Een schaatser, maar ook een hardloper of een baanwielrenner gaat altijd linksom. Alles is daar op afgesteld: de trainingen, het materiaal en het brein en de motorische patronen van de sporter. De NRC zocht uit waarom dit zo is.

We gaan allemaal linksom omdat dat eenmaal zo is afgesproken bij de Olympische Spelen in Londen van 1908. Sindsdien zijn alle rondjes hetzelfde en dat maakt de sport eerlijker. Cijfers en standaardisatie hebben ertoe geleid dat er geen ruzie meer zou ontstaan over de precieze afstand waarbinnen een prestatie wordt geleverd.

Linksom dus. Met je rechterbeen duw je jezelf linksom de bocht in. Dat gaat voor veel mensen heel natuurlijk, omdat bij de meeste mensen het rechterbeen wat sterker en ook langer is. Bovendien is de linkerkant van de hersenen – die de rechterkant van je lichaam aanstuurt – dominant voor de fijne motoriek, waardoor de meeste mensen ‘rechtsbenig’ zijn.

Een schaatser is zo geconditioneerd dat hij eigenlijk niet rechtsom kan schaatsen. Verkeerd om, "dat voelt heel ongelukkig”, aldus shorttracker Daan Breeuwsma. Schaatsen is er niet minder gezond om.
NRC - Altijd maar linksaf, wat doet dat met een schaatser?
  • Deel
Druk af