De Engelse Guardian besteedt uitgebreid aandacht aan een revival van Limits to Growth door de de Australische wetenschapper Graham Turner.
De wereld is eindig
In 1972 publiceerde de Club van Rome het boek 'Limits to Growth'. Het boek voorspelde, op basis van onderzoek en modellen van wetenschappers van het Massachusetts Institute of Technologie, de totale ineenstorting van 's werelds beschaving binnen honderd jaar. Het boek bood diverse scenario's om de ontwikkelingen op het gebied van de wereldeconomie, vervuiling, voedselvoorziening, bevolkingsgroei en grondstoffengebruik te monitoren. Het 'business as usual'-scenario, dat tot 'overshoot and collapse before 2070' leidde, werd door critici afgeserveerd als 'ultiem doemdenken' en misplaatst Malthusianisme.
Het 'business-as-usual' scenario blijkt realiteit
Graham Turner, werkzaam aan de Universiteit van Melbourne, nam de voorspellingen uit 'Limits to Growth' opnieuw onder de loep. Dat resulteerde in een paper met de titel Is Global Cllapse Imminent waarin hij de modellen en hun uitkomsten vergeleek met recente cijfers van o.a. de VN, Unesco, FAO, US national oceanic and atmospheric administration, statistische gegevens van BP en anderen. Zijn belangrijkste conclusie op basis van zijn jongere data: als de nieuwste feitelijke gegevens geplot worden in de 'business as usual'-scenario's, blijven ze verrassend dicht bij de toentertijd gedane voorspellingen (open het bronartikel voor grafieken over bevolking, economie en het milieu (grondstoffen en vervuiling).
Domino-effect
In Limits to Growth wordt voorspeld dat de onstilbare honger naar 'meer', in combinatie met de groeiende wereldbevolking, uiteindelijk steeds meer grondstoffen zal vergen. Daardoor worden die schaarser en duurder. De productie wordt dientengevolge ook steeds duurder, en zal uiteindelijk inzakken omdat de productie geen tred kan houden met de vraag en daardoor veel te duur wordt. Daardoor zakt de welvaart in. Dat zal al vanaf 2015 gebeuren, schrijft The Guardian. Als dan de vervuiling toeneemt en de productie van de landbouw afneemt, zal er minder geïnvesteerd kunnen worden in scholing en gezondheid. Daardoor zouden de sterftecijfer vanaf 2020 weer omhoog gaan. Daardoor zal de wereldbevolking in omvang gaan afnemen, met ongeveer een half miljard mensen per decennium, tot een nieuw evenwicht bereikt wordt waarin de leefomstandigheden vergelijkbaar zullen zijn met het begin van de 19e eeuw.
We moeten ons voorbereiden op een onzekere toekomst
Turners onderzoek claimt dat er maar weinig op wijst dat de Club van Rome er echt naast zat. In 1972 besloot De Club van Rome het rapport als volgt: Als de huidige groeitrends van de wereldbevolking, industrialisering, vervuiling, voedselproductie en uitputting van grondstoffen onveranderd doorgaan, zullen de grenzen aan de groei van deze planeet ergens in de komende honderd jaar bereikt worden. Het meest waarschijnlijke resultaat is een plotselinge en onbeheersbare terugval in bevolking en industriële capaciteit.
Fotocredits: No Limits, Ian Wilson
Dit artikel afdrukken
De wereld is eindig
In 1972 publiceerde de Club van Rome het boek 'Limits to Growth'. Het boek voorspelde, op basis van onderzoek en modellen van wetenschappers van het Massachusetts Institute of Technologie, de totale ineenstorting van 's werelds beschaving binnen honderd jaar. Het boek bood diverse scenario's om de ontwikkelingen op het gebied van de wereldeconomie, vervuiling, voedselvoorziening, bevolkingsgroei en grondstoffengebruik te monitoren. Het 'business as usual'-scenario, dat tot 'overshoot and collapse before 2070' leidde, werd door critici afgeserveerd als 'ultiem doemdenken' en misplaatst Malthusianisme.
Het 'business-as-usual' scenario blijkt realiteit
Graham Turner, werkzaam aan de Universiteit van Melbourne, nam de voorspellingen uit 'Limits to Growth' opnieuw onder de loep. Dat resulteerde in een paper met de titel Is Global Cllapse Imminent waarin hij de modellen en hun uitkomsten vergeleek met recente cijfers van o.a. de VN, Unesco, FAO, US national oceanic and atmospheric administration, statistische gegevens van BP en anderen. Zijn belangrijkste conclusie op basis van zijn jongere data: als de nieuwste feitelijke gegevens geplot worden in de 'business as usual'-scenario's, blijven ze verrassend dicht bij de toentertijd gedane voorspellingen (open het bronartikel voor grafieken over bevolking, economie en het milieu (grondstoffen en vervuiling).
