, werd opgesteld om het gebruik van die vervangers te beperken en moeders wereldwijd aan te moedigen hun kinderen zelf te voeden. In ontwikkelingslanden stierven destijds tienduizenden baby’s omdat ze melkpoeder kregen dat was aangemaakt met vervuild water.
Volgens een rapport uit 2016, The 2016 Lancet Breastfeeding Series kunnen 820.000 levens van baby’s gered worden als er meer borstvoeding wordt gegeven. Experts zijn van mening dat er te weinig gedaan wordt om borstvoeding, in ieder geval voor de eerste 6 maanden, te bevorderen in arme landen. De kennis over borstvoeding is gering en de neiging om over te gaan op kunstvoeding te groot. “Uit (…) onderzoek blijkt dat een kind in een ontwikkelingsland dat de eerste zes maanden borstvoeding krijgt, zelfs tot 15 keer minder kans heeft om te sterven aan dodelijke ziektes zoals longontsteking en diarree.” Dat schreef NZG Zorgnieuws.
Het was de bedoeling van de WHO dat alle landen de code zouden omzetten in wetgeving, maar dat gebeurde sporadisch. En dan nog. Fabrikanten houden zich, ondanks toezeggingen, nauwelijks of niet aan het afspraken. De marketing van de kunstvoeding neemt vaak agressieve en slinkse vormen aan. De controle op overtredingen is zwak en bedrijven worden zelden vervolgd.
Eén van de druppels die voor BMJ de emmer deden overlopen, was een incident vorig jaar mei tijdens de World Health Assembly in Genève. Ecuador diende een resolutie in waarin landen werden opgeroepen onjuiste of misleidende marketing voor flesvoeding te beperken. De aanwezige delegatie uit de Verenigde Staten zette de Ecuadorianen onder druk door te dreigen alle Amerikaanse militaire en economische steun aan het land stop te zetten als ze de resolutie ongewijzigd in stemming zouden brengen. Daarover berichtte Foodlog destijds.
Godlee besluit: “Wij denken dat dit de juiste stap is, ingegeven door onze wens de WHO-code te steunen, actief borstvoeding te promoten en campagne te voeren tegen de invloed van de industrie op dit terrein. In plaats van deel van het probleem te zijn, willen we deel van de oplossing worden.”
“Het is leuk dat ze een deel van de oplossing willen zijn, maar deze actie maakt ze juist deel van een veel groter probleem,” schrijft gynaecoloog en verloskundige Amy Tuteur in een grote stuk op het online tijdschrift Slate. “Flesvoeding is een legitieme oplossing voor wat vaak een ernstig gezondheidsprobleem is (en een feministische oplossing voor een eeuwenoud gendergerelateerd probleem).”
De beslissing van BMJ is volgens Tuteur niet wetenschappelijk te onderbouwen. De voordelen van borstvoeding voor voldragen baby’s in westerse landen zijn gering. Daarom kunnen overheden en gezondheidszorginstellingen niet zoveel belang hechten aan borstvoeding “dat het de rechten van vrouwen overstijgt om zelf te bepalen hoe ze hun borsten gebruiken en hoe ze hun baby’s voeden.”
Kunstmatige voeding is een zegen voor vrouwen die zelf niet kunnen voeden, die postnatale depressie ervaren of die de druk voelen om wel borstvoeding te moeten geven. De keuze van BMJ is niet genomen op medische gronden, maar met culturele argumenten. “Haar baby, haar lichaam, haar borsten, haar keuze…daar heeft BMJ niets mee te maken,” besluit Tuteur.
Vertrouwen
BMJ heeft een onverwachte medestander, een gehoorzame WHO-volger, gevonden in de regering van de Verenigde Arabisch Emiraten (VAE). Dat schrijft Nutraingredients-asia.com. Reclamemaken voor kunstmatige babyvoeding is er verboden.
