Tot in de 16e eeuw waren er helemaal geen wilde zwijnen in Noord-Amerika. De Spaanse ontdekkingsreiziger Hernando De Soto landde in 1539 in Florida met in zijn 'entourage' 13 levende varkens. Gedurende zijn 4 jaar durende expeditie groeide die eerste Amerikaanse varkensstapel tot zo'n 700 dieren. En daarna ging het verder. Er werden varkens gehouden en soms ontsnapten er een stel. Met als gevolg dat er op dit moment in 34 van de 50 Amerikaanse staten naar schatting 6 miljoen wilde zwijnen leven, die jaarlijks zo'n $1,5 miljard schade veroorzaken.

De wilde varkens vormen in sommige staten een geliefde jachtprooi, waar zelfs met machinegeweren op gejaagd wordt. Maar de Amerikaanse overheid maakt zich vooral zorgen over de milieuschade die de zwijnen aanrichten. "We zien directe concurrentie voor onze inheemse soorten voor voedsel," zegt Michael Marlow, van het National Feral Swine Damage Management Programme van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA), in The Guardian. "Maar varkens zijn ook volleerde roofdieren. [..] Ze doden jonge kalfjes, ze staan bekend als nestrovers." Daarnaast eten ze voedselgewassen, vernietigen ze bomen en vervuilen ze water. Volgens Marlow vormen de wilde zwijnen "een risico voor de menselijke gezondheid en veiligheid".

Té slim
En nu dient zich een nieuwe, nog ernstigere plaag aan. Het Canadese 'superzwijn'. In Canada werden in de jaren '80 de inmiddels daar ook opgedoken wilde zwijnen opnieuw gedomesticeerd en gekruist met tamme varkens, om grotere exemplaren met meer vlees te krijgen. Dat lukte. En dat bracht sommige Canadezen op het idee de dieren uit te zetten als makkelijke jachtprooi. Dat mislukte, aldus Agrarheute. Het superzwijn, dat wel 300 kilo zwaar kan worden, is té slim, vermenigvuldigt zich te snel en is gewoon té groot.

Het blijkt dat groot zijn een groot voordeel is om te overleven in de kou
Speuren naar stoom uit de sneeuw
"Alle deskundigen zeiden toen: 'Nou, geen zorgen. Als een wild varken of een everzwijn ooit uit een boerderij zou ontsnappen, zou het op geen enkele manier een West-Canadese winter overleven. Het zou gewoon doodvriezen," zegt Ryan Brook, leider van het Canadese wilde-zwijnenonderzoeksproject van de Universiteit van Saskatchewan. "Nou, het blijkt dat groot zijn een groot voordeel is om te overleven in de kou." De wilde zwijnen graven eenvoudigweg een hol onder de sneeuw, tot wel 2 meter diep, dat ze bekleden met planten die ze met hun vlijmscherpe hoektanden afsnijden. Dat maakt een zó warm holletje, dat één van de manieren om deze varkens te vinden is om 's morgens bij kouder dan -30 te speuren naar stoom die uit de sneeuw naar boven komt.

Amerikanen en Canadezen stellen alles in het werk om de wilde maar door mensen in het leven geroepen varkens te elimineren. In sommige staten zijn alle varkens weggevangen, bejaagd, of vergiftigd. Maar experts geloven niet dat het wilde varken zich nog laat verwijderen. Lokaal kan een 'Judas-varken' wellicht nog soelaas bieden, aldus Brook. Een solitair wild zwijn wordt gevangen, voorzien van een GPS-halsband en weer in het wild losgelaten, in de hoop dat het zich aansluit bij een groep nietsvermoedende zwijnen.

"Het idee is dat je het dier met de halsband vindt, alle varkens verwijdert die er bij zijn, en in de ideale wereld laat je het dan weer los, zodat het steeds meer varkens blijft vinden," aldus Brook.

Dit artikel afdrukken