Domino-effect
In Limits to Growth wordt voorspeld dat de onstilbare honger naar 'meer', in combinatie met de groeiende wereldbevolking, uiteindelijk steeds meer grondstoffen zal vergen. Daardoor worden die schaarser en duurder. De productie wordt dientengevolge ook steeds duurder, en zal uiteindelijk inzakken omdat de productie geen tred kan houden met de vraag en daardoor veel te duur wordt. Daardoor zakt de welvaart in. Dat zal al vanaf 2015 gebeuren, schrijft The Guardian. Als dan de vervuiling toeneemt en de productie van de landbouw afneemt, zal er minder geïnvesteerd kunnen worden in scholing en gezondheid. Daardoor zouden de sterftecijfer vanaf 2020 weer omhoog gaan. Daardoor zal de wereldbevolking in omvang gaan afnemen, met ongeveer een half miljard mensen per decennium, tot een nieuw evenwicht bereikt wordt waarin de leefomstandigheden vergelijkbaar zullen zijn met het begin van de 19e eeuw.
We moeten ons voorbereiden op een onzekere toekomst
Turners onderzoek claimt dat er maar weinig op wijst dat de Club van Rome er echt naast zat. In 1972 besloot De Club van Rome het rapport als volgt: Als de huidige groeitrends van de wereldbevolking, industrialisering, vervuiling, voedselproductie en uitputting van grondstoffen onveranderd doorgaan, zullen de grenzen aan de groei van deze planeet ergens in de komende honderd jaar bereikt worden. Het meest waarschijnlijke resultaat is een plotselinge en onbeheersbare terugval in bevolking en industriële capaciteit.
Fotocredits: No Limits, Ian Wilson
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
#10 Ik was dit weekend net bij wat boeren hier vlak over de grens. Hernieuwbare energie naast de boerderij. Laat me niet lachen. Ik wil de EROI berekeningen wel even zien.
Bij de beoordeling door de beoordelaars ontbreekt het volledig aan de juiste kennis. De boeren die ik daar sprak vermoeden wel iets, ze voelen het aan hun theewater, maar kunnen het niet hard maken.
Ik zeg niet dat we niet van alles moeten proberen, maar bij de echte energie-experts staat wel vast, we kunnen de prime movers van onze maatschappij niet op "hernieuwbare" energie laten draaien. Wat moeten we dan plannen?
Het stikstofprobleem in het milieu wordt in Thomas Hager's fantastische boek over de Haber/Bosch aan het eind wel even aangestipt, meer ook niet en ik ken ook amper mensen die een twee drie de consequenties van deze ontwikkeling in behapbare stellingen uiteen kunnen zetten. Dat zal ook wel de reden zijn waarom er in Hager's boek uitsluitend notie van werd genomen, meer niet. (Heb hem er naar gevraagd: Vraag, is het niet zo dat het hele verhaal hier pas begint? No answer! ) Haber/Bosch, onze redding, onze ondergang?
#8 Wat meer over de hoofdwetten van de thermodynamica in het curriculum zou niet schaden. Ik hoor inderdaad veel lieden over energie praten waarbij enige bijles in deze enorm zou opluchten.
Met het tweede deel van je betoog ben ik het natuurlijk helemaal eens, de Wouter de Heij's (Wouter waar blijf je?) zijn inderdaad verantwoordelijk voor een groot deel van die 80%, ook al rijdt Wouter in een elektrische auto.
Trouwens of het de helft van de mensheid is die van de Haber/Bosch leven waag ik zelfs nog te betwijfelen. Mijn rekensommen geven aanleiding te denken dat dit er nog veel meer zijn. Daarnaast is het metabolisme van al deze mensen steeds meer een probleem van ecologische onevenwichtigheid. Het is kortom nog maar de vraag of de noodzakelijke ecologische systeemdiensten het nog lang vol kunnen houden. Anderzijds is er nog rek, je hoeft geen gebruik te maken van al dat vrijgekomen geld voor energie en die 80% voor het voedsel, alleen dan wel Schiphol dicht en gestaffelde brandstofprijzen voor alle sectoren en wel onmiddellijk. Misschien worden we dan niet zo gefucked door op tilt geraakte ecosysteemdiensten. Maar ja welke Schipholklant realiseert zich dat, wenst zich dat te realiseren. Laten we desondanks toch maar eens beginnen met de mobiliteit. Voedsel kan altijd nog, want zonder eten hebben we een probleem.
Melchert, wanneer geef je in de omgeving Den Haag je eerste grote college?!
Dank, Melchert, je zegt nog meer dan ik wilde horen. En het is lijn met wat ik in de wandelgangen hoor.