Een woordvoerster van het ministerie van gezondheidszorg van de federatie vindt dat de marketing van flesvoeding “het vertrouwen van moeders ondermijnt”. De VAE organiseert ook jaarlijks een internationale borstvoedingweek en een nationale borstvoedingweek om moeders te leren over borstvoeding.
Over vrouwenrechten, nationale contexten en radicale meningen over borst- versus flesvoeden ontstond op Foodlog vorig jaar een even felle als genuanceerde discussie naar aanleiding van het artikel De borst is prima voor de baby, maar de breastapo mag best een beetje dimmen.
Dit artikel afdrukken
Bedoelde WHO-code, de International Code of Marketing of Breastmilk Substitutes, werd opgesteld om het gebruik van die vervangers te beperken en moeders wereldwijd aan te moedigen hun kinderen zelf te voeden. In ontwikkelingslanden stierven destijds tienduizenden baby’s omdat ze melkpoeder kregen dat was aangemaakt met vervuild water.
Volgens een rapport uit 2016, The 2016 Lancet Breastfeeding Series kunnen 820.000 levens van baby’s gered worden als er meer borstvoeding wordt gegeven. Experts zijn van mening dat er te weinig gedaan wordt om borstvoeding, in ieder geval voor de eerste 6 maanden, te bevorderen in arme landen. De kennis over borstvoeding is gering en de neiging om over te gaan op kunstvoeding te groot. “Uit (…) onderzoek blijkt dat een kind in een ontwikkelingsland dat de eerste zes maanden borstvoeding krijgt, zelfs tot 15 keer minder kans heeft om te sterven aan dodelijke ziektes zoals longontsteking en diarree.” Dat schreef NZG Zorgnieuws.
Eén van de druppels die voor BMJ de emmer deden overlopen, was een incident vorig jaar mei tijdens de World Health Assembly in GenèveWetgeving
Het was de bedoeling van de WHO dat alle landen de code zouden omzetten in wetgeving, maar dat gebeurde sporadisch. En dan nog. Fabrikanten houden zich, ondanks toezeggingen, nauwelijks of niet aan het afspraken. De marketing van de kunstvoeding neemt vaak agressieve en slinkse vormen aan. De controle op overtredingen is zwak en bedrijven worden zelden vervolgd.
Eén van de druppels die voor BMJ de emmer deden overlopen, was een incident vorig jaar mei tijdens de World Health Assembly in Genève. Ecuador diende een resolutie in waarin landen werden opgeroepen onjuiste of misleidende marketing voor flesvoeding te beperken. De aanwezige delegatie uit de Verenigde Staten zette de Ecuadorianen onder druk door te dreigen alle Amerikaanse militaire en economische steun aan het land stop te zetten als ze de resolutie ongewijzigd in stemming zouden brengen. Daarover berichtte Foodlog destijds.
Godlee besluit: “Wij denken dat dit de juiste stap is, ingegeven door onze wens de WHO-code te steunen, actief borstvoeding te promoten en campagne te voeren tegen de invloed van de industrie op dit terrein. In plaats van deel van het probleem te zijn, willen we deel van de oplossing worden.”
De beslissing van BMJ is volgens Tuteur niet wetenschappelijk te onderbouwen. De voordelen van borstvoeding voor voldragen baby’s in westerse landen zijn geringGendergerelateerd
“Het is leuk dat ze een deel van de oplossing willen zijn, maar deze actie maakt ze juist deel van een veel groter probleem,” schrijft gynaecoloog en verloskundige Amy Tuteur in een grote stuk op het online tijdschrift Slate. “Flesvoeding is een legitieme oplossing voor wat vaak een ernstig gezondheidsprobleem is (en een feministische oplossing voor een eeuwenoud gendergerelateerd probleem).”
