image

Dit is boter! Gekocht bij de kaasboer op de markt. Ergens in de Languedoc. Mocht je er ‘ns in de buurt zijn: deze is te koop op zondagochtend, bij André Vernière op de markt in Saint Chinian.

Een topboter. Zo eentje van een groot ‘brood boter’. Ambachtelijk gemaakt ‘à la baratte’. Rustig gekarnd met behulp van houten molens, zodat de 'karnemelk' er rustig uitloopt en er niet onder druk uitgedwongen wordt zoals bij fabrieksroomboter. En eigenlijk alleen maar een beetje duurder. Niet veel.
Je koopt een plak en krijgt het in een kaaspapiertje gewikkeld mee. Thuis geniet je. Het smaakt zalig zoet.

Ambachtelijke boter. Streekboter zelfs. Maar waar komt het nou vandaan? In de Languedoc is geen boter te vinden; voor eigen gebruik een beetje, uit de Cevennen. Zeker niet van de kust, want daar is geen klimaat voor koeien of grasland.
De beste Franse boter heet uit de Normandië te komen, waar ze ‘vette’ – grazige, zou de Bijbel zeggen – weiden hebben. Maar ook uit streken van dichterbij. De boter op de foto komt uit de Charentes, een streek achter de Atlantische kustlijn, een eind onder Nantes en een stuk boven Bordeaux. Al met al een dikke 500 kilometer rijden van de markt in St Chinian. Vanuit Den Haag zit je dan al in het oude Oost-Duitsland.

In het verre Nederland is de streekwaanzin begonnen. Streek moet. Lokaal voor lokalen. Ministeries vragen erom voor hun medewerkers in het bedrijfsrestaurant. Energiebedrijven – duurzame jongens – idem. Want dat zou leiden tot minder foodmiles - pardon, wij zouden het hier voortaan over eetmeters hebben. Onzin natuurlijk, zoals Nick Trachet van de week al aangaf en zoals de case van die schattige, maar naïeve Katie Austin al eens liet zien. België en Nederland zijn landjes als postzegels. Waarom spullen uit één streek?

André Vernière was het roerend met me eens: wat goed is, moet je kopen waar het goed is. Doet hij ook, daar heb je nou streken voor. Hoewel groot, is zelfs Frankrijk niet zo groot dat dat niet verstandig zou zijn. Transport rijdt nl. heen en weer, sowieso, voor van alles. Of wil je alles op de fiets doen?
Respect voor een goed product, zei André nog, da’s veel belangrijker. Zorgen dat er iets smakelijks te eten blijft.

Zullen we in Nederland en Vlaanderen maar gewoon eens beginnen met Nederlands en Vlaams? Als je er eindelijk eens volume in weet te maken, bespaar je daar bergen ‘populaire’ CO2 - in mijn taal: nep bespaarde CO2 - mee. Daar hoef ik m’n rekenmachien zelfs niet voor te pakken.
Dit artikel afdrukken