Dick, even snel wat geknipt en geplakt:
Onze hedendaagse ambities om de samenleving in 2050 volledig op hernieuwbare energie te laten draaien, dreigen stuk te lopen op grondstoffentekorten (Ecofys, 2014). Er zal onvoldoende kobalt en lithium beschikbaar zijn voor het gebruik in accu’s voor elektrische auto’s. Dat geldt ook voor zilver en tellurium die essentieel zijn voor de productie van zonnecellen. Materialen als neodynium en yttrium, noodzakelijk voor de constructie van offshore windmolens zijn op zich wel voldoende beschikbaar, maar de voorraden van deze metalen zijn vrijwel volledig geconcentreerd in China. En tenslotte zal er ook een toenemend tekort aan koper optreden. Uiteraard kan een deel van het tekort worden ondervangen door grondstoffen te recyclen, maar dat staat gelijk aan het verminderen van entropie. En dat kan alleen door er externe energie aan toe te voegen. Het op grote schaal creëren van energie-efficiënte technologieën en installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie vraagt dus vooraf om een enorme investering van fossiele brandstoffen.
Overigens is CO2 wat mij betreft niet zozeer het grootste probleem, althans aan de emissiekant (wel aan de op fossiele bronnen gebaseerde inputkant): De totale jaarlijkse emissie van koolstof in de atmosfeer als gevolg van menselijke activiteiten bedraagt ongeveer 10% van de mondiale absorptie van koolstof door fotosynthese. De jaarlijkse emissie van reactief stikstof als gevolg van menselijke activiteiten is echter inmiddels even groot als de hoeveelheid reactieve stikstof die jaarlijks op natuurlijke wijze wordt gevormd door vlinderbloemigen en bliksemontladingen. De menselijke interventie in de stikstofcyclus is veel ingrijpender dan die in de koolstofcyclus, maar krijgt over het algemeen een stuk minder aandacht .
Van het broeikasrecord-nieuws dat de wereld vandaag bereikte, maken we geen Kort Nieuws. Ik zit al jaren met een simpele vraag: hoeveel extra CO2 uitstoot is nodig om in de schone elektrische substituut economie terecht te komen? Ik stel die vraag om jullie discussie concreet te krijgen en omdat ik angstig aan mijn klompen aanvoel dat het antwoord heel vervelend is. Zo vervelend dat Shell dat in gas wil(de) niet zo'n ongelijk heeft om nog even door te gaan met fossiel.
Tenzij ..... we snel besluiten heel veel welvaart op te geven en heel anders te gaan leven en niet ons huidige boeltje proberen om te zetten op elektrisch.
Hendrik, precies, eco-innovatie en substitueerbaarheid (gedreven door prijsontwikkeling en concurrentie, ofwel 'de markt') zijn voor beleidsmakers de toverwoorden. Maar om van nut te zijn voor onze samenleving zullen hulpbronnen een lage entropie moeten bezitten. Het vervangen van de ene hulpbron met lage entropie door een andere hulpbron met lage entropie is niet de oplossing aangezien lage entropie als zodanig in absolute zin schaars is. Eco-innovatie kan de aanspraak op lage entropie helpen verminderen, maar zonder regulering van het gebruik van de beschikbare lage entropie blijft het dweilen met de kraan open. Dat wist Jevons ons al in de 19e eeuw te vertellen.
Over de relatie tot Haber-Bosch was ik toevallig een stukje aan het dichten: “Ongeveer de helft van de ruim 7 miljard wereldburgers wordt gevoed met behulp van kunstmest (Sutton et al, 2013; Smil, 2011). Gezien de relatief beperkte aanspraak die de productie van kunstmest maakt op de beschikbare voorraden aan fossiele brandstof kan dat nog een hele tijd worden volgehouden. De productie van voedsel an sich is niet zozeer het probleem, maar de mogelijkheid om zo overvloedig voedsel te kunnen produceren heeft geresulteerd in lage voedselprijzen die hebben bijgedragen aan de expansie van andere energie-intensieve economische sectoren. De besparingen op het huishoudbudget voor de aankoop van voedsel worden nu bijvoorbeeld besteed aan een vliegvakantie. En daarnaast hebben de lage prijzen voor commodities geleid tot een steeds complexer voedselsysteem dat primair is gericht op het creëren van toegevoegde waarde. De verschillende schakels die meerwaarde toevoegen maken ook in belangrijke mate gebruik van fossiele brandstoffen. Ongeveer 20% van de energie die in ons voedsel wordt geïnvesteerd, wordt gebruikt in de primaire landbouwproductie, de andere 80% in waarde toevoegende activiteiten als transport, verwerking, verpakking en conservering. Het betekent ook dat de energy return on investment (EROI) van ons voedsel dramatisch is afgenomen. Haalde de gemiddelde jager en verzamelaar nog 5 Joule uit zijn eten voor elke geïnvesteerde Joule (EROI = 5), tegenwoordig wordt er zo’, 10 tot 15 Joule geïnvesteerd in iedere Joule die op ons bord belandt (EROI = 0,1 tot 0,07).”