De beslissing van BMJ is volgens Tuteur niet wetenschappelijk te onderbouwen. De voordelen van borstvoeding voor voldragen baby’s in westerse landen zijn gering. Daarom kunnen overheden en gezondheidszorginstellingen niet zoveel belang hechten aan borstvoeding “dat het de rechten van vrouwen overstijgt om zelf te bepalen hoe ze hun borsten gebruiken en hoe ze hun baby’s voeden.”
Kunstmatige voeding is een zegen voor vrouwen die zelf niet kunnen voeden, die postnatale depressie ervaren of die de druk voelen om wel borstvoeding te moeten geven. De keuze van BMJ is niet genomen op medische gronden, maar met culturele argumenten. “Haar baby, haar lichaam, haar borsten, haar keuze…daar heeft BMJ niets mee te maken,” besluit Tuteur.
Vertrouwen
BMJ heeft een onverwachte medestander, een gehoorzame WHO-volger, gevonden in de regering van de Verenigde Arabisch Emiraten (VAE). Dat schrijft Nutraingredients-asia.com. Reclamemaken voor kunstmatige babyvoeding is er verboden.
Een woordvoerster van het ministerie van gezondheidszorg van de federatie vindt dat de marketing van flesvoeding “het vertrouwen van moeders ondermijnt”. De VAE organiseert ook jaarlijks een internationale borstvoedingweek en een nationale borstvoedingweek om moeders te leren over borstvoeding.
Over vrouwenrechten, nationale contexten en radicale meningen over borst- versus flesvoeden ontstond op Foodlog vorig jaar een even felle als genuanceerde discussie naar aanleiding van het artikel De borst is prima voor de baby, maar de breastapo mag best een beetje dimmen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ik zou graag op de kritiek reageren, maar ik lees geen kritiek. Ik lees aanvullingen en reacties op wat ik niet beweer. Dus dat wordt lastig. Ik waag mij niet aan een discussie over dit onderwerp, dat zo gepolariseerd is, dat het niet leuk en constructief meer is. Bovendien vind ik het woord breastapo zeer onsmakelijk.
Zelf heb ik geen ervaring met borstvoeding, althans niet dat ik mij kan herinneren. Wel heb ik in mijn gezin ervaring met borstvoeding. Ik heb weleens uitgerekend hoeveel melk mijn vrouw in die 6 maanden geproduceerd moet hebben. Ik ben vergeten hoeveel precies, meer dan een olievat vol meen ik. Fascinerend spul, moedermelk. Het feit dat er nog altijd nieuwe dingen ontdekt worden over de interactie van baby en moeder via borstvoeding geeft al aan hoe complex die voeding is en geeft ook een indicatie van hoe moeilijk dat precies in poedervorm na te maken moet zijn.
Verder heb ik dezelfde nuchtere opvatting over borstvoeding als iedereen die nadenkt. Als het een vrouw lukt haar kind zelf te voeden, is dat het beste. Daarover is geen twijfel. Maar als het een vrouw niet lukt, of ze wil het niet, dan heeft niemand daar een moreel oordeel over te hebben. Dat is wat Amy Tuteur zegt. Zij is overigens geen 'zelfverklaarde deskundige', maar arts en universitair docent (geweest). Ook zegt zij dat het alternatief, flesvoeding, helemaal niet slecht hoeft te zijn. Dat is dan wel weer iets waar ik van kan getuigen. Ik ken plenty gezonde en slimme kinderen die nooit of maar heel kort aan de borst hebben gelegen.
Wat ik van Gonneke zou willen weten, is of zij zich ook zo stoort aan de marketing van borstvoedingvervangers door de industrie. En of zij ook vindt dat de actie van BMJ een goed signaal is in de pogingen om borstvoeding te bevorderen. Want daar gaat bovenstaand stuk over.
Huib Stam, hoe denk jij over de kritiek van Gonneke?
O, je, waar te beginnen. Dit artikel staat bol van fouten en onnauwkeurigheden. Om te beginnen maar Amy Tuteur. Zij is een zelfverklaarde deskundige die borstvoeding zwaar overdreven vindt en kunstvoeding een zeer goed substituut. Zij is actief in het naar beneden halen van iedereen die ook maar iets positiefs over borstvoeding durft te schrijven. Zij is niet iemand naar wie je wilt refereren om wetenschappelijk te overtuigen.
