Afgelopen maand besloot de Marokkaanse regering de subsidiekraan dicht te draaien voor de teelt van citrusvruchten, watermeloenen en avocado's. Concreet kunnen bedrijven niet meer profiteren van steunmaatregelen voor lokale irrigatie, zoals putten, pompen of druppelirrigatie. Met de maatregel wil de regering de verdere uitbreiding van het areaal met deze notoire waterslurpende gewassen inperken, ten gunste van de teelt van minder waterverbruikende gewassen zoals de johannesbroodboom, cactussen, kappertjes, amandel- en vijgenbomen.

De maatregel is een stap in de goede richting, al zal het effect waarschijnlijk beperkt zijn. "Ten eerste omdat er altijd investeerders zullen zijn die het zich kunnen veroorloven zich ook zonder subsidies te vestigen," betreurt Salima Belemkaddem, van de beweging Marokko Milieu 2050, in Le Monde. "En vooral omdat de grote landbouwbedrijven die deze intensieve en geïrrigeerde teelten beoefenen zich al gevestigd hebben en alles al droog trekken."

'Waterstress'
Want Marokko is een droog land. Het land verkeert in 'structurele waterstress', gaf de Wereldbank onlangs aan in een rapport over de Marokkaanse economie. De vraag naar water overstijgt ruimschoots de beschikbare watervoorraden. Begin deze maand waren de stuwmeren maar voor 24% gevuld. Putten moeten hoe langer hoe dieper geslagen worden om nog bij het water te komen en alle ondergrondse waterlagen zijn overgeëxploiteerd. In sommige gemeenten is al niet genoeg drinkwater meer. De situatie brengt Marokko in een dilemma: hoe om te gaan met een intensief landbouwmodel dat goed is voor 14% van het BBP en werk biedt aan 40% van de beroepsbevolking, maar 85% van het nationale waterverbruik opslorpt?

Hoe om te gaan met een intensief landbouwmodel dat goed is voor 14% van het BBP en werk biedt aan 40% van de beroepsbevolking, maar 85% van het nationale waterverbruik opslorpt?
Plan Maroc Vert
Het huidige landbouwbeleid dateert uit 2008, toen het Plan Maroc Vert (PMV, het 'plan groen Marokko') gelanceerd werd. Een tien-jarenstrategie met de landbouwsector als pijler voor de sociaal-economische ontwikkeling van het land. Modernisering, intensivering, gewasdiversificatie en landliberalisering waren de sleutelwoorden.

Het werkte: het bruto binnenlands product (bbp) van de landbouw steeg met 5,25% per jaar, de export in de afgelopen 10 jaar met 117%. Er kwamen bijna 340.000 banen bij. "Het PMV heeft de overgang versneld van de traditionele regenlandbouw - granen, peulvruchten, veehouderij - naar een productiviteitsmodel dat gebaseerd is op irrigatie tot een niveau dat niet duurzaam is," zegt Mohamed Taher Sraïri, docent-onderzoeker aan het Agronomisch en Veterinair Instituut in Rabat. De laatste 10 jaar is het areaal met druppelirrigatie "meer dan verdrievoudigd". En hoewel druppelirrigatie waterefficiënt heet te zijn (een term van de te jong overleden Twentse waterhoogleraar Arjen Hoekstra die bekend werd om zijn berekeningen van de waterfootprint van gewassen door de hele wereld heen), is de hoeveelheid water die de landbouwsector erdoor gebruikt toegenomen in plaats van afgenomen omdat de productie is toegenomen. Maar toch lijkt er nog meer te kunnen. Voor de teelt van een kilo Marokkaanse kastomaten - die veel efficiënter is dan open teelt - is 60 liter water nodig. Een kilo Nederlandse kastomaten doet het met 6 of nog wat minder. Dat is reden voor Marokko om van ons te willen leren hoe Marokkaanse telers in hun onder gaasdoek opgezette kassen ook zo'n laag watergebruik kunnen realiseren. In Agadir - het centrum van de Marokkaanse tuinbouw - wordt daarom op dit moment met Nederlandse steun een kas gebouwd die kennisuitwisseling mogelijk moet maken.

Het toegenomen waterverbruik komt ook doordat met subsidie gewassen zijn geplant die helemaal niet geschikt zijn voor het Marokkaanse klimaat. "Avocadobomen, een tropisch gewas, zijn geplant in een semi-aride klimaat!" zegt Sraïri verontwaardigd. "Citrusvruchten worden geteeld in gebieden waar de jaarlijkse regenval niet meer dan 200 millimeter bedraagt, terwijl deze bomen minimaal 1.000 millimeter nodig hebben. We telen watermeloenen, die voor 95% uit water bestaan, in woestijngebieden." Dat betekent nogal wat voor het ook in Nederland bekende stickertje 'Maroc' op sinaasappelen en mandarijnen.

Voedselzekerheid, tomaten en tarwe
Dat alles gaat ten koste van het milieu (de watervoorraden), de kleine boeren, maar ook van de Marokkaanse voedselzekerheid. Door het PMV is er immers voorrang gegeven aan exportgewassen boven de voedingsgewassen waar de eigen bevolking van kan eten, zoals granen, suiker en oliehoudende zaden. Marokko importeert 100% van zijn maïs, 98% van zijn zaadoliën en meer dan de helft van de tarwe en suiker die de bevolking nodig heeft. Tegen de achtergrond van de stijgende prijzen op de wereldmarkt verkeert het land ineens in een ongekende positie van afhankelijkheid.

Sinds 2020 ligt er een nieuw landbouwbeleidsplan: Generation Green 2020-2030. Opnieuw staan een verdubbeling van het bbp en de export van landbouwproducten op de planning. Tegelijkertijd benoemt het plan 'veerkracht' tegen klimaatverandering, 'eco-efficiëntie' en 'verdubbeling van de waterefficiëntie'. Critici binnen Marokko vrezen dat het bij mooie beloften zal blijven omdat het land een landbouwexporteur wil zijn, maar te weinig water heeft. Dat argument heeft ook een andere kant. Om zijn voedselzekerheid te garanderen zou Marokko zelf tarwe moeten gaan verbouwen. Dat is watertechnisch echter een heikel punt. Het gewas gebruikt zo'n 1.300 liter water per kilo. Is het dan niet wijs om vrijwel klimaatneutrale Marokkaanse tomaten te telen en er tarwe voor terug te kopen die geteeld wordt op plekken waar water niet zo'n nijpend probleem is? Het is een van die grote geopolitieke voedselzekerheidsvragen waar Marokko op dit moment voor staat.
Dit artikel afdrukken