''In ontwikkelingslanden stierven destijds tienduizenden baby’s omdat ze melkpoeder kregen dat was aangemaakt met vervuild water.'' Niet alleen in Derdewereldlanden gaan kinderen door omdat ze geen borstvoeding krijgen, ook bij ons. Uiteraard niet zo veel als in onderontwikkelde landen, maar in aantallen vergelijkbaar met die van wiegendood en kindermishandeling en -verwaarlozing. Het namelijk niet alleen om vervuild water, maar ook om het gebrek aan soort-specifieke nutrënten, het gebrek aan beschermende stoffen en inherente gevaren van contaminatie van poedervormige kunstmatige zuigelingenvoeding, om er een paar te noemen.
Borstvoeding heeft overigens geen voordelen, daarin heeft Tuteur gelijk. Geen borstvoeding heeft grote nadelen en die kunnen worden berekend in DALY's vergelijkbaar met die van bijv. AIDS.*)
Over het recht van de vrouw om zelf te bepalen of ze haar kind zelf voedt of kunstvoeding geeft, uiteraard mag ze dat zelf bepalen, net zo goed als ze mag bepalen waarmee ze haar kind later voedt. niemand zal haar straffen als ze hem dagelijks een Happy Meal geeft. Maar of dat verstandig is? Daarover worden toch ook campagnes gevoerd en worden ouders toch ook met nadruk geadviseerd om betere keuzes te maken. Hetzelfde geldt voor alle andere keuzes die (aanstaande) ouders moeten maken aangaande de gezondheid van hun kinderen.
Punt is wel dat als ouders dringend wordt aangeraden om borstvoeding te geven, de gezondheidszorg daarop beter voorbereid moet zijn, veel meer kennis, vaardigheden en attitude hebben om die keuze voor de gezondheid van het kind ook te kunnen waarmaken. En daar schort het vaak aan. De kennis van de gemiddelde zorgverlener over de menselijke lactatie en de begeleiding bij borstvoeding is dramatisch laag.
*)Het bevorderen van het geven van borstvoeding (minimaal een half jaar uitsluitend) zou een flinke post kunnen zijn waarmee de minister van Volksgezondheid de begroting zou kunnen helpen. Hoewel niet zo veel als volgens de berekeningen van Bartick et al in de USA zou worden gewonnen (911 kinderlevens* en $13 miljard per jaar als 90% van alle Amerikaanse kinderen 6 maanden uitsluitend borstvoeding zou krijgen), maar toch zou het ook in Nederland een flinke slok op een borrel zijn. Hier hebben we het in theorie over onder andere ongeveer 49 nieuwe gevallen van middenoorontsteking, 46 gevallen van infecties van het spijsverteringskanaal, 131 gevallen van luchtweginfecties, 4 gevallen van astma en 26 gevallen van eczeem per 1.000 persoonsjaren die voorkomen worden. Lang genoeg borstvoeding geven kan een gezondheidsverlies voorkómen van (opgeteld voor zuigelingen en moeders) naar schatting circa 6.500 DALY’s; dit komt in de buurt van een gezondheidsverlies door ziekten als AIDS (5.400 DALY’s) en infecties van de bovenste luchtwegen (8.400 DALY’s) en het maag-darmkanaal (9.500 DALY’s).
Een DALY is een maat voor de ziektelast die de effecten van ziekte en sterfte combineert en onderling weegt, zodat een vergelijking mogelijk wordt tussen ziekten onderling en tussen ziekten en de gezondheidseffecten van gezondheidsdeterminanten.
Zie deze bron.
en over die breastapo of borstvoedingmaffia moeten we het ook maar niet meer hebben. Bekijk hier mijn ideeën